Dutch example sentences with "zie"

Learn how to use zie in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Doe het licht aan. Ik zie niks.

Ik zie u graag.

Ik zie tranen in je ogen.

Ik zie vuurwerk!

Ik maak verre reizen, zie vreemde landen, doe dingen die ik nooit eerder deed.

"Weet jij waar mijn sleutel is? Ik zie hem nergens." "Dan kijk je zeker met je neus, want hij ligt gewoon op tafel."

Als je goed kijkt, zie je niks.

De bakker is geweldig. Ik zie wel brood in hem.

Ik zie Dana en Corina.

Ik zie Dan en Andrei.

Ik zie Dana.

Ik zie Dan.

Zie je een schip aan de horizon?

Ik zie hem de laatste tijd bijna nooit.

"Ho, hemel!" riep de moeder uit, "wat zie ik? Haar zuster is de schuld van alles; ik zal haar dat betaald zetten!"

Ik zie graag heldere kleuren.

Ik zie hem soms op tv.

Ik zie een leeuw.

Ik zie een boek op tafel.

Ik zie een bloem op de tafel.

Ik zie de kerel.

Ik zie dat ge een nieuwe hoed hebt.

Ik ben heel gelukkig dat ik u zie.

Ik zie hem morgennamiddag.

Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.

Altijd als ik die dichtbundel zie, denk ik aan u en onze woorden over de dichter.

Ik zie geen verschil.

Zie algemene voorwaarden op keerzijde.

Ik zie de vrienden en groet hen.

Telkens als ik hem zie, zegt hij "Goeiedag!".

Ik zie u graag, schat.

Ik zie ze allemaal graag.

Ik zie hem nog liever omdat hij zo schuchter is.

Ik zie vuurwerk.

Het gezicht van de vijand maakt mij bang, want ik zie de gelijkenis met het mijne.

Ik zie dat gij een patriot zijt.

Zie hierboven.

Als je goed kijkt dan zie je dat de doos een valse bodem heeft.

Dit is de laatste keer dat ik hem bij u zie.

Ik zie u morgen in de bibliotheek.

Ik zie een huis.

"Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer opraapte en zag.

"Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer en zaag opraapte.

Ik zie haar een keer per week.

Ik zie hem liever en liever.

Ik zie een lichtpunt, maar ik kan u niet zeggen in welk kleur.

Ik zie dode mensen.

Ik zie je morgenochtend om negen uur.

Ik zie ze.

Zie je tenminste de brug?

Ik zie het huis.

Ik zie een rood en een wit blad papier.

Ik zie het boek.

Wanneer ik je ook zie, ben ik gelukkig.

OK. Ik zie waar je naartoe gaat.

Zie je hem vaak?

Ik zie je morgen in de bibliotheek.

Ik zie het licht.

Ik zie een heer en een dame.

Hier zie je weer een bevestiging van een oude waarheid: Oorlog baart nooit nut.

Wat zie je er vreselijk uit, wat is er gebeurd?

Ik zie geen enkele reden waarom ik me zou moeten verontschuldigen.

Als ik u zie, laat mijn hart weten dat ik verliefd ben.

Ik zie een vrouw en twee honden in de auto.

Ik zie een licht.

Als ik haar nog eens zie, zal ik haar herkennen.

Zie de feiten onder ogen!

Hoe oud zie ik eruit?

Ik zie haar zelfs in mijn dromen.

Ik zie een meisje staan onder die boom.

Ik hoor je, maar ik zie je niet.

Ik glimlach elke keer als ik haar zie.

Ik zie niet wat er veranderd is.

Ik zie nog altijd niets.

Ik zie wat je bedoelt.

Ik zie je maandag.

Ik zie ze vanavond.

Wanneer ik bloed zie, voel ik me slecht.

Als ik je zie, denk ik altijd aan je moeder.

Ik zie geen enkel verband tussen jouw probleem en het mijne.

Ten derde zie ik hier talrijke afgevaardigden die de BSE-crisis gebruiken om het Europa van het Verdrag van Maastricht kapot te maken.

Ik zie niets.

Ik zie dat je een nieuwe hoed hebt.

Zie je de wasbeer?

Ik zie iets wat jij niet ziet, en het is blauw.

Ik zie een kroon.

Ik zie een jongen.

Ik zie die jonge man wel zitten.

Ik ben nu zo dronken dat ik twee toetsenborden zie.

Waar zie je hem?

Ik zie je overmorgen.

Zie, wat hij ons heeft aangedaan vandaag.

Ik zie je daar.

Weet je wat ik hier zie?

Zie je? Dat was toch niet zo moeilijk.

Voor deze keer zie ik het door de vingers.

Zie je mijn vader?

Ik zie dat je wakker bent.

Ik zie Tom vanavond.

Zie je de kroon?

Ik zie je af en toe.

Also check out the following words: tanden, tweemaal, per, dag, handig, station, liefde, jaloezie, Zwitserland, neutraal.