Dutch example sentences with "vraag"

Learn how to use vraag in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Vraag hem eens of hij Japans spreekt.

Ik moet je een domme vraag stellen.

Waarom vraag je dat?

Goeie vraag.

Beantwoord de vraag.

Ik heb een vraag.

De vraag is dit.

Mag ik een vraag stellen?

Er is nog een vraag die we moeten bespreken.

Moet je echt de vraag stellen om het antwoord te weten te komen?

Vraag en u zal gegeven worden.

Ik wil graag een vraag stellen.

Ik vraag me af wat er gebeurd is.

Ontwijk mijn vraag niet.

Ik vraag me af wat het eerste land zal zijn dat Tatoeba zal censureren.

Ik vraag me af waarom hij er niet was.

Ik vraag me af of de zeespiegel echt stijgt, wanneer het ijs op de Noordpool smelt.

Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.

Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen.

Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen.

Ik vraag me af wie dat meisje is.

Ik vraag me af waarom hij te laat is.

Ik apprecieer jouw vraag om zeventig kopieën van mijn opstel te maken.

Vraag hem alstublieft om te wachten.

Alles wat we ons kunnen voorstellen is echt, maar wat echt echt is, is de echte vraag.

Soms vraag ik me af of deze wereld er alleen in iemands hoofd is, en hij ons allemaal tot bestaan droomt. Misschien ben ik het zelfs wel.

Deze vraag is niet makkelijk.

Als je als antwoord op een vraag zegt "misschien!" dan betekent dat "zeker!".

Ik vraag mij af of hij in leven kan blijven met een zo klein loon.

Ik heb een domme vraag.

Op het labeltje aan mijn sjaal staat: "Binnenstebuiten wassen en strijken." Ik vraag me af hoe ik dat moet doen.

Waarom ga je niet gewoon naar die meneer toe en vraag je het hem? Hij zal je heus niet opeten.

Het is moeilijk om op die vraag te antwoorden.

Ik versta die vraag echt niet.

Ik kan niet antwoorden op die vraag.

Hebt ge een vraag over deze les?

Ik vraag mij af waarom hij te laat is.

Deze vraag laat maar een interpretatie toe.

Antwoord maar alleen op de eerste vraag.

Zoudt ge mij deze vraag gesteld hebben als ik een man was?

Antwoord op mijn vraag.

Met betrekking tot deze vraag zijn er drie problemen.

Excuseer dat ik het zo rechtstreeks vraag, maar hoeveel hebt ge ervoor betaald?

Dit is geen gemakkelijke vraag.

Uiteindelijk heb ik het antwoord gevonden op de vraag.

Als ge niet weet wat een "ovenkoekje" is, vraag het dan eens aan een Zwitser.

Ik vraag mij af waarom het hier vandaag zo vol is.

Ik vraag mij af waarom tennis in minirokjes gespeeld wordt.

Ik vraag mij af of er iets met hem gebeurd is.

Vraag mij iets gemakkelijkers.

Vraag mij iets eenvoudigers.

Ik vraag mij af van wie de schaar is.

Ik vraag mij af of ik zijn brief moet beantwoorden.

Ik vraag mij af hoe lang dit zal duren.

Er was geen antwoord op mijn vraag.

Vraag hem waar hij zijn auto geparkeerd heeft.

Ik vraag mij af waar uw broer naartoe is.

Ik vraag u mij een stoel te brengen.

Ik vraag me af wat ze echt bedoelt.

Yoko vermeed te antwoorden op mijn vraag.

Vraag een politieman!

Ik vraag mij af wat er met Paul gebeurd is.

Antwoord op de vraag alstublieft.

Het meisje leek in verlegenheid gebracht door zijn onbeleefde vraag.

Wanneer je een vraag stelt, verwacht je een antwoord.

Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.

Ik vraag me af wat er van hem is geworden.

Is er veel vraag naar deze goederen?

Ze was niet beschaamd om me een vraag te stellen.

Ik vraag me af of hij getrouwd is.

Hij stelde me een vraag.

Vraag hem alstublieft om naar mij te telefoneren.

De vraag is of hij het kan doen of niet.

Ik vraag mij af waarom eieren per dozijn verkocht worden.

Hij ontweek de vraag.

Toen ik hem het eerst ontmoette, was ik verrast door zijn onverwachte vraag.

Ik vraag mij af of ze getrouwd is.

Ik vraag me af welke taal men spreekt in Brazilië.

Je hebt op dat punt gelijk. Ik vraag me af of ze je zullen begrijpen.

Alleen gij kunt de vraag beantwoorden.

De grote vraag, die nooit beantwoord is, en die ik ondanks dertig jaar studie van de vrouwelijke geest nog niet kan beantwoorden, is: "Wat wil een vrouw?"

Antwoord op de vraag.

Waarom vraag je je leerkracht niet om raad?

Ik vraag mij af wanneer Anna komt.

Uw antwoord op de vraag bleek niet juist.

Ik wist niet hoe ik zijn vraag moest beantwoorden.

Dat is geen makkelijke vraag.

Ik begrijp je vraag niet.

Ik begrijp jullie vraag niet.

Ik begrijp uw vraag niet.

Vraag haar alstublieft om te wachten.

Ik vraag me af of hij vannacht zal komen.

De vraag verbaasde hem.

Neem me niet kwalijk, ik heb een vraag.

Ik vraag mij af, wie ik zou uitnodigen.

Ik vraag me af, hoe morgen het weer zal zijn.

Dat vraag ik me ook af.

Er is niet genoeg vraag naar dit product.

Vraag alsjeblieft iemand anders.

Ik vraag me af wat hem van gedachte heeft doen veranderen.

Vraag haar hoeveel soep ze wil.

Also check out the following words: rijtje, plank, onbeleefd, openbaar, baas, zetten, Uiteindelijk, teruggebeld, gebeld, Fuji.