Dutch example sentences with "kon"

Learn how to use kon in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Met grote inspanning kon het probleem opgelost worden.

In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.

Ik kon niet slapen.

Hij kon het hardst rennen van de hele wereld.

Hij kon met geen mogelijkheid iets bedenken om te doen.

Als ik je een spekje kon sturen, Trang, zou ik het doen.

Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.

Zoals altijd kon ik slechts hopen dat de politie me niet zou aanhouden.

Ik kon niet op het feestje komen, en wilde dat ook niet.

Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.

De koffie was zo heet, dat ik hem niet kon drinken.

Vroeger kon je bij de kruidenier dropjes en toverballen voor een cent kopen.

Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.

De trein zat zo vol, dat niemand van ons kon zitten.

De boom kon ieder moment gaan vallen.

Ik heb Jane verteld hoe ze naar onze school kon komen.

Ik kon dit niet geloven.

Door een dringende aangelegenheid kon hij niet komen.

Hij was zo iemand waarmee je makkelijk goed kon opschieten.

Het zou goed zijn als je kon zingen.

Ik kon des te meer van mijn vrije dag genieten door met jou samen te zijn.

Wegens een ziekte kon ik niet naar het buitenland gaan.

Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.

Hij liep op zijn tenen, opdat niemand hem kon horen.

Dankzij de hulp van mijn moeder kon ik een mountainbike kopen.

Ze kon daar niets van weten.

Toen ik klein was, kon ik overal slapen.

Weet jij waarom ze niet kon komen?

Ik kon niet stoppen met lachen.

Terwijl ze het pak voor Dima haalde, merkte de verkoopster op dat hij bloedvlekken op zijn overhemd had, en kon er alleen maar geschokt naar staren.

Hij deed er alles aan wat hij kon om niet aan haar te denken.

Hij kon niet slapen vanwege de warmte.

Ze vroeg mij of ze kon telefoneren.

Ze kon zich slechts met veel moeite neerleggen bij de genomen beslissing.

Vanaf het hoge duin kon ik het gehele eiland overzien.

De oudere geleek zo op haar moeder door haar karakter en aangezicht, dat iedereen die haar zag kon denken dat hij de moeder zag; ze waren allebei zo onaangenaam en zo fier, dat men er niet kon mee samenleven.

De oudere geleek zo op haar moeder door haar karakter en aangezicht, dat iedereen die haar zag kon denken dat hij de moeder zag; ze waren allebei zo onaangenaam en zo fier, dat men er niet kon mee samenleven.

Omdat de kabelbaan buiten bedrijf was, moesten we, voor zover dat kon, naar het dal skiën, en het laatste stukje lopen, omdat daar niet voldoende sneeuw lag.

De gewonde soldaat kon amper lopen.

Ik kon het niet helpen te lachen toen ik hem zag.

Ik kon niet duiden wat hij bedoelde met 'megafeps'.

Hij kon niet heel snel lopen.

Ik kon de eerste prijs winnen.

Ik kon hem niet contacteren.

Ik kon geen contact krijgen met hem.

We verplaatsten onze tassen om plaats te maken zodat de oudere dame kon zitten.

Ik kon niet naar het verjaardagsfeestje komen.

Ik kon mij de aankoop van een nieuwe auto niet veroorloven.

Hoe kon ik weerstaan?

Ik kon de hele nacht niet slapen.

Door de regen kon ik niet buiten komen.

Hij kon niet komen, omdat hij ziek was.

De man die gevallen was, kon niet opstaan.

Hij vroeg mij of ik hem een plezier kon doen.

De deur kon niet dicht.

Als er geen water was, kon er niets leven.

De bediende kon niet zelf de klacht behandelen.

Ik had nooit begrepen waarvoor de eeuwigheid nuttig kon zijn. Ze is nuttig om ons de kans te geven Duits te leren.

Het zou leuk zijn als je kon zingen.

Ze kon zich moeilijk inhouden van lachen toen ze de jurk zag.

Ze kon haar lach niet bedwingen toen ze het kleed zag.

Ana had geen vrienden waarmee ze kon spelen.

Ik wenste dat ik Engels kon spreken.

Ik wou dat ik kon zwemmen.

Ik wou dat je met ons mee kon komen.

Als ik het alfabet kon herschikken, dan zette ik nog steeds T voor U.

Hij deed al wat hij kon in het belang van zijn kinderen.

Ik kon tussen de regels lezen.

Iederen weet dat zij alles gedaan heeft wat ze kon voor haar kinderen.

Daar ze een fee was, kon ze een mirakel doen.

Ik vroeg om een afspraak maar hij kon geen tijd voor me vrijmaken.

Josh vroeg me uit, maar ik zei dat hij naar de maan kon lopen.

Ik kon over het Kanaal zwemmen.

Ik was gewond aan mijn been, ik kon niet meer lopen.

Hoewel ik moe was, heb ik gedaan wat ik kon.

Het begon klaar te worden en stilaan kon men iets beginnen te zien.

Ik kon mij niet verstaanbaar maken.

Ik sprak zo luid dat iedereen mij kon horen.

Het zou zo goed zijn als ik nu op reis kon vertrekken!

Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.

Hij kon alle moeilijkheden overwinnen.

Hij kon de taak aan.

Hij kon op geen enkele manier naar dat feest gaan.

Hij kon nergens een toevlucht zoeken.

Ze kon lezen toen ze vier was.

Hij liep naar het station en kon de trein nemen.

Ik kon niet begrijpen wat hij zei.

Hebt gij gezegd dat ik nooit kon winnen?

Ik kon alle vragen beantwoorden.

Hij kon zijn oren niet geloven.

Hij liep zo snel hij kon.

Niemand van zijn studenten kon het vraagstuk oplossen.

Tom kon nooit de verschrikking van de oorlog vergeten.

Ik heb hem gevraagd waar ik mijn auto kon parkeren.

Niemand kon raden, in die dagen, welke plaats Martin Luther King zou krijgen in de geschiedenis.

Hij kon niet goed Frans spreken.

Kon ze een verslag schrijven?

Ze kon altijd op alle vragen antwoorden.

Hij dacht dat hij de berg kon beklimmen.

Het is heel jammer dat je vrouw niet kon komen.

Als ik geld had, kon ik het kopen.

Also check out the following words: koorts, biologie, Wiskunde, deel, wetenschap, waarmee, bezighouden, morgens, wakker, merken.