Dutch example sentences with "vergeet"

Learn how to use vergeet in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Vergeet ons niet!

Vergeet het kaartje niet.

Vergeet niet de brief op de post te doen.

Vergeet niet dat we huiswerk hebben.

Vergeet het gas niet uit te doen voordat jullie naar buiten gaan.

Vergeet de kassabon niet.

Vergeet niet ons te schrijven, wanneer je in Londen aangekomen bent.

Als u de zussen Orleanu ontmoet, nodig ze dan uit voor Ruxandra's verjaardag. En vergeet hun broer niet.

Ik zal het hem vertellen, als ik het niet vergeet.

Ik zal het hem zeggen, als ik het niet vergeet.

Een ideale baas is als de dood: hij vergeet niemand.

Ik vergeet vaak haar naam.

Mijn vader vergeet alles.

Vergeet deze brief niet te versturen.

Vergeet mij niet!

Vergeet niet de brieven te versturen alstublieft.

Soms vergeet ik het gezicht van mensen die ooit mijn vrienden waren.

Vergeet het verleden. Vergeleken met gisteren, verkies ik vandaag. 't Is daarom dat ik probeer te genieten van het moment, dat is alles.

Vergeet niet het licht uit te doen bij het buitengaan.

Vergeet niet alle lampen uit te doen alvorens buiten te gaan.

Vergeet niet deze brief te posten.

Ik vergeet altijd de accusatiefvorm in het esperanto!

Vergeet niet het licht uit te doen voor het slapen gaan.

Vergeet dat. Het is de moeite niet waard.

Vergeet geen paraplu mee te nemen voor het geval dat het regent.

Vergeet niet uit te checken met je OV-chipkaart, wanneer je het voertuig verlaat.

Als ik een brief van u ontvang, vergeet ik alle problemen.

Laat mij dat opschrijven zodat ik het niet vergeet.

Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.

Vergeet niet om je papier te herlezen voordat je het inlevert.

Vergeet het niet alstublieft.

Ik vergeet altijd namen van mensen.

Vergeet hem.

Vergeet dat.

Vergeet niet mij aan het station te ontmoeten.

Vergeet je spullen niet.

Vergeet je dingen niet.

Wat je ook doet, vergeet dit niet.

Ze zeggen dat je je eerste liefde nooit vergeet.

Als je het bed opmaakt, vergeet dan niet de kussens op te schudden.

Geef me alsjeblieft een foto van je, zodat ik niet vergeet hoe je eruitziet.

Vergeet dat!

Vergeet niet om me daaraan te herinneren.

Vergeet niet het vuur uit te doen.

Hier! En vergeet mijn goedheid niet.

Vergeef je vijanden, maar vergeet nooit hun namen.

Vergeet niet: niemand is alwetend!

Vergeet het niet: niemand weet alles.

Vergeet het niet!

Vergeet de bagage niet!

Vergeet niet deze brief op weg naar school op de bus te doen.

Vergeet niet je schoenen te poetsen vooraleer je buiten gaat!

Vergeet niet het gas uit te doen vooraleer het huis te verlaten.

Vergeet niet de drager een fooi te geven omdat hij je koffers heeft gedragen.

Vergeet het. Dat zijn alleen maar triviale details.

Vergeet niet je pillen te nemen!

Vergeet niet uw pillen te nemen!

Vergeet niet jullie pillen te nemen!

Vergeet niet wie je bent.

Vergeet je afkomst niet!

Jij vergeet altijd jouw geld.

Vergeet niet tweemaal daags dit medicament in te nemen, 's morgens en 's avonds.

Ik krijg het op de zenuwen als je vergeet "Dank je" te zeggen.

Vergeet Tom maar.

Vergeet je schaatsen niet.

Vergeet het maar!

Vergeet me niet!

Je vergeet altijd je geld.

Vergeet niet morgen met hem te spreken.

Vergeet niet uw belastingen te betalen!

"Ik was vergeten te zeggen dat je sandalen nodig hebt, dus vergeet die niet mee te nemen." "Wat? Had dat eerder gezegd!"

Vergeet niet de planten water te geven.

Vergeet niet de plantjes water te geven.

Vergeet je collegekaart niet mee te nemen.

Wat er ook gebeurt, vergeet niet te glimlachen.

Vergeet de laatste regel.

Vergeet niet het licht uit te doen.

Vergeet niet uw tanden te poetsen na elke maaltijd, en voor het slapengaan.

Vergeet de accusatief niet!

Als je naar Rio komt, vergeet dan niet mij te bellen en te vragen om jouw gids te zijn.

Dat is allemaal goed en wel, maar u vergeet iets.

Vergeet het maar.

Vergeet het feest van volgende week niet.

Vergeet de ober geen fooi te geven.

Vergeet niet te recyclen.

Vergeet me nooit.

Vergeet niet om voldoende proviand mee te nemen.

Vergeet niet dat je sterven moet.

Vergeet de EHBO-doos niet mee te nemen.

Vergeet jullie paspoort niet.

Vergeet je reispas niet.

Vergeet je paraplu niet!

U vergeet nooit een verjaardagsgeschenk te sturen naar uw moeder.

Vergeet het.

Vergeet je paraplu niet.

Vergeet niet eieren te kopen.

Vergeet niet een paar eieren te kopen.

Als ik het vergeet, gelieve me eraan te herinneren.

Vergeet niet na te denken voordat je iets zegt.

Ik vergeet voortdurend namen.

Vergeet me.

Also check out the following words: eerst, hebben, over, experimenten, uitgevoerd, worden, laboratoria, heet, ligt, misschien.