Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel.

Drink wat thee.

Ik drink niet zoveel dat ik dronken word.

Als je erop staat, drink ik er nog een.

Ik drink niet veel wijn.

's Morgens drink ik altijd een kop koffie.

Ik drink geen alcohol.

Ik drink water, want ik heb dorst.

Ik drink geen koffie.

Drink minstens twee glazen melk per dag.

Drink minder en slaap meer.

Maak je geen zorgen! Ook al drink ik, ik rijd er niet slechter van.

Drink niet zoveel bier.

Ik drink gewoonlijk veel melk.

Ik rook noch drink.

Ik drink nooit thee met citroen.

Drink je koffie?

Drink toch wat koffie. Het smaakt zeer goed, vind ik.

Ik drink nooit.

Ik drink geen water.

Drink je thee of koffie?

Drink zoveel water als je maar wil!

Drink het water niet uit het vuile glas!

Ik drink thee zonder suiker.

Morgenochtend om negen uur heeft u een gastroscopie, eet of drink daarom alstublieft niets meer vanaf negen uur vanavond.

Ik drink melk.

Als ik bloemkool eet of melk drink, dan word ik zeer winderig.

Drink geen bier vooraleer te gaan slapen.

Ik drink water in de keuken.

Drink je thee?

Ik drink geen bier meer.

Eet en drink.

Drink niet veel wijn!

Ik drink water.

Drink niet uit mijn glas.

Drink iets met me.

Drink een glaasje water.

Nee bedankt, ik drink geen bier.

Ik drink 's morgens altijd twee kopjes koffie.

Meestal drink ik zwarte koffie want ik hou niet van melk.

Drink meer water.

Vroeger vond ik zwarte thee altijd lekkerder dan koffie, maar de afgelopen tijd drink ik beide ongeveer evenveel.

Ik drink nooit alleen.

Drink iets.

Ik drink zijn bier.

's Avonds drink ik alleen een kop thee.

Ik drink bier.

Drink niet op een lege maag!

Hoe drink jij je koffie?

Wat drink je, witte of rode?

Eet veel brood, drink een beetje wijn!

Ik drink sinaasappelsap.

Drink koffie.

Ik drink vanavond niet.

Eet wat gaar is. Drink wat helder is.

Spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is.

Ik drink koffie met melk.

Ik drink mijn koffie.

Ik drink liever cola dan koffie.

Ik drink koffie.

Ik drink.

Drink je veel melk?

Drink het op!

Drink je?

Drink genoeg!

Drink dat op!

Drink je melk op.

Wat drink je?

Ik drink te veel.

Hier, drink dit op!

Ik drink te veel!

Drink melk!

Drink je wijn?

Ik drink niets.

Drink dat niet!

Drink dit sap!

Ik drink een fruitsap.

Ik drink fruitsap.

Drink jij bier?

Ik drink wijn.

Prinses, drink het drankje niet.

Ik drink glühwein.

Drink water.

Drink wat water.

Drink alsjeblieft thee.

Ik drink thee.

Drink het water niet!

Drink niets.

Drink niet al het sinaasappelsap.

Ik drink graag wijn.

Drink je thee, Tom.

Ik drink vaak thee.

Ik drink ook thee.

Ik drink graag.

Ik drink alleen water.

Ik drink het water.

Drink je melk.

Drink uw melk.

Drink jullie melk.

Ik drink veel vruchtensap.

Thuis drink ik nooit.