Dutch example sentences with "zal"

Learn how to use zal in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik zal jou dit boek geven.

Er bestaat geen twijfel over wie er gekozen zal worden.

Tijdens de volkstelling zal "Trasjanka" gelijkgesteld worden aan Wit-Russisch.

Dit is Millers nieuwste boek, en we hopen dat het niet het laatste zal zijn.

Ik zal jullie vandaag verder niets vragen.

Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.

Ik zal proberen om elke dag lichamelijke oefeningen te doen.

Ik zal u direct de rekening brengen.

Ik zal je wat foto's laten zien.

Ik zal je de stad laten zien.

Ik zal het nooit meer doen.

Zal ik uw jas dragen?

Hij zal op je wachten.

Dat zal niet gebeuren.

De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.

Dat zal € 30,- kosten.

Ik zal jullie wat foto's laten zien.

Ik zal je vandaag verder niets vragen.

Dat zal niets aan de zaak veranderen.

De bijeenkomst zal gehouden worden, ongeacht het weer.

Ik zal je aan mijn moeder voorstellen.

Er zijn altijd dingen die ik nooit zal leren, ik heb de eeuwigheid niet voor de boeg.

Het lijkt erop dat het deze zomer opnieuw koud zal zijn.

Ik zal je nooit vergeten.

In tien jaar zal onze stad sterk veranderen.

Het zal schade aanrichten aan de oogst.

Doe je best en het zal je lukken.

Vraag en u zal gegeven worden.

Zoals iemand leeft, zo zal hij ook sterven.

De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.

Welk team zal waarschijnlijk winnen?

Welk team zal de wedstrijd winnen?

De ceremonie zal morgen plaatsvinden.

Toe maar, kom maar bij me. Ik zal je heus niet opeten.

Dit boek zal je goed van pas komen.

Als je glimlacht, zal ik gelukkig zijn.

Ik zal je een goed advies geven.

Hij werkt niet alleen niet, maar zal ook geen baan vinden.

Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.

De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.

Ik vraag me af wat het eerste land zal zijn dat Tatoeba zal censureren.

Ik vraag me af wat het eerste land zal zijn dat Tatoeba zal censureren.

Ik zal wel een fout gemaakt hebben.

"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?

Net als veel anderen, zal ze hem bedriegen.

Ik zal het hem vragen als hij komt.

Ik zal hem vragen of hij komt.

Ik zal hem het boek morgen geven.

Ik zal haar het boek morgen geven.

Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.

Ik zal je missen wanneer je weg bent.

Ik zal je hulp nodig hebben.

Bogdan heeft gezegd dat hij daar morgen zal zijn.

Er zal zeker bezwaar zijn tegen je voorstel.

De voorraad zal spoedig op zijn.

Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.

Zal ik iets warms te drinken voor je maken?

Het heeft niks met mij te maken, staat gelijk aan dat ik hier niet hoef te zijn. Daarom ga ik hier weg, ongeacht wat er gezegd zal worden.

Als men deze moderne machine gebruikt, zal men werkkracht besparen.

Professor Jones zal komend jaar met pensioen gaan.

Als je eens in de problemen mocht zitten, zal ik je helpen.

Dat zal papa niet leuk vinden.

Ik zal het nog een keer proberen.

Door op deze knop te drukken zal het raam automatisch openen.

Het zal meer dan 10.000 yen zijn.

Yumi zal geen tennis spelen, toch?

Als je weggaat, zal ik je heel erg missen.

Hij zal waarschijnlijk niet kunnen werken.

Wat zal er van Japan terechtkomen?

Wanneer zal je terugkomen naar school?

Hij zal waarschijnlijk zo terug zijn.

Ik weet niet of ik tijd zal hebben om het te doen.

Ik zal je zoveel als ik kan helpen.

Wie zoekt, zal vinden.

Kalmte zal je redden.

Wie wind zaait, zal storm oogsten.

Het aantal muffins dat je krijgt, zal omgekeerd evenredig zijn aan het aantal keer dat je op IRC praat.

Ik zal je roepen om zeven uur.

John zal een goede echtgenoot en vader zijn.

Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.

Ik zal handhaven.

Zwemmen zal de hoofdactiviteit zijn in de volgende Olympische Spelen.

Ik geloof in geestelijke kracht en zal je nooit verlaten.

Ja, ik zal waarschijnlijk thuis blijven.

Het zal veel warmer worden in maart.

Ik weet zeker dat hij deel zal nemen aan de competitie.

Ooit zal ik rennen als de wind.

Welk team zal winnen?

Ik zal je om zeven uur bellen.

Het volgende concert zal in juni zijn.

Dit medicijn zal je huidziekte genezen.

Ik zal er morgen zijn.

Je zal langer leven als je niet rookt.

Ik zal er aan elk drie uitdelen.

Het valt te betwijfelen of deze methode zal werken.

Je zal binnenkort gewend zijn aan Japans voedsel.

Volgens haar zal hij niet gaan.

"Waar zal ik hierna heen gaan?" zei ze tegen zichzelf.

Ik zal jou persoonlijk bezoeken.

Ik zal je morgen bezoeken.

Also check out the following words: strooizout, ingeslagen, wetering, bomijs, dakrand, ijspegels, schitterend, dooi, ijsschotsen, poesje.