In Parijs heb ik voor een maand een kamer gehuurd.

Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?

Ik heb er geen woorden voor.

Ik weet niet of ik tijd heb.

Ik heb altijd geloofd dat een hartaanval de aankondiging van het ophanden zijnde overlijden is.

Wat heb je gezegd?

Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.

Ik heb afschuwelijk gedroomd.

Ik heb dat verhaal in een of ander boek gelezen.

Wat mij betreft, ik heb op het moment niets te zeggen.

Ik heb altijd meer van mysterieuze personages gehouden.

Ik heb nog een vriend in China.

Ik heb hem zien rennen.

Ik heb geleerd te leven zonder haar.

Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.

Ik heb een droom.

Dit is wat ik gekocht heb in Spanje.

Heb je hem pas leren kennen?

Gisteren heb ik een erg interessant verhaal gelezen.

Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb.

Ik heb hem vorige week betaald.

Heb je al besloten waarover je je scriptie gaat schrijven?

Ik heb een ontzettende hekel aan een formele schrijfstijl!

Ik heb niks beters te doen.

Gisteren heb ik een boek gekocht.

Waar heb je het over?

Ik heb koorts.

Ik heb nooit van biologie gehouden.

Ik heb mijn portemonnee verloren.

Ik heb niet veel geld.

Heb je een condoom?

Ik heb hoofdpijn.

Ik weet nog dat ik de film gezien heb.

Ik heb een vraag.

Ik heb leren fietsen toen ik zes was.

Ik heb twee broden gekocht.

Ik heb het onbijt overgeslagen.

Heb je al geluncht?

Ik heb nog nooit een echte koe gezien.

Zoiets heb ik nog nooit in mijn leven gezien, niet één keer!

Het is toch maar goed dat ik een oma heb!

Ik heb een eeuwigheid nodig om alles uit te leggen.

Ik heb ontzettende hoofdpijn!

Heb je het druk op het moment?

Ik heb een wiskundeknobbel.

Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.

Welke mogelijkheden heb ik verder nog?

Gisteren heb ik mijn vader geholpen.

Wat heb je geantwoord?

Ik heb twee hamburgers besteld.

Tot nu toe heb ik nog nooit een echte koe gezien.

Ik weet niet of ik tijd heb daarvoor.

Mama, waarom heb ik geen oom met een baard?

Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."

Ik heb een balpen, maar ik wil er nog één.

Als je geliefd wilt zijn, heb dan lief!

Ik heb alles gezegd.

Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel.

Ik heb gehoord over uw draagbare kopieerapparaat op de Tokyo-Office '97 Expo.

Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen.

Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.

Dat is het domste wat ik ooit gezegd heb.

Ik heb haar gevraagd vier kopieën van de brief te maken.

Ik heb veel over u gehoord.

Ik heb me altijd afgevraagd hoe het zou zijn om broertjes en zusjes te hebben.

Ik geloof dat ik daarover een theorie heb.

Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.

Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.

Heb je nooit les of zo?

"Daar heb ik nog nooit aan gedacht," zei de oude man. "Wat moeten we doen?"

Ik weet niet of ik het nog heb.

Waarom heb je spijt van iets dat je niet gedaan hebt?

Ik heb te veel dingen aan mijn hoofd op het moment.

Er zijn altijd dingen die ik nooit zal leren, ik heb de eeuwigheid niet voor de boeg.

Dat is het meest absurde idee dat ik ooit heb gehoord.

Ik heb besloten haar te zeggen dat ik van hem hou.

Ik heb besloten hem te zeggen dat ik van hem hou.

Ik heb besloten haar te zeggen dat ik van haar hou.

Ik heb besloten hem te zeggen dat ik van haar hou.

Ik heb gisteren een kat in de zak gekocht.

Ik heb vreemd gedroomd afgelopen nacht.

Ik ben geen kunstenaar, ik heb daar nooit over nagedacht.

"Ik heb zin om te kaarten." "Ik ook."

Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.

"Ik heb haar vijf dagen geleden gezien," zei hij.

Ik heb een slappe suikeroplossing gemaakt.

Zoiets heb ik nog nooit gezien.

Ik heb een boek in mijn hand.

Heb je veel geld bij je?

Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.

Ik heb weinig geld op het moment.

Ik heb nu wat geld.

Ik heb Frans geleerd in plaats van Duits.

Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.

Heb je de krant van vandaag al gelezen?

Wat jammer dat ik geen tuin heb!

Wat ik in mijn hand heb, is een versteende schelp.

Ik heb dorst.

Ik heb heel hard geleerd om het examen te kunnen halen.

Ik heb dit boek al uit.

"Heb uw naaste lief als uzelf" is een citaat uit de Bijbel.