El verbo en neerlandés 'voorkomen' conjugado en todos los tiempos y modos verbales.
¡Reemplaza Google Traductor por Mate! Desarrollamos Mate con un hermoso diseño para los usuarios de Mac que están aprendiendo un idioma. Puedes traducir sitios web, subtítulos de Netflix o cualquier otro texto del neerlandés a otros 102 idiomas con solo hacer doble clic. También puedes buscar sinónimos y armar un glosario de frases. Únete a otros 800.000 estudiantes con una prueba de 7 días.
¡Reemplaza Google Traductor por Mate! Desarrollamos Mate con un hermoso diseño para los usuarios de que están aprendiendo un idioma. Puedes traducir de manera elegante texto y audio en cualquier aplicación del neerlandés a otros 102 idiomas. También puedes aprender pronunciación y armar un glosario de frases. Únete a otros 800.000 estudiantes.
¡Reemplaza Google Traductor por Mate! Desarrollamos Mate con un hermoso diseño para los usuarios de que están aprendiendo un idioma. Puedes traducir sitios web y subtítulos de Netflix del neerlandés a otros 102 idiomas con solo hacer doble clic. También puedes aprender pronunciación y armar un glosario de frases. Únete a otros 800.000 estudiantes.
Obtén Mate gratisik | zou voorkomen |
jij | zou voorkomen |
hij | zou voorkomen |
wij | zouden voorkomen |
jullie | zouden voorkomen |
zij | zouden voorkomen |
ik | zou voorkomen; voorgekomen hebben |
jij | zou voorkomen; voorgekomen hebben |
hij | zou voorkomen; voorgekomen hebben |
wij | zouden voorkomen; voorgekomen hebben |
jullie | zouden voorkomen; voorgekomen hebben |
zij | zouden voorkomen; voorgekomen hebben |
ik | voorkom; kom voor |
jij | voorkomt; komt voor |
hij | voorkomt; komt voor |
wij | voorkomen; komen voor |
jullie | voorkomen; komen voor |
zij | voorkomen; komen voor |
ik | heb voorkomen; voorgekomen |
jij | hebt voorkomen; voorgekomen |
hij | heeft voorkomen; voorgekomen |
wij | hebben voorkomen; voorgekomen |
jullie | hebben voorkomen; voorgekomen |
zij | hebben voorkomen; voorgekomen |
ik | voorkwam; kwam voor |
jij | voorkwam; kwam voor |
hij | voorkwam; kwam voor |
wij | voorkwamen; kwamen voor |
jullie | voorkwamen; kwamen voor |
zij | voorkwamen; kwamen voor |
ik | had voorkomen; voorgekomen |
jij | had voorkomen; voorgekomen |
hij | had voorkomen; voorgekomen |
wij | hadden voorkomen; voorgekomen |
jullie | hadden voorkomen; voorgekomen |
zij | hadden voorkomen; voorgekomen |
ik | zal voorkomen |
jij | zult voorkomen |
hij | zal voorkomen |
wij | zullen voorkomen |
jullie | zullen voorkomen |
zij | zullen voorkomen |
ik | zal voorkomen; voorgekomen hebben |
jij | zult voorkomen; voorgekomen hebben |
hij | zal voorkomen; voorgekomen hebben |
wij | zullen voorkomen; voorgekomen hebben |
jullie | zullen voorkomen; voorgekomen hebben |
zij | zullen voorkomen; voorgekomen hebben |
jij | voorkom; kom voor |