Dutch example sentences with "geloven"

Learn how to use geloven in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft!

Eerst zien, dan geloven.

Iedereen wil graag geloven dat dromen uit kunnen komen.

Ik weet niet wat ik nog moet geloven.

Ik kon dit niet geloven.

Hoe dom ben ik, hem te geloven!

Al vlogen er varkens in de lucht, nog zou ik haar geloven.

Ze geloven dat Jane eerlijk is.

De plotse stijging van ultraviolette straling deed de wetenschappers geloven in het bestaan van ozongaten.

Ik kan mijn ogen niet geloven.

Innerlijke schoonheid, ik zal erin geloven wanneer mijn lul ogen heeft.

Iedereen heeft iets nodig om in te geloven.

Ik kan mijn ogen bijna niet geloven.

Zijn er veel mensen in Europa die zelfs nu nog in spoken geloven?

Zijn er in Europa veel mensen die zelfs nu in geesten geloven?

Het is de moeite niet waard te doen alsof ge mij zoudt doen geloven dat ik dingen geloof die gij niet gelooft.

Niemand zal zijn verhaal geloven.

Hij kon zijn oren niet geloven.

We geloven dat hij zal slagen omdat hij talent heeft.

Ik was dom genoeg om het te geloven.

Hem doen geloven is zeer moeilijk.

Dat is absurd. Alleen een dommerik kan dat geloven.

Ik kan zijn verhaal nauwelijks geloven.

Hij moet wel dom zijn om zoiets te geloven.

Hij kon zijn eigen ogen niet geloven.

Ik kan niet geloven dat je al je geld gaat weggeven.

Ik kan niet geloven dat je foto's van kakkerlakken aan het maken bent.

Tenzij er betrouwbaar bewijs voor is, zouden we niet alles zomaar moeten geloven.

Sommige mensen geloven in God en andere mensen niet.

Kinderen geloven wat hun ouders ze vertellen.

Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.

Ik was dom genoeg om hem te geloven.

Niet te geloven!

Zelfs ik kan het niet geloven.

Ik kan het moeilijk geloven.

Zij geloven dat de ziel onsterfelijk is.

Sommige mensen geloven in God, andere niet.

Christenen geloven in Jesus Christus.

De moslims geloven slechts in Allah als de ene god en in Mohammed als de laatste profeet.

Dit is niet te geloven.

Ze geloven dat het spookt in dat oude huis.

Ik kan niet geloven dat ik dat vergeten ben.

Ik kon mijn ogen niet geloven.

Het is moeilijk te geloven.

Ik kan niet geloven dat je dit in je eentje gedaan hebt.

Veiligheidsexperten geloven dat de vingerafdruk scantechnologie van Apple kan opsporen of een vinger vast zit aan een levende mens, dus een afgehakte vinger zou een gestolen iPhone nooit kunnen ontgrendelen.

Veel mensen willen niet geloven dat dit een verzonnen verhaal is.

Je mag me geloven.

Ik kan niet geloven dat je echt verliefd op me bent.

Veel mensen geloven dat acupunctuur ziektes kan genezen.

De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.

De jongen deed me geloven dat hij te ziek was om naar school te gaan.

Dat ga je niet geloven.

Wanneer de toekomstige generaties zullen leren, dat wij onze kostbare bomen hebben omgehakt, zodat wij met die onze kontjes zouden kunnen afvegen, ze zouden nooit geloven dat wij bij de ras homo sapiens horen.

Geloven jullie nog steeds in dit soort verhalen?

Zijn er in Europa veel mensen die nog in spoken geloven?

Ik kan het niet geloven dat ik dat Tom liet doen.

Ik ben er nooit in geslaagd hem te doen geloven wat ik zei.

Ik neig ertoe te geloven dat u gelijk heeft.

Tatoeba is zo snel! Ik kan het niet geloven!

Hij kan zijn eigen droom niet geloven.

De mensen geloven niet meer aan spoken.

Dat is moeilijk te geloven.

Ik kan niet geloven dat je Tom nog steeds vertrouwt.

Tom wilde mij niet geloven.

Ik kan niet geloven dat ik het gedaan heb.

Ik kon mijn oren niet geloven.

Je moet mij geloven.

Waarin geloven ufo's?

Ik kan dit allemaal niet geloven.

Je moet me geloven.

Dat kan ik niet geloven!

Ik kan niet geloven dat ik daaraan zelfs niet gedacht heb.

Tom kon het niet geloven.

U moet niet alles geloven wat u in de kranten leest.

Wetenschappers geloven dat 13,7 miljard jaar geleden een geweldige explosie heeft plaatsgehad, namelijk de "Big Bang". Die geweldige ontploffing heeft de uitbreiding van het heelal tot gevolg gehad, een uitbreiding die ook vandaag nog steeds voortduurt.

Ik moet dus geloven dat jij je best hebt gedaan?

Tom kan niet geloven dat Maria niets gaat doen.

Tom zal dat nooit geloven.

Veel mensen geloven dat de politici in ons land corrupt zijn.

Ik kon niet geloven toen ik hoorde waarom Tom dat deed.

Hij heeft goede redenen om dat te geloven.

Hij kon haar verhaal niet geloven.

Ik kan niemand meer geloven.

Ik had je niet moeten geloven.

Je kan hem geloven.

Je zal niet geloven wat ik heb.

Ik kan niet geloven dat ik hier ben.

Waarom wil je me niet geloven?

Tom kon niet geloven dat het alweer tijd was om naar huis te gaan.

We geloven dat het echt mogelijk is dat twee verschillende sociale systemen in vrede kunnen samengaan.

Hoe is het mogelijk, mijn kind, dat je man zich begeeft onder naakte vrouwen en dat je naïef genoeg bent om te geloven dat hij ze tekent?

Hoe is het mogelijk, mijn kind, dat je man zich begeeft onder naakte vrouwen en dat jij naïef genoeg bent om te geloven dat hij ze tekent?

Er zijn redelijk veel mensen die dat nog altijd geloven.

Ik kan niet geloven dat ik daar zou mee instemmen.

Zelfs ik kan dat niet geloven.

Ik kan niet geloven dat je foto's van kakkerlakken maakt.

Ik kan niet geloven dat Tom alles heeft opgegeten.

Ik kan er niet toe komen te geloven dat Tom me in mijn gezicht gelogen heeft over wat er gebeurd is.

Dat was echt niet te geloven!

Zien is geloven, maar is het de waarheid?

Also check out the following words: klaargemaakt, middageten, smeerkaas, watermolen, onderaan, dam, onbijt, overgeslagen, geluncht, keken.