Dutch example sentences with "jou"

Learn how to use jou in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik zal jou dit boek geven.

Mogen we bij jou overnachten?

Dan ga ik wel sudokuspelen, in plaats van jou nog verder te storen.

Verwacht niet dat anderen voor jou denken.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

Als jij nou zegt: "Ik hou van jou," dan zeg ik dat ook tegen jou.

Als jij nou zegt: "Ik hou van jou," dan zeg ik dat ook tegen jou.

Welke zak is van jou?

Welke tas is van jou?

En met jou, hoe gaat het met jou?

En met jou, hoe gaat het met jou?

Als je €30 in je la vindt, dan komt dat doordat ik te veel bankbiljetten had en ze daarom bij jou gelaten heb.

De opmerking was naar jou toe gericht.

Tussen jou en mij, Toms idee trekt me niet zo aan.

Ik ben geen vrouwenhater; en als ik het was, zou ik voor jou een uitzondering maken.

Wat zou ik toch moeten beginnen zonder jou?

Goed, en met jou?

Ik kon des te meer van mijn vrije dag genieten door met jou samen te zijn.

Tussen jou en mij, Lisa, we weten dat ik Nick simpelweg niet mag.

Is die zwarte zak van jou?

Zonder jou kan ik niet leven.

Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.

Hij houdt net zoveel van jou als ik.

Vorm een rij die één meter ver is van de rij voor jou.

Om jou de waarheid te vertellen, ik ben jouw pen verloren.

Heeft hij jou ten huwelijk gevraagd?

We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.

Ik wil jou iets raars vertellen.

Ik zal jou persoonlijk bezoeken.

Een man genaamd mijnheer Itoh wil jou ontmoeten.

Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.

Sorry, ik kan jou mijn naam niet vertellen. Het is te onfatsoenlijk.

Ik ben verliefd op jou.

Hij is kwaad op jou omdat je hem beledigd hebt.

Dit document is alleen voor jou bestemd.

Misschien had ze het wel niet over jou.

"Noobs," stelde Al-Sayib. "Als 25 mensen door jou vermoord zijn, Dima, dan moeten het wel noobs geweest zijn."

Deze hoed is te klein voor jou.

Ik ben eenzaam zonder jou.

Dit is een cadeau voor jou.

Voor jou weet ik het niet, maar voor mij is dat zeer zeer belangrijk.

Ik weiger door jou als slaaf behandeld te worden.

Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.

Het is wel goed met jou!

Spijtig genoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.

Wanneer ik dit lied hoor, denk ik aan jou en mis ik je.

Kom, Emilia! Je vader wacht op jou.

Ik ben verbaasd om jou hier te zien.

Ik heb geen tijd voor jou.

Ik zou graag de tijd doden met jou aan mijn zijde.

Ik hou meer van jou dan jij van mij.

Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?

Ik hou van jou, schatje.

Ik denk alleen aan jou.

Welke is van jou?

Hij is woedend op jou.

Ik werk voor jou.

Met jou is het hele jaar door zomer.

Ik ben gek op jou.

Mijn voeten zijn klein vergeleken met die van jou.

Hier is een brief voor jou.

Ik heb geen geheimen voor jou.

Zonder jou ben ik niets.

Wat een verrassing om jou hier tegen te komen!

Een zekere 'Henry' wilde jou zien.

Ga om met de anderen, zoals je wil dat de anderen met jou omgaan.

Ik schrijf een lange brief naar jou, omdat ik geen tijd heb om een korte te schrijven.

Ik studeer hard, zodat ik jou kan doen werken.

Nu zou ik daar wensen te zijn, bij jou.

Ik verwacht niets van jou.

Hij is ongeduldig om jou te zien.

Deze jurk is goedkoper dan die van jou.

Het is aan jou om te besluiten wat te doen.

Ik laat het aan jou.

Dat zou ik niet doen als ik jou was.

Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.

Ik dacht aan jou.

Wat ze jou vertelden is het tegenovergestelde van wat ze mij gisteren vertelden.

Ik ben bezorgder om jou dan om de toekomst van Japan.

Ken ik jou?

Als ik jou was, zou ik harder leren.

Ik heb alle respect voor jou verloren.

Is dit van jou?

Als ik jou was, zou ik hetzelfde doen.

De vraag is misschien te ingewikkeld voor jou.

Ik heb iets dat van jou is. Waarom kom je niet hierheen om het terug te krijgen?

Ik heb jou gisteren gezien.

Is voor jou het ontbijt belangrijker dan ons project?

Het was heel grof van jou om zoiets te zeggen.

Dit boek is van jou.

Wie is volgens jou de beste trainer van de NFL?

Welke plastic tas is van jou?

Dit is van mij, en dit is van jou.

Is deze fiets van jou?

Ik weet niet hoe dat met jou zit, maar voor mij is het heel belangrijk.

Het is de belangrijkste zaak, die ik van jou geleerd heb.

Dat gaat jou totaal niets aan.

Waarom zijn mensen bang voor jou?

Zonder jou was mijn leven helemaal leeg geweest.

Misschien houdt Tom van jou.

Niemand kan jou vervangen.

Also check out the following words: kracht, Kasjtanka, ondertussen, spijt, verbaasd, harder, Verdragen, onverdraaglijk, brengt, verlegenheid.