Dutch example sentences with "hoed"

Learn how to use hoed in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Zijn hoed zag er heel grappig uit.

Toen hij de vrouw ontmoette, lichtte hij zijn hoed op om haar te begroeten.

Met de hoed in de hand komt men door het ganse land.

Hij draagt een hoed.

Deze hoed is te klein voor jou.

Hij koopt een oude hoed.

Hier ligt de hoed van de vader.

Ze draagt een hoed.

Deze hoed is iets te klein voor mij.

Ik zie dat ge een nieuwe hoed hebt.

Breng mijn hoed.

Toen hij mij zag, nam hij zijn hoed af en groette mij.

Welke hoed hebt ge graag?

De hoed vloog weg met de wind.

Zet uw hoed op!

Jim heeft een witte hoed op.

Mijn vrouw wil dat ik mij van die schattige oude hoed ontdoe.

De bruine hoed is oud.

Hij ging de kamer in met zijn hoed af.

Ik hou niet van die hoed.

Mijn vrouw heeft me opgedragen deze oude hoed weg te gooien.

Zet alstublieft uw hoed af.

Ik zet mijn hoed af.

Hij heeft een hoed op.

Ik vond nergens mijn rode hoed.

Mijn vader heeft die hoed voor mij gekocht.

Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.

Ze gooiden hun hoed omhoog in de lucht.

Deze hoed is van mij.

Ze draagt nu al een maand dezelfde hoed.

Ik ben erg gehecht aan deze oude strooien hoed.

Hij kan zijn hoed niet vinden.

Ga niet zonder hoed.

Ga niet zonder hoed uit.

Die hoed staat me goed.

Je moet je hoed afnemen in de kamer.

U moet uw hoed afnemen in de kamer.

Deze hoed staat je goed.

Hij zette zijn hoed af.

Ik zie dat je een nieuwe hoed hebt.

Je moet je hoed afzetten in de kamer.

Zet je hoed af wanneer je een klaslokaal binnenkomt.

Deze hoed is te klein voor mij.

De vrouw trok veel aandacht met haar excentrieke hoed.

Hij had een bepaald maffe hoed op.

Waarom hebt gij altijd die hoed op?

Die meneer draagt meestal een hoed.

Waarom heb je altijd die hoed op?

Waar is je hoed?

Een dikke kat met een hoed op, zat op een mat, en droomde ervan een rat te vangen, of een vleermuis.

Ik heb voor mijn zuster een nieuwe hoed gekocht.

Ze droeg een zwarte hoed.

Tom nam zijn hoge hoed af en stapte in zijn auto.

Neem uw hoed af.

Breng je hoed mee wanneer je naar ons komt.

Hoeveel kost deze hoed?

Tom draagt een hoed.

Hij zette een hoed op.

Geef me mijn hoed terug.

Ik merkte dat ze een nieuwe hoed droeg.

Ik merkte dat ze een nieuwe hoed gedragen had.

Tom draagt bijna altijd een hoed.

Tom heeft altijd een hoed op.

Haar hoed zag er heel grappig uit.

Ze heeft een hoed op.

Ik heb een hoed gekocht.

Ik kocht een hoed.

Doe je hoed op.

Welke hoed is van jou?

Welke hoed vind je leuk?

Wat voor hoed vind je leuk?

Wat voor hoed hou je van?

Ga niet weg zonder hoed.

Ga niet naar buiten zonder hoed.

Ze droeg een rare hoed.

Zet je hoed af.

Doe je hoed af.

Ik draag vaak een hoed

Ik deed mijn hoed op.

De hoed past me.

Ik heb deze hoed gekocht toen ik in Boston was.

Hij veegde zijn hoed.

Controleer je hoed.

Neem deze hoed.

Breng een hoed.

Is deze hoed van jou?

Hij kocht een hoed.

De hoed is van jou.

Deze hoed is van jou.

Waar is mijn hoed?

Tom droeg een hoed.

Is dat mijn hoed?

Geef me deze hoed.

Ik hou van jouw hoed.

Ik hou van uw hoed.

Ik haat haar hoed.

Ik haat zijn hoed.

Ik heb een hoed nodig.

Tom kocht een hoed.

Vindt ze mijn hoed leuk?

"Haal uw hoed op," zei hij. "Wenst u dat ik kom?" "Ja, als u niets beters te doen hebt."

Also check out the following words: auto, naar, Chicago, gegaan, politie, onderzoekt, oorzaak, ongeval, mijn, ouders.