Wiskunde is het deel van de wetenschap waarmee je je nog steeds zou kunnen bezighouden als je 's morgens wakker zou worden en zou merken dat het heelal er niet meer is.

Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.

In theorie ben ik net met wiskunde bezig.

Ik vind wiskunde leuk.

Onze eerste les is wiskunde.

John is goed in wiskunde.

Ik was altijd al goed in wiskunde.

Behalve Engels geeft hij ook wiskunde.

Hij geeft les in wiskunde en ook in Engels.

Wiskunde neemt de eetlust niet weg.

Ik hou van wiskunde.

Ik doe liever Engels dan wiskunde.

Hij is beter dan ik in wiskunde.

Hij vroeg mij of ik van wiskunde hou.

Wiskunde en Engels zijn mijn lievelingsvakken.

Ik hou van natuurkunde, maar nog meer van wiskunde.

Hij heeft goede punten gehaald voor wiskunde.

Wiskunde is mijn lievelingsvak.

Wiskunde is als liefhebben - een eenvoudig idee, dat toch ingewikkeld kan worden.

Wiskunde is een gemakkelijk onderwerp voor mij.

Wiskunde heeft te maken met getallen.

Er zijn geen grenzen meer tussen zuivere en toegepaste wiskunde.

Ze hebben wiskunde gebruikt om de vorm van het universum vlak voor en na de oerknal te berekenen.

Wiskunde is moeilijk voor mij.

De zuivere wiskunde van vandaag is de toegepaste wiskunde van morgen.

De zuivere wiskunde van vandaag is de toegepaste wiskunde van morgen.

Algebra is een tak van de wiskunde.

Het symbool x staat in de wiskunde meestal voor een onbekende grootheid.

Hij is goed in wiskunde.

Tom houdt niet van wiskunde.

Sommigen zijn goed in Engels, en anderen in wiskunde.

Voor wiskunde bezetten ze de laatste plaats.

We interesseren ons voor wiskunde.

Wiskunde is haar zwakke punt.

In de wiskunde is het begrip "limiet" erg belangrijk.

In de wiskunde van de liefde is één plus één alles, terwijl twee minus één gelijk is aan nul.

Wiskunde is niet louter formules uit het hoofd leren.

Zij studeert wiskunde.

Ik ben gek op zowel wetenschap als wiskunde.

Wiskunde ligt aan de basis van elke wetenschap.

Ik heb ontdekt dat zij beter in wiskunde is dan ik.

„Quod erat demonstrandum” is een Latijnse zegswijze die veel in de wiskunde wordt gebruikt en die betekent: „wat moest worden bewezen”.

Wiskunde is een moeilijk vak.

Ik ben verschrikkelijk slecht in wiskunde.

Ik vind wiskunde moeilijk.

Ik ben redelijk goed in wiskunde.

Tom is beter dan ik in wiskunde.

Wiskunde is voor mij een makkelijk vak.

Copernicus studeerde wiskunde en sterrenkunde aan de universiteit van Krakau.

Ik was goed in wiskunde, totdat ze besloten het alfabet erin te mengen.

Wiskunde is haar lievelingsvak op school.

Wiskunde is leuk.

Dit zijn voor mij de hoofdvakken: Latijn en wiskunde - en uiteraard onze mooie moedertaal: de taal van Luther, Goethe, Kleist.

Waarom is wiskunde zo moeilijk?

Wiskunde is net zoals de logica van de natuurkunde.

Wiskunde is moeilijk.

Ik haat wiskunde.

Wiskunde maakt me bang.

Tom vindt wiskunde leuk.

Tom houdt van wiskunde.

Sami hield van wiskunde.

Hij studeert wiskunde.

Ik ben zwak in wiskunde.

Ik wil wiskunde studeren.

Ik moet wiskunde studeren.

Ik ben goed in wiskunde.

Hij is vreselijk in wiskunde.

Tom vindt wiskunde niet leuk.

Wij vinden wiskunde niet leuk.

Ik vind wiskunde niet leuk.

Wiskunde is mijn favoriete vak.

Ben je goed in wiskunde?

Bent u goed in wiskunde?

Zijn jullie goed in wiskunde?

Ik ben vreselijk in wiskunde.

Tom is goed in wiskunde.

Tom is vreselijk in wiskunde.

Hij is geïnteresseerd in wiskunde.

Waar is wiskunde goed voor?

Mijn lievelingsvak is wiskunde.

Mijn favoriete vak is wiskunde.

Tom is geïnteresseerd in wiskunde.

Ik weet niets van wiskunde.

Tom is niet goed in wiskunde.

Tom is heel goed in wiskunde.

Wiskunde is mijn minst favoriete vak.

Je was altijd goed in wiskunde.

Je was nooit goed in wiskunde.

Ik ben niet goed in wiskunde.

Hij studeerde Engels en daarna wiskunde.

Ik was nooit goed in wiskunde.

Tom is erg goed in wiskunde.

Hij is erg goed in wiskunde.

Zij is erg goed in wiskunde.

Ik ben erg goed in wiskunde.

Ik begrijp wiskunde niet.

Ben je niet goed in wiskunde?

Tom was niet goed in wiskunde.

Wiskunde en Engels waren mijn lievelingsvakken.

Wiskunde en Engels waren mijn favoriete vakken.

"Wiskunde is leuk." "Nee dat is het niet."