Dutch example sentences with "af"

Learn how to use af in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

We vragen ons af waarom.

Er valt bijna een knoop van je bloes af.

Ze ruimde de tafel af.

De hond ging op de postbode af.

Ik droomde er al van jongs af aan van om banketbakker te worden.

Jammer dat ik niet hoef af te vallen.

Ik vroeg me af of je vandaag zou komen opdagen.

Morgen moet het werk af zijn.

Dat hangt af van de context.

Het is gemakkelijk om in de hel af te dalen.

Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben.

Het was geen goed idee om me af te melden.

Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.

Ik had net mijn huiswerk af, toen Ted me opbelde.

Geachte passagiers! Indien u het vervoermiddel betreedt zonder in het bezit te zijn van een geldig abonnement, stempel dan uw plaatsbewijs af vóór de volgende halte.

Ik vraag me af wat er gebeurd is.

Nog één stap en je valt van de klif af.

Ik weet niet wat ik van nu af aan moet doen.

"Wanneer kom je terug?" "Dat hangt helemaal van het weer af."

Als de bal je ergens anders dan op je hoofd of je handen raakt, ben je af.

Welja, veeg die vieze toet maar af aan je mouw. Ik heb nog niet genoeg wasgoed.

Ik heb mijn lessen af en ik wil slapen, maar het is alweer tijd om naar school te gaan...

Ik heb mijn werk al af.

Op uw plaatsen, klaar, af!

Ik vraag me af wat het eerste land zal zijn dat Tatoeba zal censureren.

Op je plaats, klaar, af!

Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.

We maakten het werk vlak voor tien uur af.

Heeft u het werk af?

Het is me gelukt het werk af te krijgen.

De deksel gaat er niet van af.

Ik vraag me af waarom hij er niet was.

Het is tijd om naar bed te gaan. Zet de radio af.

Het programma sluit af met het volkslied.

Ik vraag me af of de zeespiegel echt stijgt, wanneer het ijs op de Noordpool smelt.

Het oog ziet altijd van zich af.

Ik vroeg me af waarom de mensen mij aanstaarden.

Ik wacht af.

Hij sneed een stuk vlees af.

Ik vraag me af wie dat meisje is.

Ik vraag me af waarom hij te laat is.

Soms vraag ik me af of deze wereld er alleen in iemands hoofd is, en hij ons allemaal tot bestaan droomt. Misschien ben ik het zelfs wel.

Ik heb een week de tijd om mijn huiswerk af te maken.

Af en toe studeer ik Esperanto.

Af en toe at hij niet thuis.

"Zou het echt...?" vroeg Dima zich af. "Heb ik eindelijk de goede Al-Sayib te pakken?"

Ik tennis af en toe.

Ik wacht ongeduldig morgen af om je terug te zien.

Ik vraag mij af of hij in leven kan blijven met een zo klein loon.

Af en toe een meditatie van enkele minuten per etmaal helpt echt mijn welbevinden.

Op het labeltje aan mijn sjaal staat: "Binnenstebuiten wassen en strijken." Ik vraag me af hoe ik dat moet doen.

De hemel is bewolkt, af en toe komt de zon tevoorschijn.

Potverdikkeme nog aan toe! Hoe vaak moet ik je nou nog zeggen dat je daarvan af moet blijven?

Vanaf het moment dat ik deze ruimte binnenkwam, heb ik mijn ogen niet van je af kunnen houden.

Een zakdoek is bedoeld om je neus in te snuiten, maar je kunt hem ook gebruiken om je tranen mee af te vegen, of je kunt er een knoop in leggen wanneer je iets niet moet vergeten.

Hij ontkende er iets van af te weten.

Het nieuwsbericht beeldde de verdachte als schuldig af, hoewel hij onschuldig bevonden was.

Plotseling ging het brandalarm af.

Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.

Zodra hij zijn werk af had, ging hij naar huis.

De Verenigde Staten schaften de slavernij af.

Dat hangt van u af.

Ik ben er niet zeker van. Dat hangt ervan af.

Ik ben altijd blij als ik een stuk werk af heb.

Het is niet gemakkelijk van slechte gewoonten af te raken.

De spreker week af van het hoofdthema.

De zon liet zich af en toe eens even zien.

Hij gaat graag af en toe eens naar het strand.

Hoeveel tijd hebben we om dat af te maken?

Ik vraag mij af waarom hij te laat is.

Gelieve deze film te ontwikkelen en af te drukken.

Het schot ging per ongeluk af.

Handen af!

Uw hemdknoopje valt af.

De vrachtwagen draaide scherp af naar rechts.

Zij wendde de blik af.

Ze wees mijn verzoek af.

De wekker loopt af.

Japan hangt af van de olie van Arabische landen.

Op gebied van olie hangt Japan af van de Arabische landen.

Hij zette de motor niet af.

Het was heel wijs van hem het smeergeld af te wijzen.

Zij wendde haar blik af.

Ik vraag mij af waarom het hier vandaag zo vol is.

Of ge slaagt of niet, hangt af van uw eigen inspanning.

Ik heb schrik dat ik dat niet op tijd zal af krijgen.

Ik vraag mij af waarom tennis in minirokjes gespeeld wordt.

Ik moet eerst dit werk af hebben.

Mijn ouders raadden mij af alleen te rijden.

Ik vraag mij af of er iets met hem gebeurd is.

Toen hij mij zag, nam hij zijn hoed af en groette mij.

Stof het rek af.

Hij schrijft nog romans af en toe, maar niet zo veel als vroeger.

Ik vraag mij af van wie de schaar is.

Mijn oom bezoekt mij af en toe.

Zijn populariteit neemt af.

Ik heb heel mijn huiswerk af, en nu wil ik een beetje rusten.

Er zal niet veel tijd nodig zijn om dat werk af te maken.

We zouden de doodstraf af moeten schaffen.

Ik weet het niet. Het hangt af van de prijs.

Dat schrikt mij helemaal niet af.

Also check out the following words: LatijnsAmerika, stokjes, wonen, Afrika, Nabije, Oosten, Indonesië, India, verhaal, ander.