Dutch example sentences with "gewonnen"

Learn how to use gewonnen in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.

Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?

Ik snap niet waarom Duitsland het Eurovisiesongfestival gewonnen heeft.

Hij heeft de verkiezingen gewonnen met een grote meerderheid.

Goed begonnen is half gewonnen.

Zo gewonnen, zo geronnen.

Ik ben blij dat jouw team de wedstrijd heeft gewonnen.

Ik ben niet gewonnen, maar was wel tweede.

Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.

Hij heeft veel wedstrijden gewonnen.

Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.

We hebben het gevecht gewonnen.

In 1958 heeft Brazilië zijn eerste Wereldcup gewonnen.

Hij heeft zijn best gedaan; anders had hij de eerste prijs niet gewonnen.

Ons team heeft gisteren gewonnen.

Het is waar dat hij de eerste prijs gewonnen heeft.

Tom heeft een gratis reis naar Boston gewonnen.

Vroeg begonnen, veel gewonnen.

Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.

Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.

De populisten hebben gewonnen.

Elk van de drie jongens hebben een prijs gewonnen.

De eerste prijs kan worden gewonnen door hem.

Ze heeft dertigduizend dollar gewonnen.

Maria heeft een gratis reis naar Tunesië gewonnen.

Heb je gewonnen?

Tom heeft het Eurovisie Songfestival gewonnen.

Ik heb van die lafaard gewonnen.

Is het waar dat hij de koers gewonnen heeft?

Zonder inbreng van en samenwerking met de islamitische gemeenschappen wordt de strijd tegen radicalisering niet gewonnen.

Ole Einar Bjørndalen heeft 13 olympische medailles gewonnen.

Er is een aanbesteding gehouden die door een Italiaanse firma is gewonnen.

Ik heb de eerste prijs gewonnen.

Ik weet niet wie het kampioenschap gewonnen heeft.

Hij heeft niets gewonnen met mij dat te zeggen.

Aanvankelijk besefte hij niet dat hij de speech-wedstrijd had gewonnen.

Het is niet gewonnen.

Wie heeft gewonnen?

Vanille is een specerij die wordt gewonnen uit de vruchten van een bepaalde orchidee.

Ik heb mijn eerste gouden medaille gewonnen.

Ik ben blij dat we hebben gewonnen.

Ik ben blij dat Tom heeft gewonnen.

Hij heeft gewonnen.

Zij heeft gewonnen.

Tom heeft de Nobelprijs gewonnen.

Hij heeft een gouden medaille gewonnen.

Tom heeft de eerste prijs gewonnen.

Ik heb gewonnen!

Het was puur toeval dat hij het spel gewonnen heeft.

Tom heeft de prijs gewonnen.

Je hebt gewonnen.

Jullie hebben gewonnen.

Tom heeft gewonnen.

Welk team heeft gewonnen?

Hoeveel geld heb je gewonnen?

Zij heeft een prijs gewonnen.

Weet u waarom Tom niet heeft gewonnen?

Weet je waarom Tom niet heeft gewonnen?

Uiteindelijk heeft hij een hoop geld gewonnen.

Kortom, hij heeft een hoop geld gewonnen.

Tom heeft een gratis auto gewonnen.

Het is de eerste keer dat ik een loterij gewonnen heb.

We weten allemaal dat Tom niet gewonnen heeft.

Ja! Ik heb twee keer op een rij gewonnen!

Ik ben in m'n nopjes over de 10.000 yen die ik op de paardenraces gewonnen heb.

Ik heb de race gewonnen.

Hij heeft de loterij gewonnen.

Heeft FC Groningen gewonnen of verloren?

Je hebt gewonnen!

U heeft gewonnen!

Jullie hebben gewonnen!

Ik heb gewonnen.

Maria heeft gewonnen.

Tom heeft gewonnen maar Hans daarentegen heeft verloren.

Tom weet dat Mary niet heeft gewonnen.

Ik wil horen wie gewonnen heeft.

Heeft Tom echt gewonnen?

Heb je de trofee gewonnen?

Heb je de zaak gewonnen?

Ik ben verbaasd dat jij de prijs hebt gewonnen.

Tom zou willen dat hij gewonnen had.

Ik heb uiteindelijk gewonnen.

Tom heeft vorig jaar de wedstrijd gewonnen.

Ze heeft de weddenschap gewonnen.

Heeft Tom gewonnen?

Hij heeft waarschijnlijk gewonnen.

Ze hebben daadwerkelijk gewonnen.

Maria heeft de Nobelprijs gewonnen.

Tom gelooft niet dat ik gewonnen heb.

Tom gelooft niet dat ik heb gewonnen.

We hebben de wedstrijd gewonnen.

U heeft gewonnen.

Ze hebben gewonnen!

Zij hebben gewonnen!

De Chiefs hebben de Super Bowl gewonnen.

Heb ik gewonnen?

En dan te bedenken dat we bijna gewonnen hadden!

Slechts één keer heeft Australië in het verleden de trofee gewonnen.

Ik geef me gewonnen.

Ik heb niet gewonnen.

Doe alsof u gewonnen hebt.

Also check out the following words: gedaan, droom, rijk, iemand, lukt, Geweldig, Niemand, geeft, klimaat, zondag.