Dutch example sentences with "zeker"

Learn how to use zeker in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik weet zeker dat ze snel terugkomt.

Hij weet zeker dat hij komt.

Weet je het zeker?

"Weet jij waar mijn sleutel is? Ik zie hem nergens." "Dan kijk je zeker met je neus, want hij ligt gewoon op tafel."

Ik weet zo één, twee, drie niet waar ik het heb gelaten, maar ik weet zeker dat ik het vandaag nog in mijn handen heb gehad.

Ik heb zeker het verkeerde nummer.

Ik weet het zeker.

Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?

Ik weet niet zeker hoe lang we moeten wachten.

In deze wereld kan niets zeker genoemd worden, behalve de dood en belastingen.

Er zal zeker bezwaar zijn tegen je voorstel.

Hoe kunnen we zeker zijn van zijn eerlijkheid?

Hij is zeker weten de beste man voor deze baan.

Ze is zeker druk bezig.

Mijn broer is zeker ziek.

Ik weet dat je denkt dat je hebt begrepen wat je dacht dat ik gezegd heb, maar ik weet niet zeker of je je wel gerealiseerd hebt dat wat jij gehoord hebt niet is wat ik bedoelde.

Hij is zeker ouder dan zestig.

Ik weet zeker dat hij deel zal nemen aan de competitie.

Wij verlaten zeker en vast dit land.

"U heeft een dure smaak!" riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"

Eten met een gezin in Peking, skilopen met een goede vriend in Polen, met een hartsvriendin in Belgrado wonen - dat zou ik zeker niet gedaan hebben zonder Esperanto.

Ga zeker onmiddellijk naar daar.

Als je als antwoord op een vraag zegt "misschien!" dan betekent dat "zeker!".

Dit gezegd zijnde, moet ik eraan toevoegen dat ik er zelf ook niet helemaal zeker van ben.

Uw plan zal zeker lukken.

Eens droomde Zhuangzi dat hij een vlinder was, maar toen hij wakker werd, was hij niet zeker of hij Zhuangzi was die gedroomd had een vlinder te zijn, of dat hij een vlinder was die nu droomde Zhuangzi te zijn.

Ik ben zeker dat hij zal winnen.

Ik ben er niet zeker van. Dat hangt ervan af.

Morgen gaan alle goederen zeker naar de bestellers.

Zeker. Veel geluk!

Ik ben zeker dat haar nooit eerder heb gezien.

Ik ben te laat zeker?

Het is zeker dat hij geslaagd is in het examen.

Ge moet zeker tegen zondag klaar zijn.

Bill zal zeker winnen.

Ge waart laat zeker?

Hij wordt zeker gestraft.

Er is slechts één plaatsje in het heelal dat je zeker kan verbeteren en dat is jezelf.

Ik ben er zeker van dat ik hem al eerder gezien heb.

Ik ben er zeker van dat hij komt.

Leer nooit iets aan een kind, als ge er zelf niet zeker van zijt.

Ik denk dat hij gaat komen, maar ik ben niet heel zeker.

Ik ben niet zeker of ik zou thuisblijven of uitgaan.

Ik ben zeker dat mama kwaad zal zijn.

Ik ben zeker dat hij in mij mijn zus dacht te herkennen.

Ik ben er zeker van.

Ik ben zeker dat ik ga winnen in de tenniswedstrijd.

Hij is nog niet aangekomen zeker?

Zijt ge zeker?

Ge hebt maanden hard gewerkt, en ge verdient zeker een vakantie.

Zeker.

Ge verstaat het wel zeker?

Het is zeker mogelijk dat ik ongelijk heb.

Ik heb het zeker gezegd, maar dat was niet wat ik wou zeggen.

Zonder water zouden we zeker onmiddellijk sterven.

Tom was zeker de beste zwemmer van ons allemaal.

Dat zal zeker mislukken.

Ik wil zeker Kumiko ontmoeten.

Iedereen was er zeker van dat hij het was die het gedaan had.

Hoe kan je er zeker van zijn dat je vriendin geen orgasme veinst?

Ik ben zeker dat we een oplossing zullen vinden.

Hij is zeker te slagen in het komende examen.

Kom zeker!

Zijt ge zeker dat ge niets vergeten zijt?

Zeker. Hoe veel?

Dinsdag was het zeker koud.

We zijn zeker van zijn succes.

Ik weet zeker dat hij komt.

Dat is zeker een mogelijkheid.

Niemand kon zeker weten wat er dan zou gebeuren.

Ze komt zeker goed overeen met mijn grootmoeder.

Hier ben ik niet zeker van.

Hij zal zeker komen.

Hij wordt zeker een goede arts.

Weet u dat zeker?

Uw ouders zijn niet gekomen zeker?

Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.

Ik ben niet zeker wanneer hij terug zal zijn.

Hij zal zeker slagen in het volgende examen.

Ge rookt niet zeker?

Ik ben zeker van wat ik zeg.

Er zit zeker een vijs los?

Hij zal zeker enkele weken in Tokio blijven.

Dat zal ik zeker doen.

Dit is zeker de beste manier.

Als hij ooit naar zijn geboorteland terugkeert, zal hij zeker de plaats bezoeken waar zijn grootvader opgroeide.

Kom hier zeker altijd voor vijf uur.

Ik ben zeker dat hij kwaad zal zijn.

Maandag is zeker niet mijn favoriete dag van de week.

Ik weet zeker dat hij intelligent is.

Frans praten is een zeker middel om de verkiezingen in de VS te verliezen.

Hij wordt zeker vroeg of laat president.

Het is niet helemaal zeker.

Mijn vroegere lerares Engels draait zich nu zeker weten om in haar graf.

Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden.

Ik heb wel zin om een film te gaan kijken, maar ik weet niet zeker of ik tijd heb.

Hij is zeker weten geen heer.

Ik weet zeker dat hij naar Tokio is gegaan.

Ik weet niet zeker wanneer hij op komt dagen.

Ik weet zeker dat Tom het niet erg vindt.

Ik weet zeker dat we veel gemeen hebben.

Also check out the following words: oorzaak, ongeval, mijn, ouders, studeren, buitenland, oorsprong, Olympische, Spelen, berg.