Dutch example sentences with "hulp"

Learn how to use hulp in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Zonder haar hulp had ik mijn opdracht niet volbracht.

Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.

Zijn trots weerhield hem ervan om hulp te vragen.

Ik heb je hulp nodig.

Ik zal je hulp nodig hebben.

Reken maar niet op zijn hulp.

Arnie, kan je volhouden totdat de hulp komt?

Dankzij de hulp van mijn moeder kon ik een mountainbike kopen.

Ze heeft hulp nodig.

Wij hebben zijn hulp nodig.

Vroeger, toen ik nog op turnen zat, heb ik ooit eens mijn enkel verstuikt toen ik alleen een flikflak probeerde te doen. Ik had dat nog nooit alleen gedaan, maar ik durfde geen hulp te vragen, omdat ik net in een nieuwe groep zat en nog niemand kende.

Wie zwemt in het geld, krijgt de meeste hulp.

"Dank voor je hulp." "Graag gedaan."

Hulp!

Ik kan u niet genoeg danken voor uw hulp.

Hij vroeg mij om hulp.

Erg bedankt voor uw hulp.

Bedankt voor uw hulp.

Wij hebben uw hulp nodig.

"Bedankt voor de hulp." "Geen dank."

We hebben het zo druk dat we alle hulp kunnen gebruiken.

Hij helpt gelijk wie die hem om hulp vraagt.

Zonder uw hulp zou hij niet geslaagd zijn.

De hongerlijders in Afrika hebben dringend hulp nodig.

Ze vroeg mij om hulp.

Uw broer vraagt om hulp.

Ik ben heel dankbaar voor uw hulp.

Ze riep om hulp.

Dank bij voorbaat voor uw hulp.

Wij kunnen uw hulp niet missen.

Ge kunt op zijn hulp niet rekenen.

Ik slaag er niet in hulp te krijgen van iemand.

Ik heb zijn hulp nodig.

Hulp! Is er niemand daar?

Hulp! Hij heeft mijn tas afgenomen!

Hulp! Ik verdrink!

Ze heeft onze hulp nodig.

Hij riep luid om hulp.

Voor de fonetische welluidendheid en voor de vertaling van dichtwerk is er veel mogelijk met de hulp van de 16-de regel van het Esperanto.

De hulp van het Internet tot de verspreiding van het Esperanto is enorm.

Mijn succes heb ik grotendeels te danken aan uw hulp.

Hij hoorde een schreeuw om hulp.

Op zijn hulp kan men niet rekenen.

Zonder uw hulp zou ik die crisis niet te boven zijn gekomen.

Een opgroeiend kind dat niet veel energie heeft, heeft mogelijk medische hulp nodig.

Ik heb hulp nodig.

Ik ben erg dankbaar voor je hulp.

Ik ben erg dankbaar voor uw hulp.

Je broer vraagt om hulp.

Het zou me niet gelukt zijn zonder zijn hulp.

Bedankt voor je hulp.

Ze vroeg om hulp, maar er kwam niemand.

Heb je onze hulp nodig?

Tom vraagt niet graag om hulp.

Tom houdt er niet van om hulp te vragen.

Zonder zijn hulp had ik het niet voor elkaar gekregen.

Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.

Ze was te trots om hem om hulp te vragen.

Hij was dankbaar voor uw hulp.

Heel veel mensen hebben hulp van een psycholoog nodig.

Tom vroeg om hulp.

Tom smeekte om hulp.

Zij heeft een voortreffelijke relatie met haar ouders en daarom kan zij altijd bij hen aankloppen als zij hulp nodig heeft.

Zonder hulp zou het me niet gelukt zijn.

Ik kan je niet genoeg bedanken voor jouw hulp.

Met de hulp van dokters, zal zij over de ziekte heen komen.

Ga voor hulp.

Ga hulp vragen.

Ik ben zeer dankbaar voor jouw hulp.

Een Engels boek kan ik lezen met de hulp van een woordenboek.

Zonder uw hulp was ik verdronken.

Ik besloot mijn vriend om hulp te vragen.

Ze zochten Toms hulp.

"Dank u wel voor de hulp." "Graag gedaan."

"Hulp, hulp!" riep ze.

"Hulp, hulp!" riep ze.

Ik hoop dat jullie hulp van hem krijgen.

Heb je hulp nodig?

Ken riep om hulp.

Poetin kondigt aan: „We zijn bereid de Russischsprekende burgers te helpen”. Maar hebben de Russischsprekenden ooit hulp gevraagd?

Ik denk dat we hulp moeten halen.

Hij heeft uw hulp echt nodig.

Je hebt onze hulp nodig.

Alle vrouwen die ik heb geïnterviewd, hebben psychologische hulp nodig.

Ik denk niet dat ik dit document zonder jouw hulp kan vertalen.

Ik denk niet dat ik in staat zal zijn om dit document te vertalen zonder jouw hulp.

Waarom vraag je Tom niet om hulp?

Er is hulp onderweg.

Ik ben hier om jouw hulp te vragen.

Ik ben hier om uw hulp te vragen.

Tom en Mary willen onze hulp.

Je hebt gewoon hulp nodig.

Je kan mijn hulp gebruiken.

Wij mogen wat hulp nodig hebben.

Ik denk dat jij de enige bent die hulp nodig heeft.

Het ziet er niet naar uit dat Tom nu veel hulp nodig heeft.

Ik heb echt jouw hulp nodig.

Kan ik op uw hulp rekenen?

Met de hulp van dokters is ze genezen.

Ik heb geen hulp nodig.

Ik heb echt geen hulp nodig.

Also check out the following words: kaart, wegen, stoplicht, letten, wijn, lekker, twijfel, gekozen, wilde, kerst.