Dutch verb 'voorzitten' conjugated in all tenses and forms.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.
Get for freeik | zou voorzitten |
jij | zou voorzitten |
hij | zou voorzitten |
wij | zouden voorzitten |
jullie | zouden voorzitten |
zij | zouden voorzitten |
ik | zou voorgezeten hebben |
jij | zou voorgezeten hebben |
hij | zou voorgezeten hebben |
wij | zouden voorgezeten hebben |
jullie | zouden voorgezeten hebben |
zij | zouden voorgezeten hebben |
ik | zit voor |
jij | zit voor |
hij | zit voor |
wij | zitten voor |
jullie | zitten voor |
zij | zitten voor |
ik | heb voorgezeten |
jij | hebt voorgezeten |
hij | heeft voorgezeten |
wij | hebben voorgezeten |
jullie | hebben voorgezeten |
zij | hebben voorgezeten |
ik | zat voor |
jij | zat voor |
hij | zat voor |
wij | zaten voor |
jullie | zaten voor |
zij | zaten voor |
ik | had voorgezeten |
jij | had voorgezeten |
hij | had voorgezeten |
wij | hadden voorgezeten |
jullie | hadden voorgezeten |
zij | hadden voorgezeten |
ik | zal voorzitten |
jij | zult voorzitten |
hij | zal voorzitten |
wij | zullen voorzitten |
jullie | zullen voorzitten |
zij | zullen voorzitten |
ik | zal voorgezeten hebben |
jij | zult voorgezeten hebben |
hij | zal voorgezeten hebben |
wij | zullen voorgezeten hebben |
jullie | zullen voorgezeten hebben |
zij | zullen voorgezeten hebben |
jij | zit voor |