vreten | conjugation

Dutch verb 'vreten' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou vreten
jij zou vreten
hij zou vreten
wij zouden vreten
jullie zouden vreten
zij zouden vreten
ik zou gevreten hebben
jij zou gevreten hebben
hij zou gevreten hebben
wij zouden gevreten hebben
jullie zouden gevreten hebben
zij zouden gevreten hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik vreet
jij vreet
hij vreet
wij vreten
jullie vreten
zij vreten
ik heb gevreten
jij hebt gevreten
hij heeft gevreten
wij hebben gevreten
jullie hebben gevreten
zij hebben gevreten
ik vrat
jij vrat
hij vrat
wij vraten
jullie vraten
zij vraten
ik had gevreten
jij had gevreten
hij had gevreten
wij hadden gevreten
jullie hadden gevreten
zij hadden gevreten
ik zal vreten
jij zult vreten
hij zal vreten
wij zullen vreten
jullie zullen vreten
zij zullen vreten
ik zal gevreten hebben
jij zult gevreten hebben
hij zal gevreten hebben
wij zullen gevreten hebben
jullie zullen gevreten hebben
zij zullen gevreten hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij vreet

Translation

Effortlessly translate vreten to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb