Dutch example sentences with "straat"

Learn how to use straat in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Hoe heet deze straat?

Het regent dat het giet! Op straat zijn overal plassen, en het water stroomt van de daken.

Tom stak de straat over.

Toen ik op straat liep, ontmoette ik een oude vriend.

Alle huizen in onze straat zijn versierd met oranje vlaggetjes vanwege het WK.

Het was een drukte van je welste op straat toen de optocht voorbijkwam.

Hij bloosde nadat de meisjes naar hem floten op straat.

Hij maakte de straat voor zijn huis sneeuwvrij.

Steek de straat niet over wanneer het stoplicht rood is.

Ik liep over de drukke straat, en opeens hoorde ik een schelle schreeuw.

Hij stak de straat over.

De winkel is aan de overkant van de straat.

De straat was één grote ijsbaan geworden, maar nadat er gepekeld was, bleef daarvan alleen nog een hoop vieze, bruine pap over.

Deze straat is levendig.

Men zag mij de straat oversteken.

Ik ben zijn vader tegengekomen op straat.

Ik ben haar op straat tegengekomen.

Ik heb de oude man op zijn rug zien vallen op straat.

De straat kronkelde de berg op.

Hij pakte iets wits op van de straat.

Ik zag hem de straat oversteken.

De straat gaat omhoog naar het dorp.

Hij werd bijna aangereden door een auto toen hij de straat overstak.

Op straat is er de dag door een druk verkeer.

De bushalte is aan de overkant van de straat.

Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.

Hij negeerde me opzettelijk toen ik hem op straat tegenkwam.

De oude man stak voorzichtig de straat over.

Niets lijkt me tederder dan een oud koppel dat hand in hand door de straat wandelt.

Hij woont in deze straat.

Er zijn enkele verzakkingen in de straat.

De bus stopte plots in het midden van de straat.

Let op als ge een straat met veel verkeer oversteekt!

Hij gleed terwijl hij de straat overstak.

De derde straat rechts.

Kunt u mij vertellen wat de naam van deze straat is?

Er stond een vrachtwagen midden op straat.

Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.

De straat is een ijsbaan, wees voorzichtig.

De kerk is juist aan de overkant van de straat.

De straat is geasfalteerd.

In Singapore krijg je een boete als je afval op straat gooit.

Een menigte verzamelde zich in deze straat.

Een omgevallen boom versperde de straat.

De straat is nu sneeuwvrij.

Vrolijk fluitend voor zichzelf liep hij door de straat.

Gisteren heb ik Mary op de straat ontmoet.

Die straat was zeer lawaaierig.

Ik kwam je broer tegen op straat.

Kijk naar de twee kanten voor ge de straat oversteekt.

Kijk naar alle kanten voor ge de straat oversteekt.

Je moet oppassen voor het verkeer als je de straat oversteekt.

Ik keek toe hoe hij de straat overstak.

Zijn huis is aan de overkant van de straat.

Hij is nu de straat over aan het steken.

Tom was betrokken bij een vechtpartij op straat.

Een meisje van veertien jaar loopt met haar éénjarig zoontje over straat. "Slet!" roept iemand. Niemand weet dat ze op haar twaalfde verkracht werd.

In de straat waren de meeste winkels gesloten.

De politieman sprak met een man op straat.

De politieman sprak een man aan op straat.

Steek de straat over.

Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.

Er is niemand te zien op straat.

De straat lag bezaaid met reclame.

Pas op voor auto's als je de straat oversteekt.

Er staan geen vuilnisbakken in deze straat.

Madrid Street is een straat in Belfast die abrupt eindigt bij de Berlijnse Muur. Die muur is ruim zeven meter hoog en opgetrokken uit baksteen, ijzer en staal, met bovenop scherpe punten en prikkeldraad.

De politie hield Jan op straat aan om hem een legitimatiebewijs te vragen.

Ik heb een dollar op straat gevonden.

Toen ik de straat overstak werd ik aangereden door een auto.

Een jongen steekt de straat over.

Tegenwoordig spelen kinderen niet op straat.

Laten we de straat oversteken.

Welke straat heb je gevolgd?

Welke straat heeft u gevolgd?

Zij hebben de auto in deze straat achtergelaten.

Op welke straat mag ik beginnen?

Ze woont verderop in de straat.

Hij kwam op straat een vriend tegen.

Mijn moeder heeft de jongen op straat niet gezien.

Ze ging de straat over.

Ze is de straat overgestoken.

Ga aan het einde van die straat naar rechts.

De straat volgt de loop van de rivier.

Mijn huis is precies aan de andere kant van de straat.

Het is spekglad op straat.

Op de hoek van de straat staan een glasbak en een bak voor gebruikte kleding.

De straat is afgezet omdat er een ongeval is gebeurd.

Het is gemakkelijker mensen in Internet tegen het lijf te lopen dan in de straat.

De corruptie start al op de straat.

Jongeren vrezen dat zij daar de dupe van worden en eerder op straat komen te staan.

Hij stak niet op haakse wijze de straat over en dat is niet aan te bevelen.

Als kind, speelde ik hier op straat.

Wat een lawaai toch op die straat!

Er stonden witte en gele bloemen aan de rand van de straat.

Bedelen op straat is bij wet verboden.

Dat is een doodlopende straat.

Een kat rende de straat over.

Ĵondo drinkt bubbelthee op de straat.

We konden niemand zien op straat.

Voor mij is er niets zo hartverwarmend als een oud echtpaar dat hand in hand over straat loopt.

Also check out the following words: mee, begon, regenen, broedhen, week, eieren, broeden, erg, sociaal, betekent.