Dutch example sentences with "bezocht"

Learn how to use bezocht in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht.

Ik heb Roemenië een aantal jaar geleden bezocht.

Ik bezocht Dan.

Ik had die stad nog nooit bezocht, slechter nog, ik kende zelfs geen woord van de taal die daar werd gesproken.

Ik heb hun huizen al bezocht.

Met mijn caravan heb ik al dikwijls esperantocongressen bezocht.

Carol heeft vorige maand Boston bezocht.

Voor de eerste keer in mijn leven heb ik Rome bezocht.

Veel mensen hebben Japan bezocht.

Ik heb twee weken geleden Disneyland voor de eerste keer bezocht.

Er is al veel tijd voorbij sinds ik mijn grootmoeder bezocht heb.

Ik heb New York voor het eerst bezocht.

Hij heeft drie maal Frankrijk bezocht.

Hij heeft al meermaals Europa bezocht.

Toen ik in het buitenland was, heb ik uw oom bezocht.

Ik bezocht het automuseum in Tokio-stad.

Zij heeft mij niet op zondag, maar op maandag bezocht.

Ze heeft ons gisteren bezocht.

Ik ben verloren gelopen vorige keer dat ik u bezocht.

Heb je de Tower of London bezocht?

Perry bezocht Uraga in 1853.

Ik heb Canada lang geleden bezocht.

Ze hebben hun ouders bezocht gisteren.

Ik heb haar zondagochtend bezocht.

Ik bezocht haar op zondagochtend.

Hij bezocht Kyoto vorig jaar.

Ik heb Kioto driemaal bezocht.

Hij heeft veel plaatsen bezocht.

Heb je ooit Hokkaido bezocht?

Mijn vader vroeg me wie hem eergisteren bezocht had.

Hebt ge Hawaï al eens bezocht?

Welke landen heb je bezocht?

Wat was het laatste concert dat je bezocht hebt?

De politieagent bezocht alle huizen.

Hij heeft Europa een paar keer bezocht.

Toen ze in Europa was, heeft ze Rome bezocht.

Ik bezocht Parijs een lange tijd geleden.

De laatste keer dat ik naar China ging, bezocht ik Shanghai.

Prins Albert, een lid van de koninklijke familie, bezocht vorig jaar onze school.

Ik had nog nooit een windmolen gezien totdat ik Nederland bezocht.

Ik bezocht hem gisteren.

Ik heb Hokkaido al eens bezocht.

Tom bezocht het Rijksmuseum toen hij in Amsterdam was.

Een groep buitenlandse studenten heeft het lyceum van Akira bezocht.

Een jaar later bezocht hij de Sovjet-Unie.

Zij bezocht haar grootmoeder.

Ik heb Boston bezocht.

Ze bezocht me geregeld.

Ze heeft gisteren haar tante bezocht.

Mijn vader vroeg mij, wie hem de vorige dag bezocht had.

Oom George bezocht ons nooit zonder een of ander cadeau.

De gepensioneerde rechter bezocht vroeger regelmatig prostituees.

Het concert was zeer goed bezocht.

Ik bezocht veel streken in Engeland.

Sami bezocht Layla in haar dansstudio.

Mijn vader wilde dat ik deze plaats bezocht.

Sami bezocht veel landen in de regio.

Hij bezocht veel verschillende moskeeën.

Sami bezocht een moskee.

Niemand bezocht mijn land.

Tom bezocht vier landen.

Hij heeft veel landen in Azië bezocht.

Sami bezocht veel moslimlanden.

Tom heeft veel landen bezocht.

Welke landen hebben jullie bezocht?

Welke landen heeft u bezocht?

Hoeveel landen heb je bezocht?

Hoeveel landen heeft u bezocht?

Hoeveel landen hebben jullie bezocht?

De koningin bezocht het museum.

Hoeveel musea heb je bezocht?

Hoeveel museums heb je bezocht?

Hoeveel musea heeft u bezocht?

Hoeveel museums heeft u bezocht?

Hoeveel musea hebben jullie bezocht?

Hoeveel museums hebben jullie bezocht?

De paus bezocht Brazilië.

Maria heeft Hongarije bezocht.

Ik bezocht het museum vaak toen ik in Kyoto woonde.

Ik ben verloren gelopen toen ik je voor het eerst bezocht.

Ik ben verloren gelopen toen ik u voor het eerst bezocht.

Ik ben verloren gelopen toen ik jullie voor het eerst bezocht.

Ik bezocht haar in Duitsland.

Ik heb haar in Duitsland bezocht.

Gisteren heb ik Toms huis bezocht.

Hij bezocht China in 1998.

Brazilië werd bezocht door de paus.

Ze bezocht hem eens per jaar.

Heb je Kioto al bezocht?

Hij bezocht ons vaak toen ik klein was.

Ik ben verdwaald toen ik jullie voor het eerst bezocht.

Ik ben verdwaald toen ik u de eerste keer bezocht.

Ik ben verdwaald toen ik je de eerste keer bezocht.

Ik heb alle internationale luchthavens bezocht.

Tom bezocht Maria in Boston.

Als ik had geweten dat je ziek was, had ik je in het ziekenhuis bezocht.

Ze bezocht hem eenmaal per jaar.

Heb je het park niet bezocht?

Toen hij in Londen was, heeft hij het British Museum bezocht.

Hij bezocht de kust van Zuid-Amerika in 1499.

Hij bezocht de Zuid-Amerikaanse kust in 1499.

Also check out the following words: uitgenodigd, zien, rennen, gezien, minder, vijftien, dollar, geleerd, leven, WestEuropa.