Een ongeluk komt zelden alleen.

Een ongeluk zit in een klein hoekje.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

Hij deed per ongeluk zout in zijn kopje koffie.

Het ongeluk is eergisteren gebeurd.

Hij gaf mij de schuld van het ongeluk.

O nee, ik heb mijn vinger per ongeluk afgezaagd! Wat nu?

Dat ging per ongeluk!

Weet je die dag nog, dat we dat ongeluk gezien hebben?

Door het ongeluk zijn er veel doden gevallen.

Het ongeluk is niet jouw schuld.

Ik werd opgeroepen naar de plek van het ongeluk te komen.

Op de terugweg naar huis had hij een ongeluk.

Hij die geen liefde kent, kent geen ongeluk.

Zijn gezondheid is verslechterd sinds het ongeluk.

Het schot ging per ongeluk af.

Het ongeluk was niet uw schuld.

Het is daar dat het ongeluk gebeurde.

Alleen wie ongeluk kent, weet geluk te waarderen.

Een spijtig ongeluk heeft gisteren plaatsgehad.

Het ongeluk gebeurde bij de hoek.

Het was gisteren dat ik per ongeluk het raam brak.

Geluk maakt trots, ongeluk maakt wijs.

Joan brak haar linkerarm in het ongeluk.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Het ongeluk van anderen leert u niets.

Haar zorgeloosheid leidde tot een ongeluk.

Tom was getuige van het ongeluk.

Ik veronderstel dat Bob een ongeluk gehad heeft.

Ik had niets te maken met het ongeluk.

Het spijt me dat ik je mail per ongeluk opende.

Ongeveer honderd mensen zijn omgekomen bij dit ongeluk.

Tom heeft een ernstig ongeluk gehad.

Het ongeluk staat vermeld in de krant van vandaag.

Dat ongeluk gebeurde vlak bij zijn huis.

Wij waren getuigen van het ongeluk.

Een ongeluk kan altijd gebeuren.

Ik lette niet goed op en ben per ongeluk in de verkeerde bus terechtgekomen.

De commissie startte een onderzoek naar de oorzaken van het ongeluk.

Ongeveer honderd mensen vonden de dood bij dit ongeluk.

Ik hoop dat hij geen ongeluk heeft gehad.

Ik zou een ongeluk kunnen krijgen!

Tom dacht aan zijn ongeluk en zuchtte.

Tom was niet gewond geraakt bij het ongeluk.

Het ongeluk trok meer dan honderd mensen aan.

Melanie heeft per ongeluk een vlieg gedood.

Het ongeluk is twee uur geleden gebeurd.

Het ongeluk ontnam hem alle hoop op succes.

Ik heb je harde schijf per ongeluk geformatteerd.

Waar is het ongeluk gebeurd?

De politie alarmeerde de brandweer na het ongeluk.

Ook de brandweer was naar het ongeluk toegekomen.

Hij heeft per ongeluk detergent gedronken.

Ik ben de enige die het ongeluk overleefd heeft.

Tom las over Mary's ongeluk in de krant.

Hij kwam te laat vanwege het ongeluk.

Dit ongeluk heeft niets met mij te maken.

Wie nooit ongeluk heeft gekend, zal nooit geluk kennen.

Hij nam per ongeluk de verkeerde trein.

Hij had het ongeluk zijn zoon te verliezen.

Tom dronk per ongeluk wat vergif.

Bij het ongeluk raakten drie mensen gewond.

Deze week hebben we een groot ongeluk gehad.

Sami heeft een dodelijk ongeluk gehad.

Het ongeluk veroorzaakte een verkeersopstopping.

Wanneer ben je van plan om Tom over je ongeluk te vertellen?

We hebben haar per ongeluk ontmoet.

Toen ik klein was trapte ik per ongeluk op een worm.

Ik vond per ongeluk de dildo's van mijn zus.

Je zou een ongeluk kunnen krijgen.

Het verschil tussen de verklaringen van de twee bij het ongeluk betrokken partijen was zo groot dat de autoriteiten het moeilijk vonden om te bepalen welke partij de waarheid vertelde.

Ik vond per ongeluk de dildo's van mijn broer.

Het was een tragisch ongeluk.

Het ongeluk was niet zijn schuld.

'La La Land' werd per ongeluk aangekondigd als de winnaar.

Gustav was vanmorgen vroeg zo verstrooid dat hij per ongeluk twee verschillende sokken had aantrokken.

Tom noch Maria stierven in het ongeluk.

Het idee dat je een systeem of techniek kunt vinden die iemand van zijn ellende of ongeluk zou verlossen, heeft nooit gewerkt. Alle mensen die het echt gemaakt hebben, gingen diep in op wat je hun diepste kern of ware zelf zou kunnen noemen. Alleen de ontvlamming van het innerlijke licht kan de schaduwen echt verdrijven.

Ik stapte per ongeluk op mijn Lady Gaga cd en had het kapotgemaakt.

Sami stapte per ongeluk op mijn voet.

Een gebroken spiegel brengt ongeluk.

Ik ben hier niet per toeval of per ongeluk.

Bij het ongeluk bij Jalan Hang Tuah waren drie auto's en een vrachtwagen betrokken.

Tom dronk per ongeluk wat antivries.

Ik geloof niet dat zwarte katten ongeluk brengen.

Het ongeluk vond eergisteren plaats.

Gisteren was er een ongeluk op de snelweg.

Het ongeluk gebeurde op een afgelegen plek.

Hij had drie jaar in de fabriek gewerkt toen het ongeluk voorkwam.

Toen het ongeluk gebeurde, zat hij gelukkig niet in de auto.

Geluk bij een ongeluk.

Ik heb per ongeluk de melk gemorst.

Na het ongeluk werd hij in zorgwekkende toestand per traumahelikopter naar het ziekenhuis vervoerd.

Hij had een ongeluk.

Het ongeluk vond op vrijdag plaats.

Hier is het ongeluk gebeurd.

Er zaten vier mensen in de auto toen het ongeluk gebeurde.

Ik heb een ongeluk veroorzaakt.

Hij zag het ongeluk op weg naar school.

Tom kwam bij dat ongeluk bijna om het leven.

Dit gebeurde niet per ongeluk.