Dutch example sentences with "gegaan"

Learn how to use gegaan in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ze zijn met de auto naar Chicago gegaan.

Hij is naar Zwitserland gegaan.

Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.

Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.

Waarom ben je naar Japan gegaan?

Hij is op de fiets gegaan.

Ik zou naar de film zijn gegaan, als ik tijd had gehad.

Als ik tijd had gehad, was ik naar de film gegaan.

Ik zou naar de bergen gegaan zijn, als ik geld had gehad.

Ik was naar de bergen gegaan, als ik geld had gehad.

Ik ben over de A58 gegaan.

Ik heb spijt dat ik daarheen gegaan ben.

Hij had niks te zeggen, dus is hij maar gegaan.

Wanneer ben je naar Londen gegaan?

Als die jongen niet dood was gegaan in het verkeersongeval, was hij nu een student geweest.

Veel kleine ondernemingen zijn failliet gegaan.

Het bedrijf is failliet gegaan.

Ik ben daarnaartoe gegaan per bus en per trein.

Ik ben per trein naar Kobe gegaan.

Hij is per taxi naar Kawogoe gegaan.

Twee maanden zijn voorbij sinds hij naar Frankrijk gegaan is.

Mijn hartsvriendin is naar Canada gegaan.

Ze is daar gisteren naartoe gegaan.

Mijn vader is met pensioen gegaan toen hij 65 jaar was.

Mijn vader is met pensioen gegaan met 65 jaar.

Omdat de auto niet startte, zijn we met de bus gegaan.

Ik ben naar Nagasaki gegaan.

Ik voelde mij niet goed en ben naar het ziekenhuis gegaan, maar uiteindelijk was het niets ergs.

Hij is vorige week naar de Verenigde Staten gegaan.

Grootvader is op pensioen gegaan, want hij wordt oud.

Hij is naar Amerika gegaan om Engels te leren.

De tijd is snel gegaan.

Mijn vader is met pensioen gegaan om ruimte te maken voor jongere mensen.

Ik denk dat de meesten van hen naar huis zijn gegaan.

Hij is aan boord van het schip gegaan.

Ze voelde zich eenzaam toen al haar vrienden naar huis waren gegaan.

Vanwege regen ben ik niet naar buiten gegaan.

Ik ben een keer naar Kioto gegaan.

Is Cathy ook gegaan?

Hij is naar Frankrijk gegaan.

Ze zouden een betere wisselkoers hebben gekregen als ze naar een bank zouden zijn gegaan.

Dat is vanzelf gegaan.

Een dief heeft ingebroken en is aan de haal gegaan met al mijn juwelen.

Neen, ik ben niet gegaan.

Het was al laat, dus ik ben naar huis gegaan.

Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.

Ze is naar Frankrijk gegaan om muziek te studeren.

Hij is naar Parijs gegaan, de hoofdstad van Frankrijk.

Ik ben gisteren niet naar school gegaan.

Ze is daar niet heen gegaan.

Ik weet zeker dat hij naar Tokio is gegaan.

Ze was vroeger nogal verlegen, maar sinds ze naar de universiteit is gegaan, is ze echt tot bloei gekomen.

Mijn moeder was zo moe, dat ze vroeg naar bed is gegaan.

Je bent te ver gegaan!

Ik had een beetje hoofdpijn, dus ik ben vroeg naar bed gegaan.

Tijdens mijn reis ben ik nooit naar Hiroshima gegaan.

Ik ben nooit naar Parijs gegaan.

Weet jij waar hij naartoe is gegaan?

Is uw wens in vervulling gegaan?

Ik ben deze morgen naar de kerk gegaan.

Ik ben er gisteren naartoe gegaan.

Ze is met vakantie gegaan.

Ik ben even langs de boekwinkel gegaan en heb een interessant boek gekocht.

De directeur kijkt de werknemers erop aan dat het bedrijf failliet is gegaan.

Hoe is je sollicitatiegesprek gegaan?

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

Wanneer zijn ze naar huis gegaan?

Je broer zei dat je naar Parijs was gegaan.

Honderden stieren zijn naar het meer gegaan.

Ze is met de bus naar Chicago gegaan.

We zijn naar het museum gegaan.

Ze zijn allemaal naar het restaurant gegaan.

Hij was direct naar u toe gegaan.

Ik was erg moe, dus ik ben vroeg naar bed gegaan.

Hij is per vliegtuig van Tokio naar Osaka gegaan.

Bent u ooit naar Turkije gegaan?

Wij zijn naar London gegaan.

Wanneer ben je gisteren naar bed gegaan?

Ik ben vroeg naar bed gegaan.

Was ik maar niet gegaan.

Mijn horloge is verloren gegaan.

Waarom is haar vader naar Japan gegaan?

Ik ben gisteren naar de dierentuin gegaan.

Wat door de hoofden van de terroristen is gegaan, kan moeilijk worden geraden, nog moeilijker begrepen, en helemaal niet vergeven.

Tom en Mary zijn vorige week uit elkaar gegaan.

Om tien uur zijn we aan boord gegaan.

Tom is naar de kapper gegaan maar hij zou spoedig moeten weer zijn.

Ze zijn meteen naar bed gegaan.

Ben je naar Boston gegaan?

Waar was je heen gegaan?

Ze is naar Parijs gegaan.

Ik ben verscheidene keren naar Boston gegaan.

Zij is drie keer naar Frankrijk gegaan.

Ik ben van mening dat haar Engels er veel op vooruit gegaan is.

Ik ben vroeg in de morgen naar buiten gegaan.

Hij is afgelopen week naar Amerika gegaan.

Hij is vorige week naar de Verenigde Staten toe gegaan.

Is het waar dat Tom naar Boston is gegaan?

Hoe laat ben je gisteren naar bed gegaan?

Wanneer ben je gisteravond naar bed gegaan?

Bent u naar de winkel gegaan?

Also check out the following words: naar, Chicago, gegaan, politie, onderzoekt, oorzaak, ongeval, mijn, ouders, studeren.