Dutch example sentences with "vast"

Learn how to use vast in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

"Jullie moeten samen een mandje appels naar opa brengen," zei moeder. "Jij houdt de ene kant vast, en jij de andere. En zo lopen jullie dan."

Mama en papa worden vast niet boos.

Ze bonden de dief vast aan een boom.

Ik stond vast in de file.

Je bent vast moe.

Ik bond mijn hond aan de boom in de tuin vast.

De man die volledig in het rood was gekleed hield een pistool vast.

Wij verlaten zeker en vast dit land.

Mijn computer hangt vast.

"U maakt vast een grapje!" grijnsde Dima.

Toen ik hier pas was komen wonen, was er hier vlakbij een rotonde waarbij je rechts moest voorsorteren om linksaf te slaan. Die was vast door een Belgische aannemer gebouwd.

Hij stelde vast dat het waarschijnlijk zou regenen.

Men moet geen taalkundige zijn om vast te stellen dat dit kindje nog niet kan spreken.

Tom maakte de draad vast aan de vlieger.

Haal adem en houd het vast.

Hij houdt zo erg van films, dat hij alles bekijkt wat hij vast krijgt.

Waarom hou je mijn handen vast?

Het schip zat vast in het ijs.

Hou de vaas vast met beide handen.

Hou het vast met beide handen.

Hou de vaas met beide handen vast.

Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.

Maak het touw vast aan de boom.

Toen we gisterenavond thuiskwamen, lagen de anderen al in bed, vast aan het slapen.

De plank vroor aan de grond vast.

De afdeling Forensische Opsporing probeert de oorzaak van de brand van vandaag vast te stellen.

Je houdt m'n hand vast op die foto.

Ze hield mijn arm stevig vast.

Ik werd wakker en stelde vast dat alles maar een droom geweest was.

Ze hield mijn hand stevig vast.

Ze zijn vast op je aan het wachten.

Tom zit vast in het verleden.

Een vast inkomen is een belangrijk iets voor mij.

Zijn auto zat vast in een dikke laag sneeuw.

Xueyou heeft een kaart van China vast.

Leg een datum vast voor de bijeenkomst.

Heel de binnenstad zit vast.

Hou de bal met twee handen vast.

Ze hielden elkaars handen vast.

Veiligheidsexperten geloven dat de vingerafdruk scantechnologie van Apple kan opsporen of een vinger vast zit aan een levende mens, dus een afgehakte vinger zou een gestolen iPhone nooit kunnen ontgrendelen.

Ze hielden stevig vast aan hun overtuigingen.

Tom stelde de prijs vast op driehonderd dollar.

Zit dit boutje goed vast?

We hielden ons vast aan de tak.

Maak uw gordel vast.

De bast van deze boom zit stevig vast aan het hout.

Een ding staat vast: hij had gelijk.

Ik doe mijn veters altijd stevig vast vooraleer ik ga joggen.

Hij had die bal gewoon vast moeten houden.

De keuze om gewoon met pen en papier de notulen vast te leggen was conservatief.

Je vergaat vast van de honger.

Ze houden Tom nog altijd vast.

Vraag het niet aan Tom, hij weet het vast niet.

Er is geen touw aan vast te knopen.

Waarom was het zo moeilijk om vast te stellen dat het neuron de meest basale eenheid is van zenuwweefsel?

Ik zat vast.

In ieder geval komt Tom. Dat brengt vast wat leven in de brouwerij.

Ik geloof vast dat een nieuw begin mogelijk is.

Op het platteland hebben het gras, de bomen, en de stenen een adem die stinkt naar mensen. Ze spreken me aan vanuit alle richtingen, en klampen aan me vast. Maar in de stad zijn zelfs de passagiers van een overvolle trein zo stil als een kiezelsteen op de oever van een rivier, en ieder is alleen aan zichzelf aan het denken.

Hij is er nog niet. Hij heeft vast de bus gemist.

Hij is nog niet aangekomen. Hij heeft vast de bus gemist.

Tom hield een kleine zaklamp vast in zijn rechterhand.

Dit alles is vast maar een misverstand.

Je hebt vast gehoord wat er gebeurd is.

Hij is vast Toms broer.

Tom zal het er vast mee eens zijn.

Ze heeft vast geen alcoholprobleem.

Hij is zich vast bewust van het gevaar.

Hou de bal met beide handen vast.

Ik hield me stevig aan het touw vast om niet te vallen.

De melk bevroor en werd vast.

Ik zit vast in de file.

De rits zit vast.

Het besluit staat vast.

Tom en Mary zaten vast vanwege een sneeuwstorm.

Ze hebben het vast druk.

Tom kwam vast te zitten in het verkeer.

Het spijt me maar ik ga te laat zijn. Ik zit vast in het verkeer.

Ik droom vast.

Heb je een naald om deze knopen mee vast te naaien?

Tom naaide de knoop weer op zijn shirt vast.

Als je even een naald en draad haalt, naai ik je knoop weer vast.

Ze naaide een knoop op haar jas vast.

Je verveelt je vast dood.

Tom naaide de knoop weer vast.

Tom naaide een knoop aan zijn jas vast.

Dit zal vast wel tegenstrijdige gevolgen en effecten hebben.

Als je vast kan leggen dat deze feiten waar zijn, dan zal ik het contract tekenen.

Saturnus, evenals Jupiter, is een gasreus en heeft geen vast oppervlak.

Volgens mij heeft Tom het venster vast stukgemaakt.

Hou de baby erg voorzichtig vast.

Er is vast iemand achter deze zaak.

Tom stelde de rangorde vast.

Sami vast vandaag.

Ik zit vast in de modder.

Tom kwam vast te zitten in de modder.

De auto kwam vast te zitten in de modder.

De auto zat vast in de modder.

Leg het schriftelijk vast.

Ik zit bij de vierde vraag vast.

Tom vast.

Also check out the following words: regen, is, het, weer, In, Parijs, heb, ik, voor, maand.