Dutch example sentences with "lezen"

Learn how to use lezen in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Bovendien kan hij Ivriet lezen.

Weinig studenten kunnen Latijn lezen.

Het leek erop dat lezen een van zijn ongezonde gewoontes was, aangezien hij zich even gretig stortte op alles wat hij maar in handen kreeg.

Niet alle boeken zijn het waard om te lezen.

De vrouw is aan het lezen.

Mijn hobby is stripboeken lezen.

Ik heb wat van mijn boeken meegenomen om te lezen.

Ik kan Frans lezen noch spreken.

Ik wil iets te lezen voor in de trein.

Het is verboden te lezen in deze bibliotheek.

Het is voor mij eenvoudig dat boek te lezen.

Hij is een roman aan het lezen.

Als je deze mail niet kan lezen, klik dan hier.

Ik heb geen tijd om te lezen.

Ik heb een vergrootglas nodig om de kleine lettertjes van het contract te kunnen lezen.

Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra bemerken, dat je al goed Esperanto kan lezen.

Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra bemerken, dat je al goed Esperanto kan lezen.

Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra merken dat je al goed in Esperanto kan lezen.

Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra merken dat je al goed in Esperanto kan lezen.

Dit boek is prettig om te lezen.

Ik ga een historische roman lezen.

We zouden zo veel mogelijk boeken moeten lezen.

Ik kan zonder bril lezen.

Kate was gedwongen het boek te lezen.

Hij kan goed lezen.

Eén voor één kwamen de jongens kijken wat ik aan het lezen was.

Nu lees ik, lees jij en leest hij; wij lezen allen.

Meerdere boeken lezen is belangrijk.

Het is belangrijk veel boeken te lezen.

Ik ben de New York Times aan het lezen.

De handgeschreven brief was niet gemakkelijk te lezen.

Zijn brief, inderhaast geschreven, was moeilijk te lezen.

Hij bleef in zijn boek lezen alsof er niets gebeurd was.

Hij was een krant aan het lezen.

Terwijl men jong is, zou men veel moeten lezen.

Zijt ge gestopt met de roman te lezen?

Ik wil iets om te lezen.

Ik wil een boek om te lezen.

Ik kon tussen de regels lezen.

De jongen beweerde te kunnen lezen, maar hij hield zijn boek omgekeerd.

Hij wil een boek om te lezen.

Wilt ge dit tijdschrift lezen?

Aangezien hij zulke kleine letters kan lezen, is hij niet bijziend.

Ik kan lezen zonder bril.

Geen enkel boek is het lezen waard.

Ik zal het lezen zodra ik kan.

Tom zegt dat hij een Frans boek kan lezen.

Hij zat een boek te lezen.

Ik ben begonnen dit boek te lezen.

Kunt gij echt niet lezen of schrijven?

Lezen in een donkere kamer is niet goed.

Ik kan geen Frans lezen, en ook niet spreken.

Ik kan uw gedachten niet lezen.

Ik kan Frans noch lezen, noch spreken.

Ze kon lezen toen ze vier was.

Wie kan de toekomst lezen?

Ge kunt tien boeken lezen per week? Bedoelt ge niet per maand?

Hij is moe van het lezen.

Ik zit liever in de bibliotheek te lezen dan dat ik naar huis ga.

Het is leuk om iedere maand een door hem gestuurde brief te lezen.

Het is de moeite waard om deze boeken minstens eenmaal te lezen.

Een boek lezen is interessant.

Ik dacht dat hij zou lezen.

Hij was gewoon veel te lezen.

Ik vroeg haar of ik het boek kon lezen.

Hij was een krant ondersteboven aan het lezen.

Ik heb geen tijd om dit boek te lezen.

Wat ben je aan het lezen?

De wereld is een boek, zij die niet reizen lezen enkel de eerste bladzijde.

Mijn leraar Engels heeft mij aangeraden deze boeken te lezen.

Ik heb minder en minder tijd om te lezen.

Hij bracht de avond door met een boek te lezen.

Het heeft me drie dagen gekost om dit boek te lezen.

Hij is het lezen moe.

Neem om het even welke boeken die je wil lezen.

Niemand kan het boek lezen zonder te huilen.

Hij kan lezen.

Ze was een handboek aan het lezen over tuinieren.

Hij laat nooit na, elke dag de krant te lezen.

Hoe druk je het ook hebt, ik vind dat je op z'n minst een krant zou moeten lezen.

Ik zou het boek moeten lezen.

Ik kan Engels lezen.

Ik ben de krant aan het lezen.

Heb je boeken om te lezen?

Hij heeft geen moeite om Engels te lezen.

Zelfs kinderen kunnen dit boek lezen.

Hoeveel boeken kunt ge lezen in een maand?

Haar handschrift was zo klein, dat het haast niet te lezen was.

Lezen is interessant.

Boeken lezen is mijn hobby.

Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?

Sommige mensen lezen de krant en kijken tegelijk naar de televisie.

Hij gaat op in het lezen van detectives.

Ik dacht dat dat boek moeilijk te lezen was.

Zonder bril kan ik niet lezen.

Hij kan nauwelijks lezen.

Ik ben dit boek aan het lezen.

Dit boek is te moeilijk voor mij om te lezen.

Sommige mensen lezen een boek om de tijd te doden.

Hij heeft meer boeken dan hij kan lezen.

Ik kan Chinees wel spreken, maar niet lezen.

Also check out the following words: mijn, ouders, studeren, buitenland, oorsprong, Olympische, Spelen, berg, bedekt, sneeuw.