Dutch example sentences with "baan"

Learn how to use baan in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik dacht net aan een nieuwe baan.

De satelliet bevindt zich in een baan om de maan.

Hij had het geluk een baan te vinden.

Hij werkt niet alleen niet, maar zal ook geen baan vinden.

Ik ben niet gelukkig met de baan die ik nu heb.

Hij is zeker weten de beste man voor deze baan.

Als zijn vrouw er niet voor hem was geweest, was hij niet van baan gewisseld.

Wat wil je vraagteken voor de nieuwe baan.

Ik heb nog geen baan gevonden.

Hebben er in jouw stad veel mensen een tweede baan?

Een vrachtwagen reed met volle snelheid op de baan.

Ik ben een baan aan het zoeken.

Ik zoek een baan.

Dat kost me mijn baan.

Er is ijzel op de baan.

Mijn zus heeft een baan.

Tom heeft het nooit over zijn baan.

Als je een baan vindt die je echt leuk vindt, hoef je nooit meer te werken.

Hoeveel moeite kost het om aan je eerste baan te komen?

Jouw baan hangt aan een zijden draadje.

Tom neemt zijn baan niet erg serieus.

Tom is op zoek naar een baan.

Ze slaagden erin een kunstmatige satelliet in een baan om de aarde te brengen.

Ik heb een goede baan aangeboden gekregen.

Als ik jou was, zou ik solliciteren naar de baan.

Zoek je een baan?

Jeff was drie maanden op zoek voordat hij een baan vond.

Hij begon een baan te zoeken.

Door de komst van grote winkelketens, hebben sommige medewerkers van kleine drogisterijen hun baan verloren.

Mijn broer kreeg een baan aangeboden in Boston.

Het is moeilijk om een baan in de Verenigde Staten te vinden.

Wij willen u een baan aanbieden.

Zonder mijn welzijn kan ik geen goede baan hebben.

Je gaat een baan vinden.

Steeds vaker besluiten mensen naast hun fulltime baan een parttime studie te volgen.

Heb je er ooit aan gedacht om je baan op te zeggen?

Heb je ooit overwogen om je baan op te zeggen?

Hij heeft laatst een goede baan gevonden.

Ik had een baan toen ik zo oud was als jij.

Hoe is je nieuwe baan?

Wat is nou belangrijker, ik of je baan?

Hij heeft zijn baan verloren.

Recentelijk raken veel mensen hun baan kwijt.

Ik zou alles willen doen om deze baan te bekomen.

Tom vertelde me dat hij wilde stoppen met zijn baan.

Tom vertelde me dat hij ontslag wilde nemen van zijn baan.

Hoe bevalt je baan?

Mijn man is zijn baan verloren.

Waarom zou je een goede baan en een mooi huis achterlaten om in Frankrijk te gaan wonen?

Tom raakte zijn baan net voor Kerstmis kwijt.

Hij zoekt een baan.

Hij heeft daar een baan gevonden als massage-therapeut.

Ik denk dat je je baan leuk vindt.

Ik was op zoek naar een baan.

Wat bevalt je niet aan jouw baan?

Er zijn duizenden satellieten in een baan rond de aarde.

Er is een satelliet in een baan rond de Aarde gebracht om smeltende gletsjers in de gaten te houden.

Het sollicitatiegesprek verliep zo goed dat hij de baan kreeg.

De enige baan die Tom ooit had is degene die hij nu heeft.

Ik heb mijn eigen baan.

Zowel Tom als Maria hebben een voltijdse baan.

Tom heeft zijn baan verloren.

Eerlijk gezegd, het is echt geen goedbetaalde baan.

Heb je gehoord of Tom nu de baan heeft gekregen?

Tom vond zijn nieuwe baan interessant.

De mensen van tegenwoordig denken dat het werk zodanig moet zijn dat het voor een zo groot mogelijke inkomensstroom zorgt. Dit is een misvatting. U moet een baan op zo'n manier inrichten dat mensen daar gelukkiger van worden.

Tja, hij droomt van een mooi betaalde baan in de hoofdstad, maar ik vrees dat hij snel van een koude kermis zal thuiskomen.

Ik kan mezelf er niet toe brengen hem te zeggen dat hij de baan nooit zal krijgen.

Zij kreeg een baan als opname-ingenieur.

Sami heeft net zijn eerste kleine baan gevonden.

Sami heeft geen baan.

Maar hij had een baan nodig.

Ik ben mijn baan kwijt en ik heb geen geld. Ik ben ten einde raad.

Tom en ik zijn onze baan kwijt.

Waarom stopte ze met haar baan?

Ik heb een baan nodig.

Ik heb een betere baan nodig.

Ik heb echt een baan nodig.

Ik heb een goede baan nodig.

Ik heb geen baan nodig.

Tom heeft een heel belangrijke baan.

Ik heb je baan aangeboden gekregen.

Na drie weken op zoek te zijn geweest naar een baan, vond hij een goedbetaalde betrekking.

Het is mijn baan.

Ik kan geen goede baan vinden.

Wat is jouw baan?

Wat is uw baan?

Wat is jullie baan?

Je kunt je baan kwijtraken als je niet oppast.

Ik heb de slechtste baan van de wereld.

Ik heb een baan gevonden.

Tennis is een sport die beoefend wordt op een speciaal gemarkeerde baan, de tennisbaan.

Dat gaat me mijn baan kosten.

Ik denk niet dat Tom een fulltime baan heeft.

Ik geloof niet dat Tom een voltijdse baan heeft.

Het schijnt dat Tom zijn nieuwe baan leuk vindt.

Het is een erg stressvolle baan.

Hij is tevreden met zijn baan.

Ze raakten hun baan op de universiteit kwijt.

Zonder tussenkomst van zijn vrouw was hij niet van baan gewisseld.

Als het niet voor zijn vrouw was geweest, zou hij niet van baan zijn gewisseld.

Also check out the following words: nieuwe, baan, zei, mezelf, idee, Straks, zus, gaat, sneeuwen, Frans.