koelen | conjugation

Dutch verb 'koelen' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou koelen
jij zou koelen
hij zou koelen
wij zouden koelen
jullie zouden koelen
zij zouden koelen
ik zou gekoeld hebben
jij zou gekoeld hebben
hij zou gekoeld hebben
wij zouden gekoeld hebben
jullie zouden gekoeld hebben
zij zouden gekoeld hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik koel
jij koelt
hij koelt
wij koelen
jullie koelen
zij koelen
ik heb gekoeld
jij hebt gekoeld
hij heeft gekoeld
wij hebben gekoeld
jullie hebben gekoeld
zij hebben gekoeld
ik koelde
jij koelde
hij koelde
wij koelden
jullie koelden
zij koelden
ik had gekoeld
jij had gekoeld
hij had gekoeld
wij hadden gekoeld
jullie hadden gekoeld
zij hadden gekoeld
ik zal koelen
jij zult koelen
hij zal koelen
wij zullen koelen
jullie zullen koelen
zij zullen koelen
ik zal gekoeld hebben
jij zult gekoeld hebben
hij zal gekoeld hebben
wij zullen gekoeld hebben
jullie zullen gekoeld hebben
zij zullen gekoeld hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij koel

Translation

Effortlessly translate koelen to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb