Dutch example sentences with "naartoe"

Learn how to use naartoe in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ze gingen er allemaal naartoe.

Mijn hond volgt mij overal naartoe.

Niemand weet waar Bill naartoe is.

Zeg hem waar hij naartoe moet.

Hij gaat daar elke dag naartoe.

Gaat ge daar nooit naartoe?

Hij ging er persoonlijk naartoe.

Waar een tand pijn doet, daar gaat de tong naartoe.

Waar gaat ge naartoe?

Zij hebben niets waar ze naartoe kunnen gaan.

Waar zijt ge vorige zondag naartoe geweest?

Ik ga daar in uw plaats naartoe.

Het is beter daar niet naartoe te gaan.

Ik kan daar niet naartoe, want ik ben ziek.

Ze is daar gisteren naartoe gegaan.

Waar wilt ge naartoe?

Hij is daar met de fiets naartoe gereden.

Waar komen we vandaan, waar gaan we naartoe?

Ik vraag mij af waar uw broer naartoe is.

Alvorens ergens naartoe te gaan zouden we wat geld moeten wisselen.

Waar gaat ge naartoe, zotte reiziger?

Zondag ga ik nergens naartoe.

Waar is hij naartoe?

Tom gaat daar morgen naartoe.

Gaat ge daar met de bus of met de auto naartoe?

Waar ga je deze namiddag naartoe?

Ze vroeg waar ik naartoe ging.

Ik wil nergens naartoe.

Je moet er onmiddellijk naartoe gaan.

Goedendag! Waar wilt ge naartoe?

Ik ga daar om tien uur naartoe.

Waar gaan jullie naartoe?

Ik heb ook schrik, dus ga ik er niet naartoe.

U kunt overal naartoe gaan.

Ik wil ergens naartoe gaan in Europa.

Hij maakte het bekend waar de president naartoe was.

OK. Ik zie waar je naartoe gaat.

Weet jij waar hij naartoe is gegaan?

Het is goedkoper als je er met de bus naartoe gaat.

Ik ben er gisteren naartoe gegaan.

Waar ging Tom naartoe?

Waar gaan we naartoe?

Ga je deze zomer ergens naartoe?

Tom had de moed niet om daar in zijn eentje naartoe te gaan.

Tom denkt dat hij weet waar Mary naartoe is.

Tom zei dat hij weet waar Mary naartoe ging.

Ga er niet naartoe als je geen zin hebt.

Moet je er iedere dag naartoe?

Ik zal je volgen, waar je ook naartoe gaat.

Waar gaat die bus naartoe?

Waar gaan we naartoe na onze dood?

Waar hebt ge Tom naartoe gestuurd?

Waar gaat deze bus naartoe?

Ik weet niet waar je naartoe gaat.

De tuinen zijn zeer mooi in de lente, en we gaan er dikwijls naartoe.

Ik ga daar nog een keer per week naartoe.

Zijn moeder zal er niet mee akkoord gaan dat hij daar alleen naartoe gaat.

Tom wou weten waar we naartoe gingen.

Waar gaat deze trein naartoe?

Waar ga je in de zomervakantie naartoe?

Het was zo'n verschrikkelijke plaats, dat zelfs spoken er maar zelden naartoe gingen en dan altijd nog met zijn tweeën.

Tom kan nergens naartoe.

Ik kan er niet naartoe want ik ben ziek.

Ik besloten er met de trein naartoe te gaan.

Ik weet waar ze Tom naartoe brengen.

Is er een plek waar je naartoe wilt gaan?

Waar ga je naartoe?

Waar gaat u naartoe?

Waar brengt u mij naartoe?

Moet ik er echt naartoe?

Waar moeten we naartoe?

Weet jij waar Tom naartoe is gegaan?

"Waar gaat Tom naartoe?" - "Naar München."

Ik wil overal naartoe waar jij naartoe gaat.

Ik wil overal naartoe waar jij naartoe gaat.

Waar gaat dit naartoe?

Waar gaan we achteraf naartoe?

Waar gaat dit pad naartoe?

Waar leidt dit pad naartoe?

Ga ergens anders naartoe.

Neem Tom ergens mee naartoe.

Neem ons ergens mee naartoe.

Neem hen ergens mee naartoe.

Neem me ergens mee naartoe.

Neem hem ergens mee naartoe.

Neem haar ergens mee naartoe.

Ik wil daar niet terug naartoe.

Het restaurant waar we naartoe gingen was niet te duur.

Er waren veel islamitische kinderen op de school waar Sami naartoe ging.

Waar gaat de os naartoe?

Waar je ook naartoe gaat, vergeet me niet te schrijven.

Waar u ook naartoe gaat, vergeet me niet te schrijven.

Waar jullie ook naartoe gaan, vergeet me niet te schrijven.

Ongeacht waar je naartoe gaat, vergeet me niet te schrijven.

Ongeacht waar u naartoe gaat, vergeet me niet te schrijven.

Ongeacht waar jullie naartoe gaan, vergeet me niet te schrijven.

Jij beslist of we er wel of niet naartoe gaan.

Waar zullen we naartoe gaan? Naar het theater of de bioscoop?

Ik ging daar eergisteren naartoe.

Ik zal hem vragen waar hij vorige zondag naartoe gegaan is.

Waar gaan jullie dan naartoe?

Also check out the following words: langzaam, nevelige, bos, kaas, gemaakt, schapenmelk, vaderland, Duitsland, glas, betreft.