Dutch example sentences with "zoek"

Learn how to use zoek in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Beide zijn we op zoek naar iets wat er niet is.

Ik was op zoek naar iets wat er niet was.

Ik zoek een warme, wollen rok.

Als je de betekenis van een woord niet kent, zoek het dan op in het woordenboek.

Ik zoek een jas in mijn maat.

Zoek geen uitweg in geweld.

Jij bent de man waarnaar ik op zoek ben geweest.

Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis.

Ik zoek mijn vrienden.

Ik zoek mijn bic.

En zo raakte Pandark verloren in zijn kamer en zag men hem nooit meer terug. Sommigen zeiden dat hij van honger omkwam, anderen zeiden dat hij nog steeds ronddwaalt op zoek naar zijn cd's.

Ik ging de stad in, op zoek naar een goed restaurant.

Zoek de verloren sleutel.

Zoek goede raad alvorens te beginnen.

Zoek en gij zult vinden.

Ik zoek een oude man.

Ik zoek een baan.

Ik zoek een geschenk voor mijn moeder.

Hij is de geschikte man die ik zoek.

Dat is wat ik zoek.

Ik heb gevonden waarnaar ik op zoek was.

Zoek een leven, man.

Ik zoek een tas voor mijn vrouw.

Ik heb de sleutel gevonden waar ik naar op zoek was.

Dit is het boek waar je naar op zoek bent.

Zoek het op in je woordenboek.

Is dat het woordenboek waar je naar op zoek bent?

Ik ben op zoek naar mijn horloge.

Ze zijn nog steeds op zoek naar de misdadiger.

Ik ben op zoek naar Andy. Weet jij waar hij is?

Meneer Brown is op zoek naar zijn bril.

Ik keek om me heen, op zoek naar een brievenbus.

Tom is op zoek naar een baan.

Ik zoek een boek over het Spanje van de middeleeuwen.

Ik ben op zoek naar een boek over middeleeuws Spanje.

Ik zoek mijn camera.

Dat is waarnaar ik zoek.

Ik zoek mijn gsm.

Voor een van onze klanten, een hoogtechnologisch internationaal productiebedrijf, ben ik op zoek naar een ervaren application specialist.

Is deze interessante functie net waar je naar op zoek bent? Reageer dan snel met je cv en motivatie.

Ben je echter op zoek naar een andere IT functie? Aarzel dan niet even contact op te nemen zodat een van onze consultants u kan verder helpen met uw zoektocht naar een interessante functie.

Ik heb nog niet gevonden wat ik zoek, maar ik heb al veel gevonden dat ik vroeger ooit gezocht heb.

Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.

Ik ben op zoek naar een huis dat ik kan huren.

Ik heb nog steeds niet gevonden wat ik zoek.

Zoek je een baan?

Jeff was drie maanden op zoek voordat hij een baan vond.

Elke agent in Boston is nu op zoek naar Tom.

Zoek uit of Tom familie in Boston heeft.

Ik ben op zoek naar eten.

Ik was op zoek naar een hotel toen ik jou zag.

Zoek onmiddellijk contact met mijn agent bij een noodgeval.

Waar ben je precies naar op zoek?

Ik zoek mijn telefoon.

Zoek dat woord op in het woordenboek.

Ik zoek de zondagsbijlage van die krant.

Zoek het woord op in het woordenboek.

Wij zijn op zoek naar een ervaren C++ programmeur in de omgeving van Amsterdam.

De politie is op zoek naar mensen die iets gezien of gehoord hebben.

Ik heb mijn zegje gezegd en verder zoek je het zelf maar uit.

Bent je op zoek naar iets?

Ik zoek mijn sleutels. Heb jij ze gezien?

Zoek de kat.

Ik hoop dat je vindt waarnaar je op zoek bent.

Ik zoek naar een mango om te eten.

Ik zoek iemand die me kan vervangen op het feest.

Ik weet niet wat dit woord betekent. Ik zoek het wel op in het woordenboek.

Hij was de hele dag op zoek naar een brief.

Je bent precies de persoon waar we naar op zoek waren.

Ik ben op zoek naar iemand die Portugees spreekt.

De politie is al jaren op zoek naar Tom.

Zoek de vrouw!

Dat is niet waar ik naar zoek.

Zoek de nieuwe woorden op in je woordenboek.

Zoek de nieuwe woorden op in uw woordenboek.

De politie is op zoek naar de dief.

Ze zijn op zoek naar een huis om in te leven.

Ik ben op zoek naar het Hilton Hotel.

Het hotel is op zoek naar een nieuwe receptionist.

Zoek in elk gezicht de mens.

Ik zoek het toilet.

Ik zoek de w.c.

De politie sloot de straten rondom het hotel af, toen ze op zoek naar de bom waren.

Zoek de uitdrukking op in je woordenboek.

Zoek Tom.

Ik was op zoek naar een baan.

Ik ben op zoek naar een woning.

Ik zoek een assistent.

Het kind, wiens speelgoed ik zoek, is mijn zoon.

Ik ben op zoek naar mijn broer.

Ik ben op zoek naar een goed hotel.

Ik ben alweer op zoek naar mijn bril.

Ik kwam hier op zoek naar rechtvaardigheid.

Zoek je werk?

De herder is op zoek naar het verloren schaap.

"Daarna was ik er op zoek geweest," verklaarde hij.

Ik zoek een geldautomaat.

Als je niet weet wat een woord betekent, zoek het dan op in een woordenboek.

Hij ging op zoek naar goud.

Sami was overal op zoek naar een chihuahua.

Na drie weken op zoek te zijn geweest naar een baan, vond hij een goedbetaalde betrekking.

Also check out the following words: verrassingsaanval, uit, vijand, veganist, vlees, eten, eet, vis, zeevruchten, ook.