Dutch example sentences with "tien"

Learn how to use tien in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Hij wachtte op hem tot tien uur.

We moesten tien minuten op hem wachten.

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

Het is tien voor half elf.

Ik blijf hier tot tien uur.

In tien jaar zal onze stad sterk veranderen.

Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.

Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.

's Avonds ga ik om tien uur naar bed.

We moeten nog tien mijl lopen voor zonsondergang.

Wacht op mij. Ik ben er over een minuut of tien.

Het is precies tien uur.

We maakten het werk vlak voor tien uur af.

Kom om precies tien uur.

Ik ben om tien uur terug.

Ik ben niet de persoon die ik tien jaar geleden was.

De bushalte is hier tien minuten lopen vandaan.

Hij komt over tien minuten.

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.

Het kost slechts tien dollar!

Lori stelde voor tien minuten te pauzeren.

De trein is vandaag tien minuten te laat.

Na tien minuten gingen ze over op een volgend thema.

Ik was bijna tien toen mijn ouders mij een wetenschapsset cadeau deden voor Kerstmis.

Laat de thee tien minuten trekken.

Nadat hij tien seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd, hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"

Ik ben je tien dollar schuldig.

Nadat hij ditmaal twintig seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd - want als hij tien seconden lang had geluisterd, zou dit een dubbele zin zijn - hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"

Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest.

De bus kwam tien minuten te laat.

De film begint om tien uur.

Acht is vier vijfde van tien.

Ik heb tien pennen.

Tien jaar zijn voorbijgegaan sinds zijn overlijden.

Meet tien keer, om een keer te snijden.

Zijn wedde is met tien procent verhoogd.

Mijn zus is tien centimeter groter dan ik.

De Chinese regering publiceert dagelijks vijf tot tien berichten in Esperanto op esperanto.china.org.cn.

Het vuur heeft tien huizen vernietigd.

Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.

Ik ben niet meer dezelfde als tien jaar geleden.

Haar zorgen maakten haar tien jaar ouder.

Na tien minuten was alles terug in orde.

Er zijn al tien jaar voorbij sinds ik naar Japan gekomen ben.

Voordat we naar Tokio kwamen hebben we tien jaar in Osaka gewoond.

Hij legt elke week tien dollar opzij.

Laten wij tien minuten pauze nemen.

Mijn huis is te voet op tien minuten van het station.

Deze cd kost tien dollar.

Ken heeft niet meer dan tien boeken.

Ik heb ten minste tien boeken.

Ze zijn tien jaar getrouwd.

Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.

Mijn trein vertrekt om zes uur en komt daar aan om tien uur.

Mijn vader is tien minuten geleden thuisgekomen.

Ik heb hier tien jaar gewerkt.

Het is al tien uur 's avonds.

Hij ging om tien uur naar bed zoals gewoonlijk.

Ik heb het boek gekocht voor tien dollar.

Dit hemd kost tien dollar.

De nieuwe E10-brandstof bestaat voor tien procent uit bioethanol.

Ik neem de trein van tien uur dertig.

Ik ben van plan de trein van tien uur dertig te nemen.

Beter een vogel in de hand, dan tien in de lucht.

Per dag krijg ik vijf frank, maar voor vandaag ben ik dubbel betaald, dat is dus tien frank.

Ons comité bestaat uit tien leden.

Iemand heeft voor u gebeld tien minuten geleden.

Er waren tien politieagenten op de plaats.

Jongeren tussen tien en twintig zijn Gods straf voor seks.

Ik moet u tien dollar.

Hij is meer gegoed dan voor tien jaar.

Ge kunt tien boeken lezen per week? Bedoelt ge niet per maand?

Over tien jaar zal onze stad erg veranderd zijn.

Hij zal over tien minuten terug zijn.

Mijn school ligt op ongeveer tien minuten van het station.

De laatste keer dat ik haar zag was tien jaar geleden.

Bij een bezoek aan mijn geboortestad deze zomer leek hij mij verschillend van wat hij was tien jaar geleden.

Nick is mij tien dollar verschuldigd.

Toen de grote aardbeving gebeurde, was ik pas tien jaar.

Het sneeuwde tien dagen aan een stuk.

Hij betaalde maar tien dollar voor het hemd.

Ik heb tien pennen meer dan jij.

Wacht tot ik tot tien tel.

Tien jaar zijn verstreken sinds zijn dood.

De eerste uitgave verscheen tien jaar geleden.

Ik sliep om tien uur 's avonds.

Om tien uur 's avonds slaap ik al.

Maak er mij maar tien bij.

Ik heb het gekocht voor tien dollar.

Ik heb tien dollar betaald voor dit boek.

Het was dus een jongen van tien jaar.

Ze kent tien keer meer Engelse woorden dan ik.

Hij kent tien keer meer Engelse woorden dan ik.

Voor het eerst in tien jaar ben ik teruggekomen naar mijn thuisstad.

Een idioot kan meer vragen stellen dan tien wijze mensen kunnen beantwoorden.

Je bent tien keer zwaarder dan ik.

Het was mij verboden uit te gaan na tien uur.

Hij is tien kilogram zwaarder dan ik.

Het kind telde er tien.

De leraar gaf ons tien vraagstukken als huiswerk.

Veronderstel dat ge tien miljoen yen zoudt hebben, wat zoudt ge doen?

Also check out the following words: stoute, verdwaalde, jongetje, heen, vriend, Omdat, arm, waren, opgericht, verdwenen.