Dutch example sentences with "terug"

Learn how to use terug in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik ben zo terug.

Ik bel je later terug.

Kom snel terug.

Schrijf alsjeblieft gauw terug.

Nee. Ik moet helaas weer vroeg terug.

Sorry. Ik neem mijn woorden terug.

Kijk niet terug.

Ik ga niet terug.

Ik kom terug.

Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.

Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!

Ik ben net terug uit school.

Hallo, ik ben er even niet. Laat een boodschap achter of bel later terug. Bedankt.

"Wanneer kom je terug?" "Dat hangt helemaal van het weer af."

Denk je vaak terug aan je kindertijd?

Ik ben om tien uur terug.

Je moet voor 10 uur terug zijn.

Het was al laat, dus ik keerde terug naar huis.

Hij keert vandaag terug uit Sydney.

Hij zal waarschijnlijk zo terug zijn.

Wanneer kom je terug naar school?

Mijn hond gaat terug naar zijn eigen hok.

De Alpinisten volbrachten de beklimming, maar ze keerden niet veilig terug.

Ze was heel blij dat haar zoon veilig terug was gekomen.

Hij kwam twee dagen later terug.

Elke keer als ik dat liedje hoor denk ik aan terug aan de dagen in het middelbare onderwijs.

Ze bracht een geleend boek terug naar de bibliotheek.

Ze belde hem terug om iets terug te geven dat hij achtergelaten had.

Ze belde hem terug om iets terug te geven dat hij achtergelaten had.

Ze bracht het boek terug naar de bibliotheek.

Hij komt straks terug.

Ik neem alles terug.

Ik weet niet wanneer hij terug is gekomen uit Frankrijk.

Drie uur later kwam hij terug thuis.

"Slapen vrienden met hun vrienden en vermoorden ze daarna?" vroeg Dima terug.

Ik wacht ongeduldig morgen af om je terug te zien.

Gooi de bal terug naar mij.

Geef me mijn man terug!

Hij komt weldra terug.

Hij is net vanuit het buitenland terug.

Het enige waar ik nu naar smacht is mijn ouders terug te zien.

Wat voorbij is, is voorbij, en het komt nooit meer terug.

Ze zei dat ze vlug terug zou zijn.

Hij kwam niet terug vanwege heimwee, maar omdat hij bijna door zijn geld was.

De rust keert terug.

Het is beter terug te keren, dan te verdwalen.

Het doet mij plezier dat ge terug zijt.

In 1900 verliet hij Engeland, om nooit meer terug te keren.

Vorig jaar kwam ik terug thuis en was ik verrast, dat het dorp en de mensen helemaal veranderd waren.

Ze zei dat ze spoedig terug zou komen.

Ge moogt weggaan, op voorwaarde dat ge tegen vijf uur terug zijt.

Kom terug naar huis.

Na tien minuten was alles terug in orde.

Hij kwam gisteren terug uit het buitenland.

Haar enige wens was haar enige zoon een laatste keer terug te zien.

Draai de wijzers van een uurwerk niet terug.

Toen hij terug bij kwam, lag hij in het park.

Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug!

Ik kwam juist terug uit Groot-Brittannië.

Na de storm werd de zee terug kalm.

Ik kom nooit meer terug.

Morgen keer ik terug naar Japan.

Het verheugt me je terug te zien.

En zo raakte Pandark verloren in zijn kamer en zag men hem nooit meer terug. Sommigen zeiden dat hij van honger omkwam, anderen zeiden dat hij nog steeds ronddwaalt op zoek naar zijn cd's.

Kom morgennamiddag terug, dan zal ik meer tijd hebben om met u te spreken.

Ik kom overmorgen terug naar Australië.

Ik hoop u volgend jaar terug te zien.

Laat ons vertrekken van zodra hij terug is.

's Avonds kwam mijn duif zwaar gewond terug.

Ik zal gaan als hij terug is.

Wanneer keert ge terug naar Italië?

Het verleden komt nooit terug.

Weet gij wanneer ze plannen om terug te komen?

De vrede kwam terug na drie jaar oorlog.

Ik heb Rik niet gezien sedert hij terug is uit Nieuw-Zeeland.

Mike kwam om vijf uur in de bibliotheek terug.

Drie uur later keerde hij naar huis terug.

En op zonnige dagen vlogen de duiven terug naar huis.

Hoe laat komt ge terug?

Spijtig, mijn baas slaapt nu. Kom morgen terug alstublieft.

Over een uur ben ik terug.

Haar haar groeide terug naar z'n originele lengte.

Wanneer komt ze terug thuis?

Maria besliste hem nooit meer terug te zien.

Ze durfde op geen enkele manier terug naar daar gaan.

Daar een rubberen bal elastisch is, botst hij terug.

Alle bezoekers keerden terug naar huis, de ene na de andere.

Twee uur later kwam hij terug.

Wanneer komt ge terug?

Ik ben deze lente terug thuisgekomen.

Het zal nog een tijdje duren eer hij er terug bovenop is.

Geef mij de band alstublieft morgen terug.

Wanneer ga je terug naar Japan?

Wanneer gaan jullie terug naar Japan?

Wanneer gaat u terug naar Japan?

Wat voorbij is, komt niet terug.

Hij zal over tien minuten terug zijn.

Paul kwam terug met de vader.

Heen en terug? Enkele reis.

Neem me niet kwalijk. Ik neem terug wat ik heb gezegd.

Is Jim nog niet terug?

Also check out the following words: rende, baasje, mis, dol, tennissen, kennissen, kwaad, kennis, Ieder, eenzaam.