Dutch example sentences with "ontmoet"

Learn how to use ontmoet in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.

Ik ontmoet je zondag om drie uur.

Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.

Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?

Toen ik haar in Boekarest had ontmoet, was Anca een student.

Ik ontmoet Mihaela elke morgen in de metro.

Ik heb Mihaela ontmoet op het metrostation.

Als u de zussen Orleanu ontmoet, nodig ze dan uit voor Ruxandra's verjaardag. En vergeet hun broer niet.

Herinner je je de dag nog dat we elkaar voor het eerst ontmoet hebben?

Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.

Wie goed doet, goed ontmoet.

Wie heb je ontmoet?

We hebben elkaar ontmoet in de les Amerikaanse geschiedenis

Bel me onmiddellijk nadat je hem hebt ontmoet.

Ontmoet je hem vaak?

Wanneer heb je hem ontmoet?

Ik herkende de leerkracht onmiddellijk, want ik had hem al eerder ontmoet.

Ik heb Ken gisteren ontmoet.

Gisteren heb ik je zoon ontmoet en hij heeft me beleefd gegroet.

De zoon van de koning heeft haar ontmoet.

Wij hebben een schrijver ontmoet.

Ik heb hem gisteren bij toeval ontmoet in de luchthaven.

Ik heb een oude vriend ontmoet buiten het stationsgebouw.

Op dit feest heb ik redelijk veel beroemdheden ontmoet.

Ik ben heel blij u hier ontmoet te hebben.

Ik heb hem eens ontmoet toen ik studente was.

Ik heb hem ontmoet tijdens mijn verblijf in Londen.

Ik heb een kennis ontmoet in de luchthaven.

We hebben haar toevallig ontmoet in het park.

Ik heb hem ontmoet toen hij in Japan was.

Ik heb uw vriend ontmoet.

Ik heb haar zopas ontmoet.

Ik heb hem niet lang geleden nog ontmoet.

Gisteren heb ik Christine ontmoet.

Ik herinner mij niet waar en wanneer ik u ontmoet heb.

Ik heb de indruk dat ik haar al ergens ontmoet heb.

Ik heb haar in Kioto voor het eerst ontmoet.

Ik heb hem niet ontmoet.

Hebt ge hem onlangs nog ontmoet?

Dat verhaal doet me denken aan de persoon die ik in New York heb ontmoet.

Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.

Heb je hem ontmoet?

Heb je haar ontmoet?

Ik heb een neus-, keel- en orenarts ontmoet op een feest zondag.

De man die ge bij het station ontmoet hebt, is mijn vader.

Ze heeft hem voor het eerst ontmoet in Boston.

Ik heb hem eergisteren ontmoet.

Ik heb hem een keer ontmoet.

Gisteren heb ik een oude vriend ontmoet, die ik al lang niet meer gezien had.

Ik heb haar laat in de avond ontmoet.

Gisteren heb ik Mary op de straat ontmoet.

Ik heb Ken ontmoet aan het park.

Ik heb haar voor het eerst ontmoet in Londen.

Gisteren heb ik een van de bekendste acteurs van de wereld ontmoet.

Ze ontkende dat ze hem ontmoet had.

Wanneer hebt ge haar ontmoet?

Het is niet in Parijs dat we elkaar ontmoet hebben.

We hebben elkaar toevallig ontmoet aan het station.

Ik heb hem vorig jaar op een feestje ontmoet.

Tom en Mary hebben elkaar op een nieuwjaarsfeestje ontmoet.

Waar heb je Tom ontmoet?

Wanneer heb je haar ontmoet?

Houd het gesprek luchtig wanneer je iemand voor het eerst ontmoet.

Ik ben blij dat ik je vandaag ontmoet heb.

Ik heb de president zelf ontmoet.

Ik heb hem eergisteren toevallig ontmoet op de trein.

Toen ik in New York was, heb ik een oude vriend ontmoet.

Ik ontmoet hem een keer per zes weken.

Ik heb Maria nooit ontmoet.

Het is beter voor jou dat je mijn grootvader niet ontmoet.

Ik heb Mary ontmoet.

Ik ben er zeker van dat ik hem ooit ergens heb ontmoet, maar ik herinner me niet wie het is.

Het zou beter zijn dat je haar nu niet ontmoet.

Gisteren heb ik je ouders ontmoet.

Ik heb ze gisteren toevallig in een restaurant ontmoet.

Ze kunnen mekaar elders hebben ontmoet.

Een tijdje geleden heb ik Jan ontmoet.

Waar hebt u Tom ontmoet?

We hebben hem toevallig in het park ontmoet.

Ik weet niet meer wanneer ik Tom voor het eerst ontmoet heb.

Ik kan me niet herinneren wanneer ik Tom voor het eerst ontmoet heb.

Ik kan me niet herinneren waar ik Tom voor het eerst ontmoet heb.

Ik weet niet meer waar ik Tom voor het eerst ontmoet heb.

Daar heb ik mijn vriendje ontmoet.

Je raadt nooit wie ik net ontmoet heb.

Ze zei dat ze hem niet ontmoet had.

Hij ontkende haar ontmoet te hebben.

Hij ontkende dat hij haar ontmoet had.

Helaas heeft hij de verkeerde vrouw ontmoet.

In Tokio heb ik haar vader voor het eerst ontmoet.

Heb je hem in de universiteit ontmoet?

Heb je de nieuwe hofnar al ontmoet?

Wij hadden vier jaar geleden elkaar ontmoet.

Het was vier jaar sinds we elkaar hadden ontmoet.

Ik heb Maria hier gisteren ontmoet.

Ik heb Tom nog niet ontmoet.

Hoe hebben Tom en Maria elkaar ontmoet?

We hebben elkaar eerder ontmoet.

Ik heb gisteravond toevallig mijn leerkracht ontmoet in een restaurant.

In dit café heb ik mijn vrouw voor het eerst ontmoet.

Ik was vergeten dat ik haar vorige maand had ontmoet.

Also check out the following words: buitenlanders, Verenigde, Staten, grenzen, Canada, plan, risico, nemen, concert, leuk.