Dutch example sentences with "hij"

Learn how to use hij in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Hij stond achter de stoel.

Waarom is hij hier?

Wat heeft hij gezegd?

Hij speelt zeer goed.

Hij kwam niet, totdat ik belde.

Hij is teruggekomen uit China.

Hij heeft een boek geschreven over porselein.

Hij zei dat hij van plan was een risico te nemen.

Hij zei dat hij van plan was een risico te nemen.

Bovendien kan hij Ivriet lezen.

Teder legde hij zijn hand op haar schouder.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

John weet niet wat hij verder moet doen.

Hij kwam pas toen ik belde.

Hij wachtte op hem tot tien uur.

Hij slaapt als een roos.

Hij is naar Zwitserland gegaan.

Weet hij dat je van hem houdt?

Vraag hem eens of hij Japans spreekt.

Hij loste die opgave met gemak op.

Hij beval mij de kamer onmiddellijk te verlaten.

Hij onderbrak ons gesprek.

Hij beloofde met haar te trouwen.

Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.

Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.

Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.

Ik weet dat hij van jazz houdt.

Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend.

Zodra hij alleen was, opende hij de brief.

Zodra hij alleen was, opende hij de brief.

Hij is gisteren overleden.

Hij besloot zijn vertrek uit te stellen.

Hij heeft een brief geschreven.

Hij is al een man.

Hij las erg veel.

In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.

In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.

Thuis las hij altijd liggend.

Hij was weduwnaar, maar een jaar na de bruiloft van zijn zoon hield hij het niet meer uit en trouwde zelf ook.

Hij was weduwnaar, maar een jaar na de bruiloft van zijn zoon hield hij het niet meer uit en trouwde zelf ook.

Hij is net teruggekomen.

Hij schrijft mij eens per week.

Hij is politieagent geworden.

Hij liegt nooit.

Ik begrijp niet helemaal wat hij zegt.

Hij lachte.

Hij ziet slecht.

Hij zal op je wachten.

Hij wacht wel op je.

Hij kon het hardst rennen van de hele wereld.

Hij kon met geen mogelijkheid iets bedenken om te doen.

Hij trok zijn bontjas beneden uit, ging naar boven en klopte zachtjes op de deur.

Hij weet zeker dat hij komt.

Hij weet zeker dat hij komt.

En zo zat hij op een keer aan het eind van de middag in de tuin te eten, toen een dame met een baret rustig in zijn richting kwam om aan de tafel naast hem te gaan zitten.

Hij woont in een appartement.

Hij woont in een dorp.

Hij woont op het platteland.

Hoe heet hij?

Toen hij zijn naam hoorde, stond de kruising tussen een teckel en een vuilnisbakkenras op van onder de werkbank, waar hij had liggen slapen op de houtkrullen, rekte zich eens lekker uit en rende achter zijn baasje aan.

Toen hij zijn naam hoorde, stond de kruising tussen een teckel en een vuilnisbakkenras op van onder de werkbank, waar hij had liggen slapen op de houtkrullen, rekte zich eens lekker uit en rende achter zijn baasje aan.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.

De volgende dag riep de dove, terwijl hij de binnenplaats over rende, naar haar: "Als u iets nodig heeft, moedertje, neemt u het maar!"

Later, in zijn hotelkamer, dacht hij aan haar, aan dat ze hem morgen waarschijnlijk zou ontmoeten.

Hij kan het Russisch zowel spreken als schrijven.

Hij spreekt perfect Russisch.

Hij heeft snel Russisch verworven.

Hij spreekt ook Russisch.

Hij is Russisch van geboorte.

Hij stond tot zijn enkels in het water.

Hij deed zo zijn best dat hij er helemaal rood van werd.

Hij deed zo zijn best dat hij er helemaal rood van werd.

Hij heeft een boek geschreven over China.

Hij was in Frankrijk.

Hij is in Frankrijk geweest.

Waarom is hij weggelopen?

Wie is hij?

Hij sprak in zichzelf.

Hij gaat, net als ik, niet naar de picknick.

Soms kan hij een vreemde jongen zijn.

Hij schopt me!

Hij is slim.

Komt hij om zes uur thuis?

Hij wilde dat zijn vrouw hem 's morgens vroeg zou wakker maken.

Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.

Het leek erop dat lezen een van zijn ongezonde gewoontes was, aangezien hij zich even gretig stortte op alles wat hij maar in handen kreeg.

Het leek erop dat lezen een van zijn ongezonde gewoontes was, aangezien hij zich even gretig stortte op alles wat hij maar in handen kreeg.

Morgen landt hij op de maan.

Hij is rijker dan wie dan ook in deze stad.

Men zegt dat Amerikanen de hoeveelheid geld die iemand verdient beschouwen als een maatstaf van wat hij kan.

Hij keek naar de afbeelding.

Honger was voor hem een abstract begrip; hij had altijd genoeg te eten.

Ik ben bang dat hij in gesprek is.

Hij slaagde erin om te ontsnappen.

Waarom heeft hij zijn plannen veranderd?

Hij zou blij zijn dat te horen.

Hij wordt binnenkort vader.

Met een enorme zwaai tilt hij de knappe prinses op en gooit haar overboord.

"Ik heb haar vijf dagen geleden gezien," zei hij.

Hij houdt van sport en ook van studeren.

Also check out the following words: glas, betreft, moment, vergeten, gelukkig, airconditioner, verbruikt, elektriciteit, niks, kom.