Dutch example sentences with "skiën"

Learn how to use skiën in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Try Mate's Mac app

Translate in Safari and other macOS apps in one click.

try for free

Try Mate's iOS app

Translate in Safari, Mail, PDFs, and other apps in one click.

Try Mate's Chrome extension

Double-click translation for all websites and Netflix subtitles.

Get for free

Try Mate apps

Install it to Chrome (or any other browser) on your computer and read the internet as if there were no foreign languages at all.

Get for free

Ik kan skiën.
Translate from Dutch to English

Mijn jongere zus vroeg mij haar te leren skiën.
Translate from Dutch to English

Direct nadat de piste geprepareerd is, is het er goed skiën, maar later op de dag ontstaan er plekken waar het gras door de sneeuw heen komt.
Translate from Dutch to English

Omdat de kabelbaan buiten bedrijf was, moesten we, voor zover dat kon, naar het dal skiën, en het laatste stukje lopen, omdat daar niet voldoende sneeuw lag.
Translate from Dutch to English

Hij kan totaal niet zwemmen, maar voor skiën is hij de beste.
Translate from Dutch to English

Hoeveel keer per jaar gaat ge skiën?
Translate from Dutch to English

Volgend jaar zult ge goed kunnen skiën.
Translate from Dutch to English

Ik denk dat ik ga skiën.
Translate from Dutch to English

Toen hij jong was kon hij goed skiën.
Translate from Dutch to English

Volgend jaar zal je goed kunnen skiën.
Translate from Dutch to English

We gingen skiën in Canada.
Translate from Dutch to English

Skiën is mijn lievelingssport.
Translate from Dutch to English

Hoeveel keer per jaar ga je skiën?
Translate from Dutch to English

Skiën is mijn passie.
Translate from Dutch to English

De vorige winter ben ik naar Canada gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Welke is makkelijker, skiën of schaatsen?
Translate from Dutch to English

Ik hou van de winter omdat ik dan kan gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Wat is makkelijker, skiën of schaatsen?
Translate from Dutch to English

Mijn ouders houden ervan iedere winter te gaan skiën.
Translate from Dutch to English

We zijn gaan skiën in Canada.
Translate from Dutch to English

Op mijn vijfde kon ik al skiën.
Translate from Dutch to English

Tom is aan het skiën.
Translate from Dutch to English

Ik heb mijn been met skiën gebroken.
Translate from Dutch to English

Ik heb mijn been tijdens het skiën gebroken.
Translate from Dutch to English

Dat weekend ben ik gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Zij skiën.
Translate from Dutch to English

Iedereen is hier aan het skiën.
Translate from Dutch to English

Zij waren aan het skiën.
Translate from Dutch to English

Tom houdt van skiën.
Translate from Dutch to English

Skiën jullie?
Translate from Dutch to English

Skiën is leuk.
Translate from Dutch to English

Kan jij skiën?
Translate from Dutch to English

Kunt u skiën?
Translate from Dutch to English

Kunnen jullie skiën?
Translate from Dutch to English

Tom was aan het skiën.
Translate from Dutch to English

Hij ging skiën.
Translate from Dutch to English

Tom ging skiën.
Translate from Dutch to English

Zij was aan het skiën.
Translate from Dutch to English

Ik hou van skiën.
Translate from Dutch to English

Ik ging skiën.
Translate from Dutch to English

Fadil hield van skiën.
Translate from Dutch to English

Tom hield van skiën.
Translate from Dutch to English

Zij ging skiën.
Translate from Dutch to English

Laten we gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Wij gingen skiën.
Translate from Dutch to English

Sami ging skiën.
Translate from Dutch to English

Ik geniet echt van skiën.
Translate from Dutch to English

Mijn hobby is skiën.
Translate from Dutch to English

Skiën is erg leuk.
Translate from Dutch to English

Zij kan niet skiën.
Translate from Dutch to English

Tom houdt ook van skiën.
Translate from Dutch to English

Waar is skiën uitgevonden?
Translate from Dutch to English

Tom ging alleen skiën.
Translate from Dutch to English

Tom kan niet skiën.
Translate from Dutch to English

Tom is gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Kun je goed skiën?
Translate from Dutch to English

Kunt u goed skiën?
Translate from Dutch to English

Kunnen jullie goed skiën?
Translate from Dutch to English

We zouden moeten gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Hoe was het skiën?
Translate from Dutch to English

Ik kan niet skiën.
Translate from Dutch to English

Ik hou ook van skiën.
Translate from Dutch to English

Ik ga erg vaak skiën.
Translate from Dutch to English

Sam is in januari gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Mijn lievelingssport is skiën.
Translate from Dutch to English

Ik ben goed in skiën.
Translate from Dutch to English

Alle jongens genoten van het skiën.
Translate from Dutch to English

Hij ging in Hokkaido skiën.
Translate from Dutch to English

Ze is goed in skiën.
Translate from Dutch to English

Tom is goed in skiën.
Translate from Dutch to English

Ben je goed in skiën?
Translate from Dutch to English

Bent u goed in skiën?
Translate from Dutch to English

Zijn jullie goed in skiën?
Translate from Dutch to English

Tom wilde gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Ben je ooit gaan skiën?
Translate from Dutch to English

Bent u ooit gaan skiën?
Translate from Dutch to English

Zijn jullie ooit gaan skiën?
Translate from Dutch to English

Ik geniet niet van skiën.
Translate from Dutch to English

Ik ging skiën met Tom.
Translate from Dutch to English

Met wie was Tom aan het skiën?
Translate from Dutch to English

Ik wilde gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Waar ging Tom skiën?
Translate from Dutch to English

Waar ging je skiën?
Translate from Dutch to English

Waar ging u skiën?
Translate from Dutch to English

Waar gingen jullie skiën?
Translate from Dutch to English

Kan je nog steeds goed skiën?
Translate from Dutch to English

Kunt u nog steeds goed skiën?
Translate from Dutch to English

Kunnen jullie nog steeds goed skiën?
Translate from Dutch to English

Tom en Maria gingen skiën.
Translate from Dutch to English

Ik ben dol op skiën.
Translate from Dutch to English

Ik hou van skiën en snowboarden.
Translate from Dutch to English

Waar ging ze skiën?
Translate from Dutch to English

Hou je ervan om op poedersneeuw te skiën?
Translate from Dutch to English

Ik zou graag gaan skiën.
Translate from Dutch to English

Mijn familie gaat elke winter skiën.
Translate from Dutch to English

Hij ging in de winter skiën.
Translate from Dutch to English

Hij viel tijdens het off-piste skiën.
Translate from Dutch to English

Tom dacht waarschijnlijk dat ik kon skiën.
Translate from Dutch to English

Met wie ging Tom skiën?
Translate from Dutch to English

Tom en Maria gingen samen skiën.
Translate from Dutch to English

Weet jij hoe je moet skiën?
Translate from Dutch to English

Also check out the following words: verrassingsaanval, uit, vijand, veganist, vlees, eten, eet, vis, zeevruchten, ook.