Dutch example sentences with "twee"

Learn how to use twee in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Spanjaarden hebben twee achternamen.

Het kostte me meer dan twee uur om een paar pagina's in het Engels te vertalen.

Hoe hard je het ook probeert, Engels leer je niet in twee, drie maanden.

Als je het geel verft, sla je twee vliegen in één klap: én het valt goed op, én je bespaart geld omdat je verf kunt gebruiken die je al in huis hebt.

Twee vanille-ijsjes alstublieft.

Ik heb twee broden gekocht.

In de winter slaap ik onder twee dekens.

Ik heb twee hamburgers besteld.

Als twee mensen hetzelfde doen, is het niet hetzelfde.

We waren van plan om daar ongeveer twee weken te blijven.

Er ontbreken twee bladzijdes uit dit boek.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

Ik ben hier al twee uur.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

Welk van de twee is de duurste?

Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.

Hij heeft twee potloden; het ene is lang en het andere kort.

U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.

We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.

Ik weet zo één, twee, drie niet waar ik het heb gelaten, maar ik weet zeker dat ik het vandaag nog in mijn handen heb gehad.

We hebben twee oren.

Ik heb twee nichtjes.

Twee plus twee is vier.

Twee plus twee is vier.

Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.

Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen.

We hadden vandaag twee keer loos alarm.

Kunt u me uitleggen waarom er in bijna elk dorp twee kerken zijn?

Vertel me welke van de twee camera's beter is.

We hebben gegeten met twee Amerikanen en twee Duitse vrouwen.

We hebben gegeten met twee Amerikanen en twee Duitse vrouwen.

Een watermolecule bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom.

Democratie moet meer zijn dan twee wolven en een schaap die stemmen over wat ze 's avonds zullen eten.

We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart.

Ik heb één broer en twee zussen.

Hij kwam rond twee uur 's middags.

Dit woord heeft twee betekenissen.

Twee weken lang bleef het heet weer.

Deze twee regio's verschillen van elkaar in godsdienst en cultuur.

Weet je niet dat hij twee jaar geleden overleden is?

Weet je niet dat hij al twee jaar dood is?

Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.

Twee weten meer dan één.

Zijn broer en hij zijn twee handen op één buik.

Ze is twee jaar jonger dan ik.

Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.

De twee kinderen trokken aan het touw tot het brak.

Ik heb meer dan twee uur gewacht.

Hij stelde mij twee vragen.

Ik ben getrouwd en heb twee kinderen.

Hij heeft twee boeken geschreven.

Ik nam twee kopjes koffie.

Hij kwam twee dagen later terug.

Hij schreef twee boeken.

Ik heb twee keer zoveel boeken gelezen als hij.

De meeste Zwitsers spreken twee of drie talen.

Engels en Duits zijn twee verwante talen.

De geiser spuit om de twee uur heet water.

Ik bezoek hem om de twee dagen.

Tickets zijn geldig voor twee dagen, inclusief de dag waarop ze zijn aangekocht.

Twee zielen, één gedachte.

Ken heeft twee katten.

Hij had twee katten: een zwarte en een witte.

Ik heb twee broers en één zus.

Toen ik hen twee tijdens een afspraakje zag, vroeg ik: "Gaan jullie trouwen?"

Hij heeft twee dochters.

"LGBT-gemeenschappen over de hele wereld noemen je een 'held' en zeggen dat je opzettelijk vals beschuldigd bent," legde Al-Sayib uit. "Maar de ordehandhavingsorganisaties bestempelen je allemaal als een medogenloos moordenaar. Welk van die twee ben je, Dima?"

Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.

De sigaren kosten twee mark.

Hij heeft zijn huis voor twee jaar verhuurd.

Ze kocht twee paar sokken.

Ik zou twee vragen willen stellen.

Zij is maar twee jaar oud, maar ze kan tellen tot honderd.

Vier meter van deze stof kost negen frank; dus twee meter kost vier en een halve frank.

Men kan geen twee dingen tegelijk doen.

Er zijn twee sleepliften waarmee je op de top van deze berg kan komen, een ankerlift en een pannenkoeklift.

Ik heb twee oudere zussen.

Het magazine komt twee keer per maand uit.

Enkele mensen hebben twee auto's.

Ik hou van alle twee.

Een gewaarschuwd man is er twee waard.

Ik kom over een week of twee.

Het is twee uur in de namiddag.

Hij deelde de appel in twee.

Zij zijn als twee handen op één buik.

Als twee personen dezelfde opinie hebben, is een van hen overbodig.

Mijn zus heeft twee keer per week pianoles.

... Hé, hé jullie twee, gaan alle hekken los als je weet dat ik trakteer?

Ik wens een eenpersoonskamer met bad voor twee nachten.

De busprijzen zijn al twee jaar hetzelfde gebleven.

Wie geschreven heeft, heeft twee keer gelezen.

Door gebruik te maken van Esperanto volstaat het dat elke tekst maar één maal vertaald wordt in Esperanto en maar twee maal moet verschijnen op internet, dat wil zeggen, in de originele taal van de tekst en in de Esperantovertaling daarvan.

Er zijn al twee weken voorbij, en ik heb u niet gezien.

Het is meer dan twee weken geleden dat ik nog rijst gegeten heb.

Hij komt hier twee keer per week.

Men kan geen twee meesters dienen.

Dus de term wordt gebruikt in twee verschillende betekenissen.

We besloten ons twee of drie dagen te verstoppen.

Twee gezinnen leven in hetzelfde huis.

Die twee daar op de bank waren Amerikanen.

Also check out the following words: leeftijd, bestaat, mysterieuze, legende, Frankrijk, voerde, Rusland, vliegtuig, vloog, boven.