Dutch example sentences with "ouder"

Learn how to use ouder in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.

Hij is 3 jaar ouder dan zij.

Hij is zeker ouder dan zestig.

Mijn neef is iets ouder dan ik.

Hij is drie jaar ouder dan ik.

Hij wordt ouder.

Mijn zus is ouder dan mijn broer.

Ik schat haar ouder dan dertig.

Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.

Haar zorgen maakten haar tien jaar ouder.

Ze is in de dertig, maar ze ziet er ouder uit.

Hij ziet er ouder uit dan hij is.

Mijn moeder is twee jaar ouder dan mijn vader.

Dwaas toen hij vertrok, en alleen iets ouder toen bij terugkwam.

Hij is twee jaar ouder dan ik.

Hoe ouder men wordt, hoe zwijgzamer.

Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar hij is drie centimeter kleiner.

Hoe ouder ge wordt, hoe moeilijker het wordt een nieuwe taal te leren.

Ken is ouder dan Seiko.

Onze auto is drie jaar ouder dan de uwe.

Word niet ouder, word wijzer!

Hoe ouder we worden, hoe slechter ons geheugen.

Tom is ouder dan ik.

Hoe ouder ge zijt, hoe moeilijker het is een taal te leren.

Ik schat dat ze ouder dan dertig is.

Ik ben ouder dan uw broer.

Mijn zus is twee jaar ouder dan ik.

Ze lijkt jong maar eigenlijk is ze ouder dan jij.

Bill is twee jaar ouder dan ik.

Hij is tien jaar ouder dan jij.

Hij kan niet ouder dan ik zijn.

Ik denk dat ze ouder dan veertig is.

Ze is zes jaar ouder dan ik.

Haar oudere broer is twee jaar ouder dan ik.

Meneer Johnson is ouder dan ik dacht.

Tom is veel ouder dan Mary.

Hij is drie jaar ouder dan zij.

Hij is drie jaar ouder dan zij is.

Ze kan nooit ouder zijn dan 30.

Ze is twee jaar ouder dan jij.

Ze is twee jaar ouder dan ik.

Ik ben ouder dan jij.

Hij is maar enkele jaren ouder dan ik.

Ze ziet er jong uit, maar eigenlijk is ze ouder dan jij.

Dit boek is ouder dan dat.

Mijn moeder is ouder dan mijn vader.

Mijn vader is veel ouder geworden sinds vorig jaar.

Jij bent ouder dan Tom.

Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar is drie centimeter korter.

Hun ouders zijn ouder dan de mijne.

Haar ouders zijn ouder dan de mijne.

Zijn ouders zijn ouder dan de mijne.

Zij is ouder dan Tom.

Hoe ouder je wordt, des te moeilijker wordt het een nieuwe taal te leren.

Zij is ouder dan hij.

Mama is ouder dan papa.

Tom is drie jaar ouder dan ik.

Tom is zeker ouder dan dertig jaar.

Tom is zeker ouder dan dertig.

Hij is veel ouder dan Ken.

Volapük is ouder dan Esperanto.

We zijn van verschillende leeftijd. Hij is ouder dan ik.

We worden wijzer met ouder te worden.

Hoe ouder ik word, hoe beter ik dingen herinner die nooit gebeurd zijn.

Tom en Maria zijn allebei ouder dan Johan.

Hoewel ik ouder ben dan zij, behandelt ze mij alsof ik haar bediende ben.

John is twee jaar ouder dan ik.

Er is niets ouder dan dan krant van gisteren.

Tom is ouder dan Mary.

Ik wil naar een aantal andere landen reizen als ik ouder ben en Amerika staat zeker op de lijst.

Ik ben geen ouder.

Het is niet gemakkelijk een ouder te zijn, wel?

Tom is een jaar ouder dan Mary.

Het spel is de enige zaak die mannen ernstig nemen. Bijgevolg zijn spelregels ouder dan alle wetten ter wereld.

Zijn baard laat hem er zo'n tien jaar ouder uitzien.

Is jouw zus ouder dan jij?

Hallo ouder!

Jack is drie jaar ouder dan ik.

Mijn grootouders zijn al iets ouder, en hebben hun gewoonten.

Ze zijn allemaal ouder dan u.

Twee halfbroers hebben één ouder gemeenschappelijk. Twee stiefbroers hebben zelfs niet één ouder gemeen.

Twee halfbroers hebben één ouder gemeenschappelijk. Twee stiefbroers hebben zelfs niet één ouder gemeen.

De ouder van een ouder is een grootouder.

De ouder van een ouder is een grootouder.

De vader van een ouder is een grootvader.

De moeder van een ouder is een grootmoeder.

De broer van een ouder is een oom.

De zus van een ouder is een tante.

De schoonbroer van een ouder is een oom.

De zwager van een ouder is een oom.

De schoonzus van een ouder is een tante.

De zwagerin van een ouder is een tante.

De zwageres van een ouder is een tante.

Mijn zus is drie jaar ouder dan ik.

Ik denk dat Tom wel eens ouder dan ik zou kunnen zijn.

Mijn moeder is drie jaar ouder dan de jouwe.

Sami is ouder dan 60 jaar.

Sami is minstens zestig jaar ouder dan Layla.

Mijn auto is ouder dan ik.

Matthew wordt met de dag ouder, weet je - hij is zestig - en hij is niet meer zo kwiek als vroeger.

Ik werd ouder.

Also check out the following words: regenen, broedhen, week, eieren, broeden, erg, sociaal, betekent, omga, bus.