Dutch example sentences with "honden"

Learn how to use honden in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."

Je moet geen slapende honden wakker maken.

Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.

Blaffende honden bijten niet.

Met onwillige honden is het slecht hazen vangen.

Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.

Onze kinderen houden van honden, maar ik verkies katten.

Zij heeft heel veel schrik van honden.

Maak geen slapende honden wakker.

Katten kunnen in bomen klimmen, maar honden niet.

Mensen, honden, vissen en vogels, allemaal zijn het dieren.

Zij liepen in de tuin om aan die bloeddorstige honden te ontsnappen.

Jane heeft liever honden dan katten.

De twee honden slapen.

We hebben twee honden, drie katten en zes kippen.

Het meisje heeft schrik van honden.

Alle honden zijn trouw.

Ze is doodsbang voor honden.

Hij is erg bang van honden.

Om een of andere vreemde reden spreek ik mijn honden altijd aan met een Iers accent.

Ik hou van honden maar mijn zus houdt van katten.

Gisternacht heb ik honden horen huilen.

Jane houdt meer van honden dan van katten.

Deze honden zijn groot.

Ik hou van honden en mijn zus houdt van katten.

Ge hebt vier honden.

De honden blaffen.

Altijd wanneer de schoolbel klonk, staarde Ivan kwijlend in het niets. Na verscheidene mislukte uitdrijvingen ontdekten zijn ouders dat hij een reïncarnatie was van een van Pavlovs honden.

Ik heb liever katten dan honden.

Ik heb drie honden.

Je hebt vier honden.

De honden zijn in de tuin.

Hij heeft een kat en twee honden.

Ik hou erg van honden.

Plotseling verschenen er drie honden voor ons.

Bijna alle honden zijn levend.

Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.

Onze kinderen houden van honden, maar ik hou meer van katten.

De twee honden vochten voor het been.

Mogen honden vis eten?

Pas op voor de boze honden.

Ik zie een vrouw en twee honden in de auto.

Ik heb schrik van honden.

Ik hou van katten en honden.

Ik hou van honden.

Hij is bang voor de honden.

Honden houden van het najaar.

Ik hou zowel van honden als van katten.

Honden kunnen kleuren niet onderscheiden.

Weet je iets over het trainen van honden?

Ik wist niet dat honden goed konden zwemmen.

Honden kunnen zwemmen.

Honden verboden.

De helft van mijn klas houdt van honden.

Ik heb twee honden. De ene is wit, de andere zwart.

Alle honden zijn levend.

Ik ben allergisch voor honden.

Sinds 2010 is het bij de Universiteit Utrecht mogelijk om honden en katten met kanker te bestralen.

Een oogscanner houdt nieuwsgierige andere honden buiten de deur.

Ik haat honden.

Mannen zijn als honden. Ze zijn altijd blij om je te zien, maar hebben geen idee waarom je boos op ze bent.

Tom heeft angst voor grote honden.

De honden blaffen, de karavaan trekt verder.

Tom heeft nog drie honden.

Tom heeft drie andere honden.

Tom heeft drie honden.

Mijn hond heet Belysh. Deze zomer heb ik hem geleerd om pootje te geven. Iedere morgen sta ik vroeg op en geef hem te eten. Daarna gaan we een eindje wandelen. Hij beschermt me tegen andere honden. Wanneer ik fiets, rent hij naast me. Hij heeft een vriend, haar naam is Chernyshka. Hij vindt het leuk om met haar te spelen. Belysh is een hele vriendelijke en slimme hond.

Honden kunnen in het donker zien.

Ik houd niet zo heel erg van honden.

Ik vind honden niet zo heel erg leuk.

Ik hou niet heel erg van honden.

Tom was vroeger bang voor honden.

De honden maakten ons bang.

Kijk uit voor dolle honden.

Ik ben bang voor honden.

Tom houdt niet echt van honden.

Door honden gebeten honden, bijten.

Door honden gebeten honden, bijten.

Hou je van honden of van katten?

We hebben een kat en verschillende honden.

Honden hebben bazen. Katten hebben personeel.

Oude honden kunnen nieuwe trucs leren.

Stinkdieren vrezen geen honden, evenmin mannen.

Heb je liever katten of honden?

De honden willen niet vechten.

Honden houden hun temperatuur op pijl door hun tong uit te steken.

Honden kunnen niet spreken, maar de ogen van het hondje leken te zeggen: "Nee, ik heb geen thuis."

Tom haatte zijn leven lang honden en katten.

Tom is bang voor honden, nietwaar?

We kunnen honden, katten, vogels, enzovoort hebben.

We zijn geneigd te denken dat de meeste honden bijten.

Ze houdt veel van honden.

Zijn er honden die rauwe vis eten?

Mensen houden van honden.

Tom houdt van honden.

Honden zijn slim.

Honden zijn wit.

Tom haat honden.

Honden hebben liefde nodig.

Honden haten katten.

Tom traint honden.

Also check out the following words: stoplicht, letten, wijn, lekker, twijfel, gekozen, wilde, kerst, roman, bekende.