Dutch example sentences with "geeft"

Learn how to use geeft in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Geweldig. Niemand geeft me iets.

Als je nog één keer zo'n grote mond geeft, lees ik vanavond geen verhaaltje voor.

"Je kleren worden nog vies." "Geeft niet. Ze waren toch al niet echt schoon."

Het geeft een warm gevoel wanneer je in een liedje in een - naar het schijnt! - vreemde taal (Slowaaks, Macedonisch, Sloveens) woorden hoort die je al kent vanaf je kindertijd en zelfs hele stukken van zinnen begrijpt.

Als je anjers 7Up geeft in plaats van water, staan ze veel langer - vaak wel drie of vier weken.

Geeft u mij een kaartje voor de voorstelling van zeven uur, alstublieft.

Stront door het geweer geschoten geeft de mooiste zomersproeten.

Zij geeft altijd direct antwoord.

Behalve Engels geeft hij ook wiskunde.

Hij geeft niet om ijs.

Dat geeft niets.

Hij geeft les in wiskunde en ook in Engels.

Hij geeft handvaardigheidsles op school.

Nacht geeft raad.

Geeft u me de sleutel.

Het geeft veel voorbeelden voor elk geval.

Je geeft het niet zo gemakkelijk op, nietwaar?

Ervaring geeft zekerheid.

Ze geeft evenveel uit als ze binnen krijgt.

Liefde heeft geen kleur, liefde geeft kleur.

De koe geeft ons melk.

Zijn uitspraak geeft aan dat hij een buitenlander is.

Deze lijst geeft ook de vroegere leden van de groep.

De heuvel geeft een goed uitzicht.

Waarom geeft ge uw fout niet toe?

De professor geeft les in Engelse conversatie.

Werk en vermaak zijn beide nodig voor de gezondheid; het ene geeft ons rust, het andere geeft energie.

Werk en vermaak zijn beide nodig voor de gezondheid; het ene geeft ons rust, het andere geeft energie.

Wie brood geeft, kent geen honger.

Wie vlug geeft, geeft dubbel.

Wie vlug geeft, geeft dubbel.

Hoop geeft geen brood.

Iedereen geeft raad, maar niet als het nodig is.

Hij geeft niet alleen les Engels, hij schrijft ook romans.

De tentoonstelling geeft een volledig overzicht van de antieke beschaving.

Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.

Gonzales geeft al zijn werknemers in Europa een fiets.

Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert.

Zijn talent en intelligentie tentoonspreiden geeft dikwijls een verkeerd resultaat.

Ze geeft de bloemen water.

Hij geeft vlees aan de hond.

Jean-Luc geeft Beverly het boek van Shakespeare.

Koffie geeft je energie!

Neemt u alstublieft contact met mij op als u de voorkeur geeft aan een kamer dichter bij de conferentiezaal.

Mijn beste vriend geeft me altijd goede raad.

Mijn beste vriendin geeft me altijd goede raad.

Onze koe geeft ons geen melk.

Hoeveel fooi geeft men in Spanje?

Die kerel geeft mij een slechte indruk.

Tom geeft les in sportpsychologie.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.

Je zorgen maken is als een schommelstoel; het geeft je iets te doen, maar je komt er nergens mee.

Tom geeft aan goede doelen.

Julia geeft een kus aan haar dochter.

Dat woord geeft mijn gevoelens weer.

De moeder geeft haar dochtertje melk.

Mevrouw Klein geeft elke vrijdag een test.

Hij geeft altijd geschenken aan zijn vrouw.

Deze bloem geeft een sterke geur af.

Hij geeft les Engels.

Maria geeft veel geld uit voor kleren.

Ik vergiftig de koning als je me een beloning geeft.

Mijn horloge geeft de datum aan.

Het raam geeft uit op de binnenplaats.

Zij geeft ons de schuld.

Hij geeft haar alles waar zij om vraagt.

Leen geen boeken uit! Niemand geeft ze terug. De enige boeken in mijn bibliotheek zijn er die ik geleend heb.

Ervaring is de naam die iedereen geeft aan zijn fouten.

Een walvis is een zoogdier. Met andere woorden, het geeft melk aan zijn jongen.

Wat geeft u het recht zo te spreken?

Geeft u me het zout door, alstublieft.

Geeft u me een pen en een paar bladen papier, alstublieft.

"Geeft uw horloge de juiste tijd aan?" "Neen, ze loopt iedere dag tien minuten voor".

Geeft u me iets te drinken.

Simina geeft veel geld uit aan sigaretten.

Geeft u me alstublieft uw telefoonnummer.

Joke geeft haar Turkse buurmeisje Nederlandse lessen.

Dit geeft mij altijd de kracht om verder te gaan.

Tom geeft mij een boek van hem.

Als je me er nog eentje geeft, dat is beter.

Het geeft deze kinderen hoop.

Geeft u dat aan niemand.

Vallen geeft niet, maar je moet wel opstaan.

Als je iemand de hand geeft, kijk dan in zijn ogen.

Vivian Ward geeft enkele Rodeo Drive verkoopsters een koekje van eigen deeg in de film Pretty Woman.

Het bijhouden van een dagboek geeft ons ook de kans om op ons dagelijks leven te reflecteren.

Hij geeft Engels voor de kost.

Het geeft Tom veel voldoening om zoveel mogelijk problemen te veroorzaken.

Samen met ijzer, dat de mooie rode kleur geeft, worden er in de zee ook natriumhydroxide (NaOH) geloosd, aluminium (Al), titanium (Ti), chroom (Cr), cadmium (Cd), kwikzilver (Hg), arsenicum (As) en andere zware metalen die gevaarlijk voor de gezondheid zijn en een grote invloed hebben op flora en fauna.

Ik heb een vriend die zijn hond aardbeien te eten geeft.

Geeft u alles aan.

Hij geeft nooit een cent van zijn geld weg.

Hij geeft echt om zijn ouders.

Geeft u me een kopje koffie, alstublieft?

Het straatje geeft uit op de markt.

De natuur is het enige boek dat ons op iedere pagina inhoud geeft.

Tom geeft les.

Zij is degene die onze hond te eten geeft.

Deze deur geeft op de tuin uit.

Een goed begin geeft moed en zin.

Ze geeft haar fout niet toe.

Also check out the following words: berg, bedekt, sneeuw, totdat, belde, hard, probeert, leer, maanden, bloemen.