Dutch example sentences with "naast"

Learn how to use naast in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

En zo zat hij op een keer aan het eind van de middag in de tuin te eten, toen een dame met een baret rustig in zijn richting kwam om aan de tafel naast hem te gaan zitten.

De Nederlandse en de Belgische driekleur wapperden gemoedelijk naast elkaar in het grensdorp.

Ik zou het op prijs stellen als ze naast me zou komen zitten.

Naast Frans spreekt hij natuurlijk ook Engels.

Ik had liever gehad, dat ze naast me zou zitten.

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Een oude man zat naast mij in de bus.

De zoon staat naast de vader.

Hij zette zich naast haar.

Naast de kwestie.

Ik zette mij naast hem.

Naast Engels kent hij nog Duits en Frans.

Iedereen wil naast haar zitten.

Ze zat naast me.

De uitgang van de metro is vlak naast de deur van het gebouw.

Ze zat naast mij.

De bakkerij is naast de beenhouwerij.

Zij gingen naast elkaar.

Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.

Hij zette zich naast mij.

Zij ging naast mij zitten.

Hij woont naast ons.

Hij ging naast haar zitten.

Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren.

Hij woonde naast zijn oom.

Ken zette zich naast mij.

Ik zat naast hem.

Ze zaten naast elkaar.

Mijn hond zit naast me en kijkt televisie.

De meisjes zaten naast elkaar.

Ik ging naast hem zitten.

Naast een dokter, was hij ook een erg beroemde romanschrijver.

Maar zat hij naast je in het vliegtuig?

Deze vent die naast me in de trein zit stinkt!

Naast wat fruit heeft hij niks gegeten.

Er stond een verlaten auto naast de rivier.

Medewerkers uit verschillende landen, talen en culturen kennen de taal Esperanto naast hun moedertaal en één of meer andere talen.

De hond ging naast de man zitten.

De kat slaapt graag naast me.

Mary trok de strijkplank uit de kast, klapte hem uit en zette hem naast het raam neer.

Naast Tom kende ik daar niemand.

Naast dichter is hij ook academicus.

Naast de liefde bedrijven en Flaubert lezen, is er niets aangenamer dan vertalingen voor Tatoeba te bedenken.

Het ruw endoplasmatisch reticulum is het organel dat verantwoordelijk is voor de synthese van eiwitten, naast het transport en opslag van stoffen.

Tom wilde naast Maaike zitten.

De bank bevindt zich naast het postkantoor.

Je gaat naar hem toe, vraagt hoe het met hem gaat en gaat naast hem zitten.

Reinheid staat naast goddelijkheid!

Steeds vaker besluiten mensen naast hun fulltime baan een parttime studie te volgen.

Hij ging naast me zitten.

De meisjes zitten naast elkaar.

Wie is de vrouw die naast mijn broer zit en nu met hem spreekt?

Hij is naast mij.

Tom zat naast Maria aan de piano.

Ken zat naast me.

Hij loopt naast zijn schoenen.

Mijn hond heet Belysh. Deze zomer heb ik hem geleerd om pootje te geven. Iedere morgen sta ik vroeg op en geef hem te eten. Daarna gaan we een eindje wandelen. Hij beschermt me tegen andere honden. Wanneer ik fiets, rent hij naast me. Hij heeft een vriend, haar naam is Chernyshka. Hij vindt het leuk om met haar te spelen. Belysh is een hele vriendelijke en slimme hond.

En wie is die gast die naast de piano staat?

Je kan naast me zitten.

Je mag naast me zitten.

Ga niet naast me staan.

Put sterkte uit de vriendschap van hen die je niet vernederden en kwelden, maar die bij je bleven, naast je, tijdens deze ongelofelijke nachtmerrie.

Weet iemand wat het betekent om van dorst om te komen naast de zee?

Maria zit naast de intelligentste van de twee broers.

Ons hotel ligt naast de kust.

De bank ligt naast het postkantoor.

Je bent naast haar gaan zitten, niet?

U bent naast haar gaan zitten, niet?

Ik woon naast haar.

Nee, de stoelen staan naast de tafel.

De grootste deur is naast het raam.

De brede rivier was naast een grote stad.

De grote tafel stond op de vloer naast het raam.

Wat lag er naast het bordje?

Wat lag er naast het gele schrift?

Staan de stoelen naast de muur?

Naast de tafel staan twee stoelen.

Naast de deur staat een rode kast.

Naast de hond zit een grote kat.

Tom wou niet dat ik naast hem ging zitten.

Toms rugzak is naast de deur.

Zij zaten naast elkaar.

Hans Christian Andersen is, naast de gebroeders Grimm, de beroemdste sprookjesverteller ter wereld.

Tom zit er vaak naast.

De kat is zojuist naast mij overleden.

Tom ontbijt sinds zeven jaar elke dag aan deze tafel. De komende zeven dagen zit ik in de ontbijzaal naast hem.

Naast een woonkamer in het huis, waren er ook twee slaapkamers en, natuurlijk, een keuken en een badkamer.

De koningin stond naast de koning.

Ik zat naast John.

Tom bestelde koffie en ging naast het raam zitten. Hij begon te schrijven. "Josef Porqmaquer werd geboren in het jaar 1863 in een klein dorpje ten noorden van Londen, Charles Chickenfoot, zijn toekomstige aartsvijand, kwam een jaar later ter wereld."

Ze staat naast het gele huis.

Ze gingen met hem mee naar een oud houten gebouw naast de boerderij.

Tom wilde niet naast me zitten.

Tom woonde naast zijn oom.

De oude kerk die naast het meer staat, is erg mooi.

Tom ging naast Mary zitten.

Tom stond naast Mary.

Naast het Cubaanse espiscopaat waren ook bisschoppen uit de Verenigde Staten en Puerto Rico aanwezig op de rouwplechtigheid.

Er hangt een tweede spiegel naast de deur.

Er staat een kerk naast mijn huis.

Tom en Mary zitten vaak naast elkaar in de bus.

Also check out the following words: te, zeggen, Hier, komt, eind, aan, er, geen, woorden, zo.