Dutch example sentences with "betaald"

Learn how to use betaald in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik heb hem vorige week betaald.

Ik heb zelf ook al een paar keer parkeerboetes betaald.

Hij heeft maximum tienduizend dollar betaald.

"Ho, hemel!" riep de moeder uit, "wat zie ik? Haar zuster is de schuld van alles; ik zal haar dat betaald zetten!"

Hoeveel hebt ge ervoor betaald?

Men heeft hem als lid uitgesloten om dat hij het lidgeld niet op tijd betaald had.

Excuseer dat ik het zo rechtstreeks vraag, maar hoeveel hebt ge ervoor betaald?

Niet minder dan honderd dollar heb ik betaald voor deze pen.

Hoeveel hebt ge voor het kleed betaald?

Hij heeft 1000 yen betaald voor dit boek.

Per dag krijg ik vijf frank, maar voor vandaag ben ik dubbel betaald, dat is dus tien frank.

Ik heb vijftig procent contant betaald voor de auto.

U krijgt betaald overeenkomstig de hoeveelheid verricht werk.

Ik zal dat werk doen, op voorwaarde dat ik er voor betaald wordt.

Ik heb tien dollar betaald voor dit boek.

Voor mijn aankopen heb ik contant betaald.

De factuur werd betaald in muntjes.

Hij werd 10.000 dollar betaald.

Ze wordt niet per maand betaald, maar per dag.

Ze krijgen maar net het minimumloon betaald.

Ik heb vooraf betaald.

Hoe hebt ge die computer betaald?

Voor al zijn inspanningen werd hij niet goed betaald.

Hij ontkent dat er losgeld is betaald voor de gijzelaars.

Als iemand jong sterft, kunnen de kosten van zijn uitvaart gemakkelijk uit de grote pot worden betaald.

Tom heeft zijn huur nog niet betaald.

Ik heb zijn loon onmiddellijk betaald.

Wij hebben in de voorbije jaren te veel belasting betaald. Maar we kunnen dat nu laten rusten.

Ik heb schulden die betaald moeten worden.

Ik heb contant betaald voor de auto.

Als dank voor zijn hulp heb ik hem een drankje betaald.

De rekening werd met muntjes betaald.

Ik heb ongeveer vijftig dollar betaald.

De politicus zei dat hij al zijn belasting had betaald en niets illegaals gedaan had.

De medewerkers worden elke twee weken betaald.

Ze worden per week betaald.

Hoeveel heb je voor hem betaald?

Ik heb nog niet voor de kaartjes betaald.

Tom is degene die voor de kaartjes betaald heeft.

Tom heeft voor de kaartjes betaald.

Ik heb voor de kaartjes betaald.

Heb je al betaald?

Wie heeft er betaald?

De hotelkamer is betaald voor een week.

Ik heb ook betaald voor de ervaring van m'n leven.

We hebben betaald voor deze trip.

U wordt per week betaald.

Ik heb mijn belastingen betaald.

Ik heb niet betaald.

We hebben in Duitsland altijd met reischeques betaald.

Iedereen heeft betaald.

Tom heeft betaald.

Ik wil betaald worden.

Wie heeft dat betaald?

Tom heeft ons niet betaald.

Tom heeft de rekening met Maria betaald.

Ik heb $200 aan belastingen betaald.

Ik heb Tom nog steeds niet betaald.

Hij heeft net de tol betaald.

Ik heb betaald.

Ik heb betaald verlof.

Stroom, water, verzekeringen, onroerend-goedbelastingen, ziektekostenverzekering - alles moet betaald worden.

Ik heb al betaald.

Waarom heb je Tom niet gewoon betaald?

Hoeveel heb je daarvoor betaald?

Je krijgt niet betaald om te denken.

Mijn broer heeft voor de cake betaald.

Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.

Mennad heeft voor de fiets betaald.

Mijn huur moet morgen betaald worden.

Mijn huur moet morgen worden betaald.

Heb je voor het boek betaald?

Heeft u voor het boek betaald?

Hebben jullie voor het boek betaald?

Ze hebben me niet veel betaald.

Ik heb tweeduizend yen voor dat boek betaald.

Ik verwachtte niet betaald te krijgen.

Men heeft mij niet betaald.

Ze hebben me niet betaald.

Ik ben gisteren betaald.

Ze hebben je betaald.

Je bent betaald.

Ik heb er toch al voor betaald.

We hebben al betaald.

Ik word genoeg betaald.

Hij heeft betaald.

Hij heeft vooraf betaald.

Ik heb mijn boodschappen contant betaald.

Hij zal alleen korting krijgen als hij met kaart betaald heeft.

Tom heeft nog niet betaald.

We zullen vandaag laat op de middag betaald worden.

Hij heeft Tom nog niet betaald.

Jullie hebben de huur voor deze maand nog niet betaald.

Tom heeft ervoor betaald.

Heeft Tom de huur betaald?

Ze zeiden dat ze niet betaald werden.

Ze zegden dat ze niet betaald werden.

Ze zegden dat ze niet werden betaald.

Ze zeiden dat ze niet werden betaald.

Ik ben al betaald.

In totaal hebben we 800 euro betaald.

Also check out the following words: heb, ik, voor, maand, kamer, gehuurd, koop, briefpapier, postzegels, en.