Dutch example sentences with "engels"

Learn how to use engels in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Engels wordt hier niet gesproken.

Wees niet bang om fouten te maken wanneer je Engels spreekt.

Zeg het in het Engels.

Het kostte me meer dan twee uur om een paar pagina's in het Engels te vertalen.

Hoe hard je het ook probeert, Engels leer je niet in twee, drie maanden.

Vind je Engels bijvoorbeeld mooi?

Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.

In China leert men ook Engels.

Engels is niet makkelijk, maar wel interessant.

Ik hou van muziek en van Engels.

Spreken ze in Canada Engels?

Spreek je Engels?

Spreekt u Engels?

Spreken jullie Engels?

Deze roman is vertaald uit het Engels.

Mijn moeder spreekt niet zo erg goed Engels.

Het Engels heeft veel woorden uit het Frans overgenomen.

Tony spreekt beter Engels dan ik.

Meneer Brown is onze leraar Engels.

Geef in het Engels antwoord op de volgende vragen.

Engels is moeilijk hè?

Engels is niet eenvoudig, maar het is interessant.

Eigenlijk moet ik Engels leren, maar ik zou graag een film kijken.

In het Engels staan er in veel woorden letters die niet worden uitgesproken.

Wees niet bang om fouten te maken als je Engels spreekt.

Een liefdesbrief in het Engels schrijven is niet makkelijk.

Mijn boeken zijn in het Roemeens, die van haar zijn in het Engels.

Engels is niet makkelijk, maar het is wel interessant.

Kan je jezelf aan anderen verstaanbaar maken in het Engels?

Yumi spreekt heel goed Engels.

Ik leer Engels.

Naast Frans spreekt hij natuurlijk ook Engels.

Het Engels wordt door veel mensen gebruikt.

Hoe lang heb je Engels gestudeerd iedere dag?

Is Engels moeilijker dan Japans?

Ik wil Engels leren.

Ze ging naar de universiteit om Engels te studeren.

Heb je een Engels woordenboek?

Spreekt hij Engels?

Weet jij of ze Engels kan spreken?

Weet jij of ze al dan niet Engels kan spreken?

Engels is een zustertaal van Duits.

Engels en Duits hebben een gezamenlijke stamvader.

Engels is een Germaanse taal.

In Australië spreken ze Engels.

Hij kent geen woord Frans, maar hij kan wel Engels praten alsof het zijn moedertaal is.

Hij kent geen enkel woord Frans, maar anderzijds kan hij wel Engels spreken alsof hij ermee opgegroeid is.

Voor de eerste keer in zijn leven las Yuka een Engels boek uit.

Dit toont aan dat Engels niet enkel meer voor de Britten is weggelegd.

Engels biedt een heleboel spreekwoordelijke uitdrukkingen.

De hele wereld spreekt Engels.

Engels is een zeer moeilijk te leren taal.

Engels en Duits zijn twee verwante talen.

Het is jammer dat ik niet zo goed Engels begrijp.

Hoe noem je deze vis in het Engels?

Behalve Engels geeft hij ook wiskunde.

Hoe heet deze vis in het Engels?

Ik spreek Engels, Russisch en Globish.

Weet je of ze Engels kan spreken?

David Beckham is Engels.

Engels is niet mijn moedertaal.

Engels wordt gesproken in Amerika.

Ik zou graag vloeiend Engels spreken.

Onze leraar Engels is altijd op tijd.

Hij geeft les in wiskunde en ook in Engels.

Hij spreekt heel goed Engels en Frans.

Hij is professor Engels in Leeds.

De Europese Unie heeft 23 officiële talen die in theorie gelijke rechten hebben, maar in de praktijk slechts 3 werktalen: Engels, Frans en Duits.

Spreekt hier iemand Engels?

Hij is niet Amerikaans maar Engels.

Is mevrouw Smith lerares Engels?

Engels leren is niet moeilijk.

Ge moet Engels leren, of ge wilt of niet.

Ik heb genoeg van dat Engels.

Hoe heet deze groente in het Engels?

Naast Engels kent hij nog Duits en Frans.

Ze spreekt zowel Engels als Frans.

Spreekt hij Engels, Frans of Duits?

Engels is niet gemakkelijk.

Moet de brief in het Engels geschreven worden?

Ik wenste dat ik Engels kon spreken.

Ik doe liever Engels dan wiskunde.

Het engels heeft geen woord voor "gunnen"

Juffrouw Swan is onze lerares Engels.

Ik heb enkele boeken in het Engels.

Hij kent een beetje Engels.

Zij spreekt niet zo vlot Engels als jij.

Ze spreekt niet alleen Engels, maar ook Duits.

Ze spreekt altijd Engels.

Sorry, spreekt u Engels?

In de derde les hebben we Engels.

Ze spreekt vloeiend Engels en Frans.

Engels heeft geen woord voor Zeitgeist.

Engels spreken is moeilijk.

Hij spreekt een beetje Engels.

Ik ben van plan Engels te leren.

Wiskunde en Engels zijn mijn lievelingsvakken.

Ik sprak hem aan in het Engels maar slaagde er niet in mij verstaanbaar te maken.

Hij studeert Engels, maar hij studeert ook Duits.

Mijnheer Smith leert mij Engels.

Ik heb het niet voor Engels.

Also check out the following words: tijdje, auto, naar, Chicago, gegaan, politie, onderzoekt, oorzaak, ongeval, mijn.