Dutch example sentences with "ijs"

Learn how to use ijs in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Het ijs is gesmolten.

Ze houdt van ijs.

Houdt het ijs?

Ik vraag me af of de zeespiegel echt stijgt, wanneer het ijs op de Noordpool smelt.

Als het water zakt, dan kraakt het ijs.

Hij geeft niet om ijs.

Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.

Is het ijs 15 centimeter gegroeid in één nacht? Dat lijkt me sterk!

In het midden is het ijs mooi donker en glad, maar langs de rand van de wetering ligt bomijs. Als je daarop gaat staan, breekt het en hoor je een boel lawaai.

Het ijs was dik genoeg om erop te gaan.

Door te smelten wordt ijs water.

Zal het ijs houden?

Het ijs op het meer is te dun om uw gewicht te dragen.

Het ijs is dik genoeg om erop te stappen.

Welke temperatuur heeft het ijs?

IJs smelt tot water.

Door de warmte smelt het ijs en verdampt het water.

Het schip zat vast in het ijs.

Het ijs is niet dik genoeg om ons te dragen.

Het ijs is dik genoeg om erop te lopen.

De zon kwam te voorschijn en het ijs smolt.

Het ijs zal breken onder je gewicht.

Thee zonder ijs.

IJs wordt water wanneer het smelt.

Ik krijs om ijs.

Als je je been op het ijs breekt, kun je niemand aanklagen.

Is het ijs koud?

Warmte verandert ijs in water.

Ik vind het ijs niet lekker.

Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.

Leve het ijs!

Van ijs, of olie, kan een weg glad worden.

Ik heb ijs nodig.

De tennisser begaf zich op dun ijs, zo te zeggen.

Jij loopt op het ijs.

Ik had graag twee bollen ijs in één hoorn alstublieft.

Leg wat ijs op je linkerbeen.

Het ijs is heel dik.

Dit ijs heeft veel prehistorische dieren gefossiliseerd.

Om sneeuw en ijs te doen smelten heeft men in één winter tot tweehonderdzeventigduizend ton zout nodig.

Wil je wat ijs?

Tom dook onder het ijs.

Thomas heeft zijn bijl in het ijs gestoken.

Het ijs op het meer is te dun om je gewicht te dragen.

Het ijs heeft het sap verdund.

Sami had ijs door zijn aderen stromen.

Het ijs is te dun om op te schaatsen.

Hij zou ijs aan Eskimo's kunnen verkopen.

Je schaatst op heel dun ijs.

U schaatst op heel dun ijs.

Jullie schaatsen op heel dun ijs.

Het ijs is stevig genoeg om te schaatsen.

Is het ijs dik genoeg om te schaatsen?

IJs smelt in de zon.

Dit is ijs.

IJs is koel.

Het ijs is aan het smelten.

Het ijs smelt.

Waar is het ijs?

Ik hou van ijs.

Op ijs vallen doet pijn.

Ik wil ijs.

Tom houdt van ijs.

Iedereen houdt van ijs.

Voeg veel ijs toe.

Kinderen houden van ijs.

IJs is erg koud.

Waarom drijft ijs?

Wie wil er ijs?

Ik heb wat ijs nodig.

Sami wilde ijs.

Hij houdt van ijs.

Sami hield van ijs.

De meeste kinderen zijn dol op ijs.

De meeste kinderen houden van ijs.

We liepen over het ijs.

Het water veranderde in ijs.

Tom at wat ijs.

Vast water heet ijs.

Wil je meer ijs?

Wilt u meer ijs?

Willen jullie meer ijs?

Tom eet ijs.

Tom was ijs aan het eten.

Ik wil geen ijs.

Ik wil ijs eten.

Ik hou niet van ijs.

Ik denk dat we meer ijs nodig hebben.

Tom at al het ijs.

Tom probeerde het ijs te breken.

Ik eet bijna nooit ijs.

Het ijs breekt wanneer het water zakt.

Ik eet ijs.

Hij eet ijs.

Zo maken we ijs.

Dat is hoe we ijs maken.

Ik ben gek op ijs met muntsmaak.

Ik ben gek op ijs.

Het ijs brak onder zijn gewicht.

Er ligt ijs op de weg.

IJs is vast.

Also check out the following words: httpwwwexamplecom, staat, alle, informatie, die, nodig, hebt, Blijf, zwemmen, tot.