Dutch example sentences with "sta"

Learn how to use sta in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Voor je het doorhebt, sta je in de krant.

Stoor me alsjeblieft niet als ik sta te praten.

Sta op. Het is al heel laat.

Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.

Ik sta meestal om acht uur op.

Morgen sta ik vroeg op.

Sta op.

Ik sta soms versteld hoeveel troep sommige mensen in één week kunnen maken.

Sta bij het station om 11 uur precies.

Ik sta met plezier tot uw beschikking.

Ik sta op het punt u het antwoord te geven.

Om hoe laat sta je op?

Ik sta altijd onder druk.

Sta je me toe om piano te spelen?

Ik sta altijd op om zes uur.

Mensen, ik sta volledig achter jullie. We zullen dit evenement beslist tot een succes maken!

Ik sta aan jouw kant.

Ik sta niet op trouwen met Suzie.

Ik sta normaal op rond zes.

Sta recht, alsjeblieft.

Sta op!

Alsjeblieft sta niet op.

Ik sta op het punt je iets belangrijks te vertellen.

Ik sta op om zes uur.

Ik sta op het punt uit te gaan.

Ik voel me nooit duizelig als ik op sta.

Ik voel me duizelig elke keer als ik vroeg op sta.

Sta niet aan de kant van de moordenaars!

Telkens wanneer ik recht sta, voel ik mijn hoofd draaien.

Sta vroeg op.

Ik sta tot uw beschikking.

Waarom sta je op voor dat je wakker wordt?

Ik sta vroeg op.

Hoe laat sta je normaal op?

Sta toch eens op, anders kom je nog te laat op school.

Sta me toe mijn allernieuwste aanwinst aan jullie voor te stellen.

Ik sta voor u klaar.

Sta op mijn geliefde en kom met mij, mijn schoonheid.

Kijk, als ik niet onder arrest sta, dan wil ik dat je me terug brengt naar mijn vrienden.

Hoe laat sta je gewoonlijk op?

Ik sta voor de deur maar er is niemand.

Ik sta in het midden van het schoolplein.

Ik sta bijna iedere dag om zes uur op.

Als ik vrij heb ga ik naar de film, hang ik rond in het café, en sta ik in de keuken.

Ik sta niet zo vroeg op als mijn moeder.

Mijn hond heet Belysh. Deze zomer heb ik hem geleerd om pootje te geven. Iedere morgen sta ik vroeg op en geef hem te eten. Daarna gaan we een eindje wandelen. Hij beschermt me tegen andere honden. Wanneer ik fiets, rent hij naast me. Hij heeft een vriend, haar naam is Chernyshka. Hij vindt het leuk om met haar te spelen. Belysh is een hele vriendelijke en slimme hond.

Aan wie zijn kant sta jij?

Ik sta om 7 uur op.

Sta me toe je te helpen.

Sta op en stel uzelf voor, alstublieft.

Sta op en stel jezelf voor, alsjeblieft.

Sta recht en vecht!

Ik sta voor de deur.

Sta je nog onder de douche?

Ik sta letterlijk op een loopband.

Dit is een test. Sta op en laat uw spullen liggen. Ga rustig naar de verzamelplek.

Sinds ons incident sta ik op uitgebreide beveiliging.

Van waar ik sta kan ik de actie niet zien.

Ik sta achter hem.

Doorheen de week sta ik vroeg op, maar in het weekend ben ik een langslaper.

Ik sta nog aan het begin. Ik heb dat nog niet geleerd.

Ik sta nog aan het begin.

Sta op en God kan je helpen!

Ik sta tot je beschikking.

Ik sta tot jullie beschikking.

Sta je 's morgens graag vroeg op?

Bij zelfgekweekte courgettes sta je met een smaaktest aan de goede kant.

Ik sta in afwachting van inspiratie.

Daar sta ik nu, ik arme dwaas en ben nog even wijs als vroeger.

Sta recht.

Ik sta achter je.

Sta op en introduceer uzelf, alstublieft.

Sta op als je Schotland haat!

Ik sta op het punt om naar de bioscoop te gaan.

Sta je me toe een opmerking te maken?

Ik sta bij Tom goed aangeschreven.

Normaal sta ik om zes uur op maar gisteren ben ik om acht uur opgestaan.

Sta stil.

Sta daar niet zomaar te niksen. Kom hier en help me.

Ik sta op het punt, een heel belangrijk telefoongesprek te voeren.

Ik sta voor de bakkerij.

Ik sta niet meer vroeg op.

Ik sta op het punt te vertrekken.

Sta zo vroeg op als je kunt.

Sta zo vroeg mogelijk op.

Ik sta versteld van dit probleem.

Sta me toe.

Ik sta op het punt dat te doen.

Ik sta op de bus te wachten.

Ik sta buiten te wachten.

Ik sta elke dag om zeven uur op.

Kom, sta op.

Sta me toe om het te vervangen.

Sta me toe je tegen te spreken.

Sta me toe het te repareren.

Sta rechtop.

Kom binnen. Ik sta erop.

Sta me toe me te verontschuldigen.

Sta stil!

Sta op, Tom.

Tom, sta op!

Also check out the following words: winnen, Gelukkige, verjaardag, Vandaag, juni, Wat, doe, Laten, iets, proberen.