Waarom heb je spijt van iets dat je niet gedaan hebt?

Het spijt me, ik hou van je.

Het spijt me zeer.

Ik heb spijt dat ik daarheen gegaan ben.

Ik wil er niet de rest van mijn leven spijt van hebben.

Het spijt mij dat ge weggaat.

Na zes maanden in China zul je je realiseren dat je spijt hebt dat je die pizza niet hebt aangenomen voordat je vertrok.

Het spijt mij, maar deze informatie mogen we niet prijsgeven.

Het spijt mij wat ik gedaan heb.

Het spijt me zeer dat ik zo laat ben!

Daar krijgt ge nog spijt van!

Het spijt me dat ik u heb laten wachten.

Bij een ouderling slaapt de spijt in en wordt enkel de gierigheid wakker.

Het spijt me voor haar.

Het spijt me dat te horen.

Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.

Het spijt me dat ik je vanavond niet kan ontmoeten.

Het spijt me dat ik vandaag niet met je mee kan gaan.

Het spijt mij dat ik dat gezegd heb.

Het spijt me, maar nu moet ik weg.

Goed. Het spijt mij.

Het spijt mij, mijn vader is niet thuis.

Het spijt mij dat ik te laat ben.

Spijt en droefheid dekken geen schuld.

Het spijt mij dat ik de afspraak op het laatste moment moet afzeggen.

Het spijt mij dat ik leraar geworden ben.

Het spijt mij dat ik de raad van de dokter niet opgevolgd heb.

Ik heb geen spijt van wat ik gedaan heb.

Wie geen vertrouwen heeft, heeft geen spijt.

Het spijt mij dat ik u tot voor enkele minuten voor een leugenaar gehouden heb.

Het spijt mij, maar het is niet mogelijk.

Het spijt mij u te moeten meedelen dat u niet bent toegelaten.

Het spijt me zeer, maar de vlucht is vol.

Het spijt me, ik heb geen wisselgeld.

Het spijt me, maar ik moet nu naar huis gaan.

Ik heb er spijt van dat ik dat tegen hem heb gezegd.

Het spijt me erg om dat te horen.

Het spijt mij dat ik ernaartoe geweest ben.

Het spijt mij dat ik de kans gemist heb haar te ontmoeten.

Je kunt er wel spijt van hebben, maar daar schiet je nu niets mee op.

Het spijt hem dat hij niet harder gewerkt heeft op school.

Het spijt me dat ik de oesters gegeten heb.

Het spijt me werkelijk.

Tom heeft geen spijt.

Het spijt me dat ik je mail per ongeluk opende.

Er is niets om spijt van te hebben.

Wat als het je spijt?

Het spijt me dat ik je aan het huilen heb gemaakt.

Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.

Het spijt me dat ik je zoveel problemen heb bezorgd.

Het spijt me heel erg.

Het spijt me, ik ben vergeten mijn huiswerk te doen.

Het spijt me dat ik je zo lang niet geschreven heb.

Het spijt me, maar dat is simpelweg onmogelijk.

Ik heb echt spijt van wat ik gisteren tegen haar zei.

Het spijt me dat ik je niet eerder kon schrijven.

Ik heb geen spijt u te ontmoeten.

Ik heb er spijt van dat huis niet te hebben gekocht.

Wat spijt je?

Wat spijt u?

Het spijt me dat ik je hierbij betrokken heb.

Wat zei je? Het spijt me, ik was in gedachten verzonken.

Het spijt me dat ik vandaag niet kan komen.

Het spijt me dat je weggaat.

Het spijt me echt.

Het spijt me. De lijn is bezet. Zal ik opnieuw bellen?

Het spijt me echt dat ik jou dat verteld heb.

Het spijt me, maar ik laat geen mensen binnen die ik niet ken.

Neen, ik heb nergens spijt van.

Het spijt me maar ik kan niet gaan.

Ik heb er geen spijt van dat ik hier gekomen ben.

Het spijt me dat je zo denkt.

Ik wil zeggen dat het me spijt.

Het spijt me. Kunt u zich even omdraaien?

Het spijt me. Kun je je even omdraaien?

Het spijt me dat ik geboren ben!

Ik heb er spijt over weggegaan te zijn.

Het slechte weer ten spijt is hij toch gekomen.

Hij is spijt dezes toch gekomen.

Eens zal hij daar spijt van krijgen.

Het spijt me dat ik zomaar binnenval, maar je gsm stond uit.

Het spijt me, maar Tom heeft gelijk.

Het spijt me, ik kan je nu niet helpen. Ik ben bezig.

Het spijt me van je partner.

Ik zag jullie niet, het spijt me.

Ik zou er spijt van moeten hebben, maar dat heb ik niet.

Het spijt me, ik heb geen enkel idee.

Het spijt me, maar ik kan niet lang blijven.

Het spijt me dat ik niet de gelegenheid heb om vanavond op deze punten in te gaan.

Tatoeba is op het ogenblik niet bereikbaar. Het spijt ons voor het ongemak. Je kunt onze blog of Twitter raadplegen voor meer informatie.

Het spijt me, mijnheer. We sluiten vroeg vandaag.

Het spijt me, ik kan u nergens mee helpen.

Het spijt me als ik je gekwetst heb.

Het spijt me als ik u gekwetst heb.

Het spijt me, alles is uitverkocht.

Ik heb spijt om wat ik gedaan heb.

Ik had al spijt van dat fatale ja-woord dat ik voor de burgemeester had uitgesproken.

Het spijt me. Ik moet ervandoor.

Het spijt me dat ik te laat was.

Het spijt me dat ik je gekwetst heb.

Het spijt me, ik denk niet dat ik zal kunnen.