vrijen | conjugation

Dutch verb 'vrijen' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou vrijen
jij zou vrijen
hij zou vrijen
wij zouden vrijen
jullie zouden vrijen
zij zouden vrijen
ik zou gevrijd hebben
jij zou gevrijd hebben
hij zou gevrijd hebben
wij zouden gevrijd hebben
jullie zouden gevrijd hebben
zij zouden gevrijd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik vrij
jij vrijt
hij vrijt
wij vrijen
jullie vrijen
zij vrijen
ik heb gevrijd
jij hebt gevrijd
hij heeft gevrijd
wij hebben gevrijd
jullie hebben gevrijd
zij hebben gevrijd
ik vrijde
jij vrijde
hij vrijde
wij vrijden
jullie vrijden
zij vrijden
ik had gevrijd
jij had gevrijd
hij had gevrijd
wij hadden gevrijd
jullie hadden gevrijd
zij hadden gevrijd
ik zal vrijen
jij zult vrijen
hij zal vrijen
wij zullen vrijen
jullie zullen vrijen
zij zullen vrijen
ik zal gevrijd hebben
jij zult gevrijd hebben
hij zal gevrijd hebben
wij zullen gevrijd hebben
jullie zullen gevrijd hebben
zij zullen gevrijd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij vrij

Translation

Effortlessly translate vrijen to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb