De vorige persoon aan wie ik mijn idee vertelde, dacht dat ik gestoord was.

Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.

Ik vertelde haar dat je een aardig meisje bent.

Gedetailleerd vertelde hij wat hij zag.

Ze vertelde me haar geheim niet.

Zij vertelde hem heel haar avontuur.

Hij raakte zo opgewonden dat hij nonsens vertelde.

Gedetailleerd vertelde hij wat hij gezien had..

De schrijver over wie ik je zoveel vertelde is gisteren overleden.

Ze vertelde me een interessant verhaal.

Ik vertelde hem over onze school.

Hij vertelde me zijn levensverhaal.

Hij vertelde me verhalen over India.

De oude man vertelde de kinderen een amusant verhaal.

Hij vertelde het verhaal aan zijn broer.

Ze vertelde mij wat ze in Australië gezien had.

Hij vertelde mij een zielig verhaal.

Hij vertelde me de waarheid.

Tom vertelde Mary om wat koffie en sigaretten te kopen.

Tom vertelde me zijn geheim.

Tom vertelde me dat hij gaat trouwen.

Waarom vertelde je me dat niet?

Mijn vader vertelde ons dikwijls over zijn schooljaren.

Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.

Tom vertelde het niet aan iedereen.

Goed dat je het me vertelde, anders had ik het me nooit herinnerd.

Ik vertelde aan Tom wat er gebeurd was.

Emily vertelde de waarheid.

Heb je gehoord wat zij vertelde?

Hij vertelde me: „Ik heb gisteren dat boek gelezen”.

Er was geen vrijheid van meningsuiting in dat arme land, maar de brutale man vertelde al zijn kritiek aan de rijke koning.

Tom vertelde me dat ik een nieuwe computer zou moeten kopen.

Ze vertelde me dat ze zwanger was.

Wat jij zegt ligt ver af van wat hij me vertelde.

Hij vertelde mij een heel ongeloofwaardig verhaal.

Tom vertelde vol vreugde over hoe hij en Maria samen waren gekomen.

Tom vertelde mij een raar verhaal.

Waarom vertelde men ons de waarheid niet?

Nadat ze het aanmeldingsformulier had ingevuld, vertelde de administratief medewerker haar dat de kosten acht dollar waren.

Ooit vertelde hij me over Indië.

Hij vertelde mij een interessant verhaal.

Hij vertelde me dat zijn vader was overleden.

Yuji vertelde zijn vriend een verhaal over zijn avontuur tijdens de zomervakantie.

Tom vertelde nooit wat ik moest doen.

Tom vertelde me dat hij wilde stoppen met zijn baan.

Tom vertelde me dat hij ontslag wilde nemen van zijn baan.

Tom vertelde Maria dat hij een vuurwapen had.

Tom vertelde Maria dat hij een pistool had.

Tom vertelde Maria dat hij een geweer had.

Tom begaf het en vertelde Maria de waarheid.

Toms moeder vertelde hem een verhaal.

Ze vertelde hem een mop, maar hij lachte niet.

Tom zal nooit weten dat jij het was die me het vertelde.

Tom zal nooit weten dat u het was die me het vertelde.

Vertelde je de waarheid?

Niemand geloofde Kevin, omdat alles wat hij ooit vertelde sterke verhalen waren.

Ik heb me rot gelachen, toen ze mij die grap vertelde.

Tom vertelde iedereen in de kamer over wat er gebeurd was.

Hashimoto vertelde mij het nieuws.

Het verschil tussen de verklaringen van de twee bij het ongeluk betrokken partijen was zo groot dat de autoriteiten het moeilijk vonden om te bepalen welke partij de waarheid vertelde.

Je had haar gezicht moeten zien toen ik het haar vertelde.

Je had Toms gezicht moeten zien toen ik het hem vertelde.

Tom vertelde me dat hij zich daar ongemakkelijk bij voelde.

Tom vertelde mij dat je al in Boston bent geweest.

Tom vertelde me dat hij een paar dingen moest regelen.

Tom doet niet wat je hem vertelde te doen.

Ik vertelde Tom dat ik hem niet mocht.

Waarom vertelde ze het Yidir?

Waarom vertelde ze dat aan mij?

Ik vertelde Tom waar Maria was.

Maria vertelde me dat ze van pizza hield.

Hij vertelde me dat hij van pizza hield.

Zij vertelde me dat ze van pizza hield.

Tom vertelde me dat hij allergisch was voor aardbeien.

Hij vertelde me dat hij naar Venetië zou gaan.

Maria vertelde me dat ze geadopteerd is.

Juliana vertelde me dat je uit São Paulo komt.

Maria vertelde Tom dat ze denkt dat John achterdochtig is.

Hij vertelde de waarheid.

Sami vertelde Layla dat haar vriend biseksueel was.

Hij vertelde me dat hij geïnteresseerd was.

Iemand vertelde me dat Mary haar man heeft verlaten.

Tom vertelde het aan niemand anders.

Uiteindelijk vertelde Tom de waarheid.

Ik heb het boek, waarover je me vertelde, al gelezen.

Sami vertelde Layla wat hij over de islam dacht.

Sami vertelde ons over zijn leven voor de islam.

Sami vertelde Layla hoe hij een moslim is geworden.

Tom vertelde me dat Maria in Boston was.

Tom vertelde me dat Maria op dieet was.

Ik vertelde Tom een verhaal.

Dat is het medicijn waarover ik u vertelde.

Ik weet wat hij zijn vrienden over mij vertelde.

Ik was niet verbaasd toen Tom me vertelde dat hij dat niet hoefde te doen.

Tom vertelde me dat hij gelukkig was.

Hij vertelde haar veel leugens.

Ik was verbaasd toen Tom me dat vertelde.

Ze vertelde mij dat ze dat niet kan doen.

Ze vertelde me dat ze dat niet kan doen.

Ze vertelde mij dat ze dat niet kan.

Ze vertelde me dat ze dat niet kan.