leven | conjugation

Dutch verb 'leven' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou leven
jij zou leven
hij zou leven
wij zouden leven
jullie zouden leven
zij zouden leven
ik zou geleefd hebben
jij zou geleefd hebben
hij zou geleefd hebben
wij zouden geleefd hebben
jullie zouden geleefd hebben
zij zouden geleefd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik leef
jij leeft
hij leeft
wij leven
jullie leven
zij leven
ik heb geleefd
jij hebt geleefd
hij heeft geleefd
wij hebben geleefd
jullie hebben geleefd
zij hebben geleefd
ik leefde
jij leefde
hij leefde
wij leefden
jullie leefden
zij leefden
ik had geleefd
jij had geleefd
hij had geleefd
wij hadden geleefd
jullie hadden geleefd
zij hadden geleefd
ik zal leven
jij zult leven
hij zal leven
wij zullen leven
jullie zullen leven
zij zullen leven
ik zal geleefd hebben
jij zult geleefd hebben
hij zal geleefd hebben
wij zullen geleefd hebben
jullie zullen geleefd hebben
zij zullen geleefd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij leef

Translation

Effortlessly translate leven to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb