Dutch example sentences with "leren"

Learn how to use leren in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Tenslotte moet iedereen zelf leren.

Het is moeilijk voor buitenlanders om Japans te leren.

Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.

Heb je hem pas leren kennen?

Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.

Ik hou niet van onregelmatige werkwoorden leren.

Ik heb leren fietsen toen ik zes was.

Veel buitenlanders komen naar Japan om Japans te leren.

Russisch is erg moeilijk te leren.

We leren niet voor het leven, maar voor school.

Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden.

Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.

Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.

Ik dacht dat je graag nieuwe dingen zou leren.

Je zou verbaasd staan over wat je in een week leren kan.

Er zijn altijd dingen die ik nooit zal leren, ik heb de eeuwigheid niet voor de boeg.

Het is best moeilijk om in 2, 3 jaar goed Frans te leren.

Laten we dit gedicht uit ons hoofd leren.

Het is nooit te laat om te leren.

We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.

We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.

Eigenlijk moet ik Engels leren, maar ik zou graag een film kijken.

Je moet hard leren.

Dit was om me methodisch te laten leren denken.

Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?

Kun je me leren stelen?

Kun je me leren vliegen?

Wanneer je naar het buitenland gaat, is het nuttig om ten minste een paar beleefdheidsformules te leren in de plaatselijke taal.

Het leven is te kort om Duits te leren.

Het is ontzettend heet vandaag en ik heb niet echt zin om te leren.

Mijn vader heeft me aangemoedigd piano te leren spelen.

Herhaling is essentieel voor het leren van talen.

Ik ga leren.

Het hoofddoel van de opvoeding is niet om dingen te leren; nee, het hoofddoel van de opvoeding is om dingen te verleren.

We moeten samen leren leven als broeders, of we zullen samen sterven als dwazen.

Ik hou niet van leren.

Mijn jongere zus vroeg mij haar te leren skiën.

Je zult leren van je baby te houden.

Ik wil Engels leren.

Een vreemde taal leren is makkelijk.

Heb jij leren koken of zo?

Een taal spreken is één ding, maar iemand een taal leren is iets helemaal anders.

Heb je 'm? Je moet een vreemde taal leren.

Het is moeilijk om een vreemde taal te leren.

Het woordenboek is van onschatbare waarde bij het leren van talen.

Engels is een zeer moeilijk te leren taal.

Het is leuk om een vreemde taal te leren.

Ik zal je mores leren.

Niemand is te oud om te leren.

Het is leuk om Esperanto te leren.

Vroeger wist ik niet waar de eeuwigheid goed voor was. Maar ze is nodig om ons tenminste enige kans te geven om Duits te leren.

Ik moet dit gedicht van buiten leren.

Om een taal beter te gebruiken, en om ze beter te verstaan, moet men nieuwe woorden leren.

Je maakt het jezelf moeilijk door zulke dingen te leren.

Mijn hoofd staat niet naar leren.

Ik wil graag Frans leren.

Het eerste wat je als beginnend skiër moet leren, is opstaan. Daarna leer je remmen en ploegbochten maken.

Ik heb besloten kortschrift te leren.

Als de Esperanto-versie van Wikipedia - of andere sites zoals Tatoeba - één van de belangrijkste taalversies wordt, zou dit een publiek van buitenstaanders motiveren om onze taal te leren.

Voorbeelden geven is niet een manier om iets aan te leren, maar de enige manier.

Men zegt dikwijls dat Japans een moeilijke taal is om te leren.

De gelijkberechtiging en het behoud van de talen zouden enkel kunnen gegarandeerd worden, indien de Europese Unie een neutrale, gemakkelijk te leren, geleidelijk invoerbare brugtaal zou aannemen als hulptaal tussen zijn volkeren.

Je bent Esperanto beginnen te leren.

Esperanto leren is zeer boeiend.

Het is heel leuk Esperanto te leren.

Esperanto leren is heel interessant.

Engels leren is niet moeilijk.

Nederlands leren is niet moeilijk.

Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?

Ge moet Engels leren, of ge wilt of niet.

Je bent nooit te oud om te leren.

Ik zou willen Hebreeuws leren.

Hoe meer we leren, hoe meer we weten.

Russisch leren is moeilijk.

Men heeft nooit gedaan met leren.

Goede kinderen leren ijverig.

Ik ben begonnen Esperanto te leren.

Men moet veel leren.

Waarom wilt ge deze taal leren?

Men heeft goede smaak nodig om kunst te leren.

Ik had nooit begrepen waarvoor de eeuwigheid nuttig kon zijn. Ze is nuttig om ons de kans te geven Duits te leren.

Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.

Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.

We moeten veel leren over vreemde landen.

Men is nooit te oud om te leren.

Mensen moeten leren tevreden te zijn.

Hij was overtuigd van de noodzaak het te leren.

Hij heeft mij leren zwemmen.

Ik zou u beter willen leren kennen.

Kunt ge mij leren vliegen?

Zinnen leren ons veel. Meer dan woorden alleen.

Ik ben van plan Engels te leren.

Hij concentreerde zich op het leren van voorzetsels.

Een vreemde taal leren is niet gemakkelijk.

Een vreemde taal leren is gemakkelijk.

Ik wil Frans leren.

We leren Chinees.

Hoe ouder ge wordt, hoe moeilijker het wordt een nieuwe taal te leren.

Ze heeft mij leren zwemmen.

Ge moet leren uit uw fouten.

Ik wil leren zwemmen.

Also check out the following words: bedden, geslapen, tuinman, gras, maaien, pad, brievenbus, vies, Gewonde, beren.