Dutch example sentences with "denk"

Learn how to use denk in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Denk er eens over na.

Ik denk dat de zaak er wat anders voor staat wanneer je hierover nadenkt op de lange termijn.

Wat denk je dat ik aan het doen was?

Wat denk je, wat zou ze gaan doen?

Denk er eens over na als je wil.

Ik denk dat je je maar beter netjes kunt gedragen.

Denk je dat de mensen op een dag de maan zullen koloniseren?

Ik denk dat ons samenwonen je manier van leven beïnvloed heeft.

Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk!

Ja, dat denk ik ook.

Ik denk dat ik een verkeerd nummer heb.

Ik denk dat hij niet komt.

Ik denk niet dat hij komt.

"Komt hij?" "Nee, ik denk het niet."

Het is zo broeierig, ik denk dat het zo meteen gaat onweren.

Wat denk je ervan?

Denk je vaak terug aan je kindertijd?

Ik krijg heimwee als ik aan m'n familie denk.

Denk je niet?

Denk niet bij het laatste vel: wie na mij komt, die redt het wel.

Ik denk eraan naar Canada te gaan volgend jaar.

Waarom is voetbal niet populair in Amerika, denk je?

Ik denk, dus ik ben.

Wie denk je dat ik ben?

Ik denk dat een film interessanter is dan welk boek ook.

Elke keer als ik dat liedje hoor denk ik aan terug aan de dagen in het middelbare onderwijs.

"Kan je dat op een week doen?" "Ik denk het wel."

Denk voor je spreekt.

Denk jij dat vissen kunnen horen?

Wat denk jij van zijn voorstel?

Wat denk jij van hem?

Welnee, dat denk ik niet!

Denk aan het goede.

"Dima?" vroeg de man die Dima "Al-Sayib" noemde. "Ik ken geen Dima. Sorry. Ik denk dat je het verkeerde nummer hebt."

"Nee..." zuchtte Dima. "Ik denk dat ik naar het verkeerde land gebeld heb. Laat ik de andere nummers in de 960 eens proberen."

Wat denk je daarvan?

"Wat?" zei Al-Sayib. "Denk je dat je nu ineens met een Armani moet gaan lopen pronken, omdat je op de internationale tv bent?

Ik denk dat hij succes zal hebben.

Ik denk dat je honger hebt.

En denk eraan, ook uit druiven kan men wijn produceren.

Deze sleutelhangers gaan als warme broodjes over de toonbank. Ik denk dat ze morgen al uitverkocht zullen zijn.

Ik denk niet dat we daar een apart woord voor hebben.

Ik denk dat Tom gelijk heeft.

Ik denk de hele tijd aan jullie.

Wat denk je van oorlog?

Denk erom, schaats alleen waar al anderen zijn geweest, en pas op dat je niet in een wak valt!

Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past.

Denk je dat hij het werk alleen gedaan heeft?

Ik denk dat het ervan afhangt.

Ik denk dat we best nog een half uur wachten.

Ik denk niet, dus ik besta niet.

Zelfs rekening houdend met uw uitleg, denk ik nog dat de schuld bij u ligt.

Ik denk met mijn hoofd.

Ik denk dat dit in orde is.

Ik denk dat ik het voor u zou moeten doen.

Denk er zelfs niet aan van mijn chokolade te eten!

Ik geloof Naomi niet; ik denk dat ze liegt.

Ik denk dat het voor u niet moeilijk zal zijn om een rijbewijs te halen.

Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.

Denk je dat zoiets mogelijk is?

Ik denk dat je me voor iemand anders neemt.

Ik denk dat je me met iemand anders hebt verward.

Wanneer ik dit lied hoor, denk ik aan jou en mis ik je.

Ik denk dat ge haar wat uitleg zult moeten geven.

Ik denk dat ik zwaarder word.

Ik denk dat ze 40 jaar is.

Altijd als ik die dichtbundel zie, denk ik aan u en onze woorden over de dichter.

Denk je dat dieren een ziel hebben?

Ik denk dat Juan Maria graag heeft.

Ik denk dat ik wat te veel op heb.

Ik denk dat het voor hem nodig is naar daar te gaan.

Ik denk dat hij gaat komen, maar ik ben niet heel zeker.

Ik denk dat hij nu in zijn huis is.

De mensen zijn slecht, ze denken alleen aan zichzelf; alleen ik denk aan mij.

Waaraan denk je als je deze afbeelding ziet?

Terugblikkend op 2010 denk ik dat ik te veel tijd verkwistte.

Ik denk dat ik ga niezen... geef mij een zakdoek.

Ik denk niet dat er een cultuur bestaat waar verkrachting niet als een zware misdaad wordt beschouwd.

Hij heeft twee zonen, denk ik.

Ik denk dat ge dat zelf moet doen.

Laat mij zeggen wat ik denk.

Mijn vader was toen een beetje donken, denk ik.

Waarom wilt ge weten waaraan ik denk?

Ik denk dat hij je niet kan helpen.

Ik denk dat ze veertig jaar is.

Ik denk dat ik ga flauwvallen.

Ja, ik denk dat ge best gaat.

Ik denk niet dat dat een goed idee is.

Nu denk eraan dat ge niet moogt roken in zijn auto.

Nu denk eraan dat ge niet moogt roken in haar auto.

Ik denk nooit aan de zomer zonder te denken aan mijn kindertijd.

Ik denk dat er iemand aan de deur klopt.

Ik denk dat hij zal slagen.

Spijtig genoeg denk ik dat ik niet veel zou kunnen helpen.

Denk er eens over.

Ik denk dat dat gerucht waar is.

In de loop van de week, denk ik.

Ik denk dat de meesten van hen naar huis zijn gegaan.

Ik denk dat ik nu moet weggaan.

Ik denk alleen aan jou.

Ik denk dat ik niet duidelijk genoeg ben geweest.

Also check out the following words: Goedendag, Amerikanen, hoeveelheid, verdient, beschouwen, maatstaf, hulp, opdracht, volbracht, volbrengen.