breken | conjugation

Dutch verb 'breken' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou breken
jij zou breken
hij zou breken
wij zouden breken
jullie zouden breken
zij zouden breken
ik zou gebroken hebben
jij zou gebroken hebben
hij zou gebroken hebben
wij zouden gebroken hebben
jullie zouden gebroken hebben
zij zouden gebroken hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik breek
jij breekt
hij breekt
wij breken
jullie breken
zij breken
ik heb gebroken
jij hebt gebroken
hij heeft gebroken
wij hebben gebroken
jullie hebben gebroken
zij hebben gebroken
ik brak
jij brak
hij brak
wij braken
jullie braken
zij braken
ik had gebroken
jij had gebroken
hij had gebroken
wij hadden gebroken
jullie hadden gebroken
zij hadden gebroken
ik zal breken
jij zult breken
hij zal breken
wij zullen breken
jullie zullen breken
zij zullen breken
ik zal gebroken hebben
jij zult gebroken hebben
hij zal gebroken hebben
wij zullen gebroken hebben
jullie zullen gebroken hebben
zij zullen gebroken hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij breek

Translation

Effortlessly translate breken to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb