Dutch example sentences with "vrouw"

Learn how to use vrouw in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Rosa Montero is een heel bijzondere vrouw.

Wie is de vrouw met de bruine jas?

Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.

Met de haar van een vrouw kun je zelfs een grote olifant vastbinden.

Hij wilde dat zijn vrouw hem 's morgens vroeg zou wakker maken.

Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.

Mijn vrouw kan slecht autorijden.

Ze is een knappe vrouw.

Er waren eens een arme man en een rijke vrouw.

Wanneer je ogen een schone vrouw aanschouwen, sla ze dan neer.

Hij heeft geluk zo'n goede vrouw te hebben.

De vrouw is aan het lezen.

Waar heeft u deze vrouw gezien?

De vrouw die onder die boom daar zit, ziet er treurig uit.

Op het Marktplein staan vier fonteinen met beelden van Neptunus, zijn vrouw Amphitrite, Diana en Adonis.

Ik kende die vrouw helemaal niet.

Wie paard of vrouw zoekt zonder gebreken, die mag zijn werk wel in de steek laten en bedenken dat zijn bed en stal voor eeuwig leeg zullen blijven.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

Toen hij de vrouw ontmoette, lichtte hij zijn hoed op om haar te begroeten.

Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.

Toen ik hem vandaag ontmoette, vroeg hij me naar de gesteldheid van mijn vrouw.

Geloof het of niet, maar die vrouw heeft drie kinderen.

Hij verkleedde zich als vrouw.

Als zijn vrouw er niet voor hem was geweest, was hij niet van baan gewisseld.

Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.

De oude vrouw ging de bus uit.

Zijn vrouw komt uit Californië.

Mijn vrouw houdt van appeltaart.

Mijn vrouw is arts.

Zijn vrouw is Franse.

Een slechte vrouw maakt een scheepswrak van haar man.

"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."

"Maakt u zich geen zorgen," probeerde Dima de vrouw gerust te stellen. "Het is niet van mij."

"Hoe heeft u een aktetas in uw zak gekregen?!" vroeg de vrouw stomverbaasd.

"'Verhaal'?" vroeg de vrouw. "Wat bedoelt u?"

Zorgvuldig telde de vrouw het geld, en zei toen: "Maar de 99 kopeke ontbreekt nog."

"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"

De vrouw is bijna doof.

Ik wil trouwen met een vrouw die van videospelletjes houdt.

Zij is niet meer de vrolijke vrouw die ze vroeger was.

Een vrouw beslist zelf wie haar verovert.

Zij is een zeer mooie vrouw.

Mijn vrouw is een vegetariër.

De tong van een vrouw is haar zwaard.

"Ja, moeder", antwoordde de onvriendelijke vrouw haar, terwijl ze één slang en één kikker uitspuwde.

Dat is de vrouw die u wil zien.

Kies een vrouw met de oren, niet met de ogen.

De vrouw is mager.

De vrouw is dik.

De vrouw is mooi.

Mijn vrouw heeft een nieuwe kinderwagen gekocht.

Mijn vrouw lijdt aan een longontsteking.

De eerste vrouw, die Esperanto als moedertaal sprak, werd in 1904 geboren; vandaag zijn er meerdere duizenden Esperanto-moedertaalsprekers.

Wie is die vrouw?

Zij is de vrouw van Alain.

De vrouw borstelt haar haar.

De vrouw ruikt de koffie.

Ik ging naar het ziekenhuis om mijn vrouw te bezoeken.

Er bestaat geen redding tegen een slechte vrouw.

Tussen man en vrouw is geen vriendschap mogelijk. Er is passie, haat, aanbidding, liefde maar geen vriendschap.

Ik maak mij zorgen over de droge hoest van mijn vrouw.

De man is een jager, de vrouw is zijn wild.

De hel zal openbarsten als je vrouw dit te weten komt.

De kleine vrouw had een grijs pak aan.

Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.

De wit geklede jonge vrouw is mijn verloofde.

Eugenia was heel mooi, ze was een vrouw.

Ze is een bloedmooie vrouw.

Mijn vrouw haat katten.

Enkele mannen verdragen het niet als hun vrouw meer verdient.

Een vrouw vroeg mij de weg.

Tussen haakjes, het is 8 juni - de verjaardag van mijn vrouw.

De oude vrouw heeft niet de kracht om op te staan.

Dat is de vrouw wier auto's gestolen zijn.

Zijn vrouw begon te werken uit noodzaak.

De bus was leeg, op een oude vrouw na.

Zijn vrouw heeft hem onder de sloef.

Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".

Ik beschouw haar als een fatsoenlijke vrouw.

Op een dag, toen ze bij die bron was, kwam een arme vrouw naar haar, en vroeg haar om haar te drinken te geven.

Mijnheer Jones, wiens vrouw Engels onderwijst, is zelf professor Engels.

Liefde van een jonge vrouw is een gedicht. Liefde van een rijpe vrouw is filosofie.

Liefde van een jonge vrouw is een gedicht. Liefde van een rijpe vrouw is filosofie.

Mijn vrouw wil dat ik mij van die schattige oude hoed ontdoe.

Ik ben een vrouw.

De vrouw is altijd aan de zijde van de man.

Hoe gaat het met mijn vrouw?

Mijn vrouw probeert te slapen.

Zijn vrouw ligt in het ziekenhuis, zij is gewond geraakt bij een auto-ongeluk.

Mijn vrouw heeft me opgedragen deze oude hoed weg te gooien.

Extremisten ontvoerden de vrouw van de president.

Het is heel jammer dat je vrouw niet kon komen.

Hoe gaat het met je vrouw?

Een vrouw wier echtgenote is overleden is een weduwe.

Ik leerde mijn vrouw kennen op een feestje.

Hij hecht altijd waarde aan de mening van zijn vrouw.

De vrouw wast haar gezicht.

Hij zei dat en vertrok met zijn vrouw.

Die vrouw heeft twee handtassen.

Hij heeft geen vrouw, geen kinderen en geen vrienden.

Hij is twee keer zo zwaar als zijn vrouw.

Also check out the following words: schitterende, dochter, spreek, eenvoudig, juist, Bedankt, uitleg, domme, linkshandig, ijs.